Geen bomen, geen mensen meer.
**************************
Het was maar een boom, een nietig oud krocht.
Het was maar een boom in regen en tocht.
Een kruin tovergroen, in de herfst zelfs van goud.
Maar voor 't verder bestaan, achtte "Mens" hem te oud...
"Houtzaag" lachte toen kil met haar tanden ontbloot,
de bomen ter strijd, ter strijd tot ter dood...
"Wel houtzaag", zei de boom, "je lacht me zo vals,
zaag je nu maar es rot waag nu maar jouw kans !
Ik bied mij jou aan 'k heb wering voor jouw tand,
als je daar dan in zaagt, draai je dol raakt verbrand !".
De mens achter 't stuur van 't machine van verderf.
De boom knakte toen neer door een snerpende kerf.
Bij zijn laatste geween riepen makkers hem toe :
"Vaarwel, beste held, we zijn die mensen ook moe !
Wij gaan nu voortaan in stakingsverweer,
produceren voortaan, 's nachts geen zuurstoffen meer !".
En die nacht was het stil geen zuchtje gehoord,
't bomenbos was nu kil als nimmer ervoor.
"Boom" kreeg karakter "Mens", mens perplex als een boom.
't Volkje snakte naar lucht, 't werd hen zo ongewoon !
Veel te laat tot besef werd de mens pas bewust :
"De natuur is geen speelgoed, mens, zij brengt leven en rust !".
Ja, het was maar een boom er waren er veel.
Voor elk boompje ter grond geboord was er één mens teveel.
Voor elk boompje ter grond geboord was er één zaag teveel.
"Zaag niet meer, mens........" Z Z Z Z Z Z Z ......