De huidige Brusselpoort of Overste Poort is de enige overgebleven stadspoort van Mechelen. De benaming Overste Poort kwam er omdat ze op het hoogste punt van de stad stond en tevens de voornaamste poort was in 1698 met de nieuwe steenweg naar Brussel over Vilvoorde. Ze bestaat uit een centraal poortgedeelte, geflankeerd door twee robuuste ronde torens met muren van 1.80 meter dik, de schietgaten zijn duidelijk zichtbaar. Het gebouw is opgetrokken uit Doornikse steen en rond 1400 verhoogd met een lichtere Balegemse kalksteen, het dak is bedekt met leisteen. Van de 14-15de-eeuwse verdieping rest nu nog enkel een zandstenen band met korfboogfries (Kant Plaissancebrug). Onder deze bogen vinden we mooi uitgewerkte Gotische kraagstenen die krijgers voorstellen met een hellebaard, een kruisboog en een kogel. Hier vinden we ook de gedrukte spitsboog (Boven de ingang) en de spitsboog boven het Onze-Lieve-Vrouwebeeld. Het beeld in de nis is van Nand Van Itterbeeck, het oorspronkelijk beeld bevindt zich te Brussel in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Door de uitbreiding en de groei van de bevolking diende men, in de tweede helft van de 13de eeuw, een nieuwe en grotere omwalling te bouwen die viel volledig samenviel met de tegenwoordige vesten, de omheining was evenwel niet meer dan een gracht en een muur waarbij een watermolen op de Dijle zorgde voor het juiste waterpeil. Mechelen werd in die tijd een welvarend handelscentrum. Binnen de omheining lagen dan 12 stadspoorten (7 grote en 5 kleine). Deze poort was ooit een gevangenis, en na de Eerste Wereldoorlog diende ze als noodwoning voor de geteisterde gezinnen, kunstschilder Alfred Ost had er begin twintigste eeuw zijn atelier. Omstreeks 1580 werd de bovenste verdieping afgebroken en werden in 1615 de torens verlaagd en voorzien van leien daken omwille van hun kwetsbaarheid voor het steeds zwaardere geschut. Men wou de vesting afbreken, en dat gebeurde gedeeltelijk op bevel van Jozef II in 1781. De voorpoort ( begin Brusselpoortstraat) verdween in de 18de eeuw. Luitenant-Ingenieur Wees tekende de plannen en profielen van de Brusselpoort. In 1806 beval Napoleon om alle stadspoorten te slopen en de wallen af te breken, op de plaats van de meeste poorten kwamen tolhuisjes of kommiezenhuizen waar men tot 1860 de tol inde Alleen de Overste Poort ontsnapte aan de afbraak. Tussen de twee wereldoorlogen vond de kunstenaarskring "Sint-Lucasgilde" hier onderdak. Sedert 1938 is de Brusselpoort een beschermd monument en op het einde van de W.O.II diende de poort als schuiloord tegen de overvliegende V1’s en V2’s. In 1952 werd het leien dak vernieuwd. Rond de zestiger jaren gebruikte de Mechelse politie het gebouw om het autoverkeer rond de poort te regelen, maar wanneer er verkeerslichten kwamen stond de poort leeg. Later dacht men om er een archeologisch museum in te richten, en in 1982 verleende men toestemming om één van de twee torens archeologisch te onderzoeken. In 1992 startte de eerste fase van de restauratiewerken (Met de restauratie van het dak) en in 1996 werd de buiten-en binnenrestauratie uitgevoerd. Eind 2000 opende het museum Brusselpoort de deuren. In 2009 werd dit museum echter terug gesloten, en sinds 2010 is "Het Firmament" er gevestigd, een (t)Huis voor figurentheater in Vlaanderen.
Groetjes Sponske
|