Luc Huyse (in De Standaard van donderdag 4 januari)
Met opluchting en dankbaarheid (omdat hij me verlost heeft van existentiële twijfels omtrent mijn besef van de werkelijkheid) heb ik de analyse van professor Huyse - Out of Africa (bis) - gelezen die het dogma van Mia Doornaert ontkracht dat de miserie in Afrika alleen maar de schuld zou zijn van de eigen corrupte leiders. Mij heeft het verwonderd dat de journaliste blijkbaar nooit de bijlage 'Werken aan een wereld in verandering' die zowat een half jaar geleden bij De Standaard was gevoegd, heeft gelezen. In het artikel 'De vloek van de natuurlijke rijkdommen' zet professor Luc van Liedekerke uiteen dat bizar genoeg in de Afrikaanse landen met natuurlijke rijkdommen de ellende het grootst is. Rwanda is op deze regel een uitzondering omdat daar vooral de overbevolking de tegenstellingen tussen Hutu's en Tutsi heeft opgepookt tot de tragedie van 1994.
In wezen is er in het post-koloniale Afrika weinig veranderd sinds de analyse die Multutali in zijn Max Havelaar leverde over het Indonesië van de jaren 1850. Bovenop de terreur en de uitbuiting door inlandse parasieten van het genre Moboetoe of de Liberiaanse Charles Taylor komen de grondstoffenroof en de ondermijnende handelsverdragen opgelegd door buitenlanden en organisaties als het WHO, en de illegale en legale wapenhandel.
Luc Huyse onderstreept meer dan terecht dat het voortdurend herhaalde dogma van Mia Doornaert, gevoegd bij de terugkerende beelden van ellende en geweld, bij onze bevolking de indruk kan doen ontstaan dat Afrika een bodemloze put is en elke steun weggegooid geld of verspilde moeite.
Als zelfs liberalen zoals premier Verhofstadt en Karel de Gucht wijzen op de nefaste gevolgen van de Europese landbouwsubsidies, dan kan men het aanduiden van de dubbele verantwoordelijkheid, de binnenlandse en de buitenlandse, toch niet afdoen als linkse 'politiek correcte' verblinding?
|