Europese Dag van de Talen.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In De Ochtend hoorde ik de Vlaamse minister Pascal Smet volop pleiten voor het Engels als lingua franca in Europa.
Wie a zegt moet ook b durven zeggen. Wil je een vreemde (etnische) taal op een aanvaardbaar niveau beheersen, dan moet je ze van jongsaf en op een intensieve manier leren, m.a.w. vanaf de lagere school en misschien zelfs vanaf de kleuterschool. Wie hiervoor kiest, moet het ook niet meer hebben over culturele verscheidenheid in een multiculturele samenleving. Dit leidt tot een uniculturele, angelsaksische samenleving, een proces zich reeds op dit moment voltrekt door de feitelijke aanvaarding van het Engels als lingua franca.
De EU zou dan ook haar eigen pricipes loochenen, namelijk de gelijkheid van talen en burgers. De samenleving wordt opgesplitst in enerzijds een kleine minderheid die het Engels als moedertaal heeft (de NESsys = Native English Speakers), de eersterangsburgers, en alle anderen die gedegradeerd worden tot tweederangsburgers, de communicatief gehandicapten.
Wat het principe meertaligheid als norm betreft, hoef je geen universitair diploma te hebben om te beseffen dat dit een utopie is, want elitair: velen hebben reeds moeite om de moedertaal in voldoende mate te beheersen, laat staan dat ze zich ook nog vlot moeten kunnen uitdrukken in meerdere andere talen.
De enige democratische, niet- discriminerende oplossing voor het internationale communicatieprobleem is het invoeren via het onderwijs van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (G.EN.T.) taal, een brugtaal, zoals het Esperanto: aanvaardbaar voor iedereen en haalbaar voor iedereen. Dat vereist echter een open, kritische geest, gezond verstand en intellectuele nederigheid
Is er dan geen enkel journalist, academicus, politicus die deze kwaliteiten combineert?
Meer info: http://blog.seniorennet.be/taaldemocratie
|