Foto
Inhoud blog
  • Dagje uit
  • Langdurige afwezigheid
  • Bus/Boottocht op 28 juni 2012
  • een filmavond SONNY BOY
  • Een tevreden deelnemer
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Stichting_NetwerkVergeetmijniet_Amsterdam

    31-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maduro lezing

    een gemeenschappelijk verledenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

     

    Het grote belang dat aan de oorlog wordt gehecht verklaart echter ook dat degenen die afkomstig zijn uit de voormalige koloniën  niet de enige zijn die aandacht en erkenning vragen voor hun betrokkenheid bij de Nederlandse oorlogsgeschiedenis.

    Ook anderen ijveren voor publieke aandacht, zoals  bijvoorbeeld de Marokkaanse gemeenschap die zich in het Zeeuwse Kapelle geregeld  schaart rond de graven van omgekomen Marokkaanse militairen. Ook hier betreft het een vorm van koloniale geschiedenis, al gaat het daarbij om soldaten die in 1940 in dienst waren van Frankrijk.

    Dit voorbeeld maakt duidelijk dat het aantal groepen in Nederland dat aandacht vraagt voor het eigen oorlogsverleden niet beperkt blijft tot de bevolkingsgroepen die wij kennen uit de Nederlandse en Nederlandskoloniale geschiedenis.

    De vraag om aandacht en erkenning van de oorlogsgeschiedenis wordt ook gesteld door migrantengroepen waarmee Nederland geen koloniaal verleden deelt en die hier pas ruim na de Tweede Wereldoorlog in noemenswaardige getallen arriveerden. Met de zeer diverse multiculturele samenleving  die we tegenwoordig hebben in gedachten, betekent dit dat de in Nederland  aanwezige variëteit aan oorlogsherinneringen groter is dan ooit tevoren.

    De rijkdom aan verhalen reikt verder dan de Nederlandse bezettingsherinneringen aan Hongerwinter, verzet en  Joden vervolging, maar voor wie de ervaringen van ‘buiten’ beschouwt als gelijkwaardige bouwstenen voor een wereldwijd historisch verhaal over de oorlog kunnen ze evenzeer fungeren als pijlers voor een gemeenschappelijke geschiedenis.

    Dat maakt het - vaak nog betrekkelijk handzame – beeld van de oorlog onmiskenbaar complexer. Maar toch kan juist een dergelijke benadering ons helpen om beter te begrijpen dat de Tweede Wereldoorlog daadwerkelijk een mondiaal fenomeen is.

    Een fenomeen bovendien dat in elk land, in elk gebiedsdeel een eigen gezicht kreeg. Hoe dat er in Nederland uitzag is genoegzaam bekend. Hoe dat in Suriname of op de Antillen gestalte kreeg, dringt geleidelijk aan beter door. Maar hoe de oorlogsgeschiedenis van pakweg Marokko of Turkije er uitzag, is velen nog  onbekend. Marokkaanse soldaten die werkzaam waren voor de Fransen dienden  vanaf september 1939 een land  in staat van oorlog en droegen in het voorjaar van 1940 bij aan de verdediging van West-Europa. Marokko zelf was vervolgens in handen van het met de Duitsers collaborerende Franse Pétain-bewind tot de geallieerde invasie in november 1942. Terwijl Marokkaanse militairen vervolgens hielpen bij de bevrijding van Italië, bleven de ingezetenen van Marokko nog lange tijd geconfronteerd met een moeizame economische situatie.

    In Turkije bleef een militaire bezetting door de strijdende machten uit, maar vereiste het veel diplomatiek geschipper om de neutraliteit in stand te houden. Een grootschalige mobilisatie bracht een zeer aanzienlijke legermacht op de been en van bovenaf werd getracht eensgezindheid op te leggen aan de bevolking. Dit alles moest het overleven van de nog relatief jonge staat garanderen.

    Pas onder toenemende Westerse druk werd uiteindelijk in februari 1945 de oorlog verklaart aan Duitsland en Japan. De Turkse en Marokkaanse oorlogservaringen zijn slechts twee van de vele nationale oorlogsverhalen die wereldwijd te beluisteren zijn. Ik noem ze hier onder meer om te verduidelijken hoezeer ook niet-bezette gebieden betrokken waren bij de oorlogsontwikkelingen. Ik noem ze bovendien om te onderstrepen dat de oorlog een wereldwijd historisch fenomeen was, een episode uit de wereldgeschiedenis die beschouwd kan worden als een gemeenschappelijk verleden. Dat lijkt misschien een eenvoudige feitelijke constatering, maar het veronderstelt meer dan dat. Wie wereldwijde geschiedenis wil bestempelen tot gemeenschappelijk verleden - wat overigens iets anders is dan een eenvormig verleden – moet bereid zijn de zo vertrouwde nationale blik op de geschiedenis van tijd tot tijd even los te laten.

    Dat betekent uiteraard niet dat we het verleden waarmee we ons sterk identificeren - zoals bijvoorbeeld de Nederlandse geschiedenis of de Antilliaanse geschiedenis – moeten negeren of vergeten, integendeel. Juist internationale vergelijkingen kunnen ons beeld verrijken, kunnen nieuwe vragen doen rijzen en maken ons bewuster van typische eigenzinnigheden, en relativeren wellicht andere vermeende karakteristieken. Gezien de sterk toegenomen etnische en culturele variëteit van de bevolking ligt het voor de hand dat steeds meer evolkingsgroepen publiekelijk om ruimte zullen vragen voor hun eigen herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. De wijze waarop, en derhalve de mate van nadrukkelijkheid waarmee dat gebeurt zal vermoedelijk uiteenlopen. Bovendien zullen dergelijke herinneringen in toenemende mate om aandacht moeten concurreren. Het is moeilijk om de uitkomst van dat proces te voorspellen. De nog niet zo lang geleden ingevoerde Canon van de Nederlandse geschiedenis vormt echter een veelzeggend voorbeeld.

    Hoewel de canon op politieke steun kon rekenen omdat het juist het specifiek Nederlandse benadrukte, laat de uitwerking van de canonvensters ook ruimte aan de internationale context van de geschiedenis en aan een fenomeen als de multiculturele samenleving.

    De canon mag dan wellicht worden beschouwd als een autochtoon bastion van de Nederlandse herinnering, maar in de genuanceerde werkelijkheid is de collectieve herinnering toch ruimhartiger. Geleidelijk aan biedt de Nederlandse samenleving meer ruimte aan andere perspectieven, aan historische perspectieven van Nieuwe Nederlanders. Op die manier herschrijven nieuwe generaties, zich baserend op voortschrijdend inzicht, de geschiedenis voor een zich vernieuwend publiek, een fenomeen dat eigenlijk al eeuwenoud is.

    Dat is een goede zaak die ons bovendien zal helpen om een beter beeld te krijgen van de verregaande impact die dit wereldwijde conflict in tal van opzichten heeft gehad op zeer diverse twintigste-eeuwse samenlevingen. Dat vraagt echter wel om wederzijdse interesse van alle betrokkenen.

    We vieren vandaag dat in dit deel van de wereld de vrijheid 65 jaar geleden werd hersteld. Die vrijheid danken we aan de inzet van velen, ook aan de inzet van George Maduro, wiens militaire inspanningen en verzetsactiviteiten tot dankbaarheid stemmen.

    Het Nederland waar hij voor vocht is sinds 1945 aanzienlijk veranderd. In een samenleving die zich steeds bewuster is geworden van de internationale en multiculturele banden is zijn levensverhaal eigenlijk steeds kenmerkender geworden voor onze blik op het verleden. Die blik laat het nationale kader niet geheel los, maar kijkt daarnaast ook naar internationale verbanden. Een dergelijke blik verrijkt onze kennis en ons begrip van de wereldgeschiedenis.

    De bereidheid om kennis te nemen van dat gemeenschappelijk verleden toont ons onder meer boeiende en inspirerende levensverhalen. Maar evenzeer omvat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog verhalen die ons droevig en bitter stemmen.

    We moeten er daarom, ook zoveel jaar na dato, voor blijven waken dat we niet alleen aandacht hebben voor de verhalen die ons welgevallig zijn. Kennis van het verleden draait meer om begrip voor historische keuzes van individuen en groepen dan om een vorm van identificatie vanuit een zekere, soms nogal selectieve trots op een bepaald verleden. Want het idee van een  gemeenschappelijk verleden veronderstelt ook de mogelijkheid voor alle betrokkenen om daar open en oprecht vragen over te kunnen stellen, zowel waarderende vragen als kritische vragen.

    Alleen op die wijze kunnen de uiteenlopende oorlogsherinneringen in al hun complexiteit levendig en betekenisvol blijven.

    En over de gedachte dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog nu snel met pensioen gaat, hoeven we ons dan vooralsnog niet al te veel zorgen te maken.

     

     

    Dr. Kees Ribbens is historicus. Hij werkt als onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) in

    Amsterdam. Ribbens was onder meer verantwoordelijk voor het boek ‘Oorlog op vijf continenten.Nieuwe Nederlanders & de geschiedenissen van de Tweede Wereldoorlog’.

     

     

     

    Antilliaans Dagblad Donderdag 6 mei 2010



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)





    Archief per maand
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 06-2012
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 07-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 10-2009
  • 06-2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Nuttige Links
  • Fotoalbum Netwerkvergeetmijniet
  • Stichting Nusantara Amsterdam
  • 4 en 5 mei Comité Amsterdam Zuidoost


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!