| 
 Als Zacharias in de tempel zijn ambt vervulde 
was opeens de engel Gabriél daar 
Die een wonder onthulde, 
staande bij het reukoffer altaar. 
  
En zeide, vreest niet Zacharias  
want uw gebed is verhoord 
Wat reeds in de profeten voorzegd was 
Elizabet word zwanger, en brengt een kindje voort. 
  
Johannes zo zal zijn naam zijn 
en er zal grote blijdschap zijn en verheuging 
geen sterke drank zal hij drinken, of wijn 
Hij is de voorloper, van de grote Koning. 
  
En hij zal velen, van de kindren Israels bekeren 
in de geest, en de kracht van Elias 
en zal velen brengen, tot de Heer der Heren 
Maar hoe zal ik dit weten, zo sprak Zacharias. 
  
Wij zijn beiden op een leeftijd gekomen 
we zijn oud van dagen 
doch Gabrièl zei, dit heb ik van God vernomen 
Hieruit blijkt uw ongeloof, anders zou u dit niet vragen. 
  
En daarom zult u zwijgen, en niet spreken 
tot die tijd, dat deze belofte word vervuld 
zolang moet je leven, met deze gebreken 
Totdat de naam, van jullie zoon word onthuld. 
  
En zie, het kindje werd geboren 
als een ieder dit vernam 
zo wilden ze zijn naam graag horen 
En noemden hem, Zacharias, dat was zijn vaders stam. 
  
Niet alzo liet Elizabet weten 
want Johannes is zijn naam 
maar in uw geslacht, heeft nog niemand zo geheten 
Men bracht haar niet van de wijs, met hun allen te saam. 
  
Toen ging men het Zacharias vragen 
zodra hij een schrijftafel, had besteld 
en schreef, Johannes is de naam die hij zal dragen 
En zij verwonderden zich allen, zo word ons verteld. 
  
En Zacharias mocht weer spreken 
zijn tong kwam los, zijn mond ging open 
hij loofde God, zoals uit zijn lofzang is gebleken 
Maar Johannes groeide op, en mocht de mensen dopen..  |