Felix Timmermans, uitbundig en stil.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit De Gelderlander, De Nieuwe krant door Harry Janssen. (1986)
Een knobbel van simpelheid.
Vandaag is het precies een eeuw geleden dat in de Vlaamse stad Lier de schrijver en dichter Felix Timmermans werd geboren. Zijn geboortestad heeft de viering al ingezet met onder meer een tentoonstelling die aan zijn leven en werk is gewijd en die tot 31 augustus In het Timmermans-Opsomermuseum te zien blijft.
Ook in het Vlaams Cultureel Centrum in Amsterdam zal stilgestaan worden bij het eeuwfeest.
Het centrum in de Nes heeft in de maand augustus een tentoonstelling in huis over Timmermans als schrijver en als tekenaar en schilder. Het poppentheater Taptoe uit Gent zal er regelmatig opvoeringen verzorgen van 'De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, Begijntje'. Op vrijdag 22 augustus om 20h30 uur zal er door Gaston Durnez en Maarten 't Hart gesproken worden over leven en werk van Felix Timmermans.
Niet alleen was Timmermans een invloedrijk schrijver, tekenaar en schilder, maar ook een veelgevraagd voordrachtskunstenaar. Jarenlang trok hij rond door België en Nederland en in het Rijnland was hij onder meer een regelmatige gast bij de kunstenaar Achilles Moortgat (1911-1945) in Kleef.
Al sedert de Middeleeuwen bestaan er hechte betrekkingen tussen Vlaanderen en het Rijnland. Uitdrukkingen in de volkstaal herinneren daaraan, maar ook in het landschap zijn er overeenkomsten. En, lijkt de Zwanentoren in Kleef niet heel veel op het Belfort van Gent en de Aldegundistoren van Emmerik niet op het Brugse Belfort?
In dat Rijnland van vandaag is een van de zonen van Lier, Ignaas Dom, pastoor.
Hij heeft de zorg voor de slechts 300 parochianen van het mooie dorp Niel, dat een beetje verscholen tegen de Nederlandse grens bij Nijmegen aan ligt.
Het dorp heeft zijn landelijke karakter bewaard en Westduitse instanties doen hun best om dat zo te houden, Ignaas Dom kwam er na veel omzwervingen als pastoor terecht en volbracht in het kader van zijn studie pastoraal-theologie aan de Nijmeegse universiteit een onderzoek naar Felix Timmermans als religieuze mens.
'Bij voorbeeld... Felix Timmermans' heet de lijvige studie van pastoor Dom, die sinds enige jaren bestuurslid is van het Felix Timmermans Genootschap, een vereniging met rond 500 leden die via studie en publikaties de figuur van Timmermans levend wil houden.
De Timmermans, die in zijn laatste levensjaren werd verguisd om zijn houding tijdens de oorlog, maar die vele generaties eenvoudige mensen heeft aangesproken en blijft aanspreken.
xxx
Als pastoor Ignaas Dom over zijn stadgenoot Felix Timmermans vertelt, vergeet hij dat hij bezig was met koffie zetten. De koffie wordt zo wat slap, maar, zo verontschuldigt de pastoor zich; ...dan kunt ge een bakske meer nemen.
Het interieur van de dorpspastorie van Niel verraadt de voortdurende aanwezigheid van de Vlaamse schrijver. Aan de muur hangen houtsneden, een kalender, een portret, voor de ramen gebrandschilderde raampjes die aan Lier, aan Timmermans herinneren. De verzamelde werken van Timmermans staan in een aparte boekenkast, veilig achter glas.
Als Ignaas Dom over Felix Timmermans vertelt, zit hij op de punt van de bank, klaar om ieder moment weer nieuw documentatiemateriaal voor de dag te halen. Uit die afgesloten boekenkast!, uit andere kasten, onder stapels fotokopieën en kranteknipsels vandaan.
"Ik ben niet de aangewezen mens om over de literaire figuur Timmermans te praten," zegt hij bescheiden, om dan meteen de draad van het verhaal weer op te pikken en voort te gaan. Niet alleen maar bewonderend, maar wel steeds gefascineerd door de schrijver en zijn werk.
Als knaap van een jaar of veertien heeft de geboren Lierenaar Ignaas Dom, Felix Timmermans nog gekend. Hij heeft hem zien staan aan de oever van de Nethe, turend over het water. Hij heeft hem zien staan praten met de gewone mensen van Lier.
Want Timmermans hield van de gewone mensen.
Hij wilde ook schrijven voor die eenvoudigen.
"Zijn verhalen" zegt de pastoor, "komen vanonder de pannendaken van de Lierse mensen." Timmermans zelf heeft dat ook beeldend gezegd: "Een knobbel van simpelheid moeten de mensen krijgen. De eenvoudigste keukenmeid en de rijkste baron moeten het kunnen lezen." En in april 1932, hij heeft zojuist 'De Harp van Sint Franciscus' voltooid, schrijft hij aan zijn vriend Rik Cox; "Tot hiertoe heb ik er veel goeds van gehoord van Dirk Coster, Kloos, Knippenberg en de paters Franciscanen.
We zullen zien. Het kleine volk moet het boek ook gaarne lezen, of 't is een mislukking.
Vertaald
Timmermans wérd gelezen door de gewone mensen. In Vlaanderen en Nederland.
Maar zijn werk werd niet alleen daar gelezen, verspreid en herdrukt. In meer dan 25 talen werd het vertaald. En tot op de dag van vandaag heeft vrijwel iedere boekhandel een of meer boeken van Timmermans in voorraad 'Pallieter' natuurlijk, en 'Boerenpsalm'. 'Pieter Bruegel' en 'Adriaan Brouwer', en zoveel andere.
Pastoor Ignaas Dom vertrok in 1953 vanuit een Vlaamse Trappistenabdij om in Duitsland met de Spekpater, Werenfried van Straaten te werken onder de oorlogsvluchtelingen.
Hij bleef in het Duitse hangen, was kapelaan en pastoor in Hildesheim en is sinds 1976 pastoor van Niel. Zijn werkzaamheden daar stonden hem toe in Nijmegen pastoraal-theologie te studeren. "Ter afronding van die studie heb ik een scriptie gemaakt over de religieuze mens Timmermans." vertelt hij . "Die mens is fascinerend en kan als voorbeeld dienen.
Daarom heet mijn verhaal ook 'Bijvoorbeeld... Felix Timmermans'. Zeker geen heilige, maar een voorbeeld."
Voorbeeldig vindt de pastoor bijvoorbeeld de wijze waarop Timmermans zijn toehoorders tijdens zijn ontelbare voordrachtsavonden placht op te beuren "Hoe somber de tijden ook waren - crisis en wereldoorlogen - de mensen die naar Timmermans geluisterd hadden, gingen opgemonterd naar huis. Dat blijkt zonneklaar uit de krantenverslagen en uit de persoonlijke getuigenissen."
Vanaf 1928 tot 1939 maakte Timmermans reizen door Nederland, Vlaanderen Duitsland en verder Hij wist alom zijn gehoor te boeien. Zo werd hij uitgenodigd door de Rotterdamse Kunstkring, een voornaam genootschap dat zijn avonden doorgaans vierde in rokkostuum en avondjapon. Timmermans kwam in Rotterdam aan in een eenvoudig colbertje.
Toen hij hoorde van het voorgeschreven tenue, probeerde hij een rokkostuum te huren, maar zelfs de uitdrager kon hem geen passend kostuum verschaffen Timmermans besloot; ik ga in colbert, wat ik te zeggen heb blijft hetzelfde. Toen hij de zaal betrad, maakten enkele Kunstkring-leden aanstalten om uit ongenoegen over zijn verschijning te vertrekken. Timmermans nam het woord; 'Zwijgt, zit neer en luistert'. Zijn voordracht werd ademloos aanhoord.
"Als hij een woord sprak, had hij het publiek mee,"vertelde later zijn dochter Lia. En een vereniging in Groningen, waar men het Rotterdamse avontuur in de krant gelezen had, telegrafeerde Timmermans; 'Kom, kom alstublieft, maar kom in colbertjasje'.
Timmermans was evenwel niet alleen een uitbundig mens Hij hield ook van de stilte en die stilte klinkt ook door in zijn werk. Zelfs Pallieter, de paradijselijke mens, droomt en geniet van de stilte. "Een boek," meent pastoor Dom, "dat op het niveau staat van Uilenspiegel en Don Quichot."

De laatste levensjaren van Felix Timmermans waren zeker niet de gelukkigste. "Het is triest te moeten ervaren dat steeds weer het oorlogsverleden van Timmermans wordt opgerakeld," zegt pastoor Ignaas Dom. En hij legt uit dat fout in de Nederlandse bezettingstijd iets wezenlijk anders was dan 'collaboratie' in Vlaanderen. Dat het Vlaamse land bezet werd door Wehrmacht-soldaten en niet door SS-ers. Dat het aantal verzetsmensen in Vlaanderen gering was tijdens de oorlog en zeer talrijk na de bevrijding.
"Het huis van Felix Timmermans in Lier was tijdens die oorlogsdagen een zoete inval. Iedereen werd daar ontvangen en er kwamen ook veel Duitse soldaten over de vloer.
Ze kwamen voor een groet, voor een handtekening. Dat is Timmermans later kwalijk genomen. Ook werd hem ten laste gelegd dat hij voorzitter was geweest van het Vlaamse Kunstenaarsgilde, hoewel dat in geen enkel opzicht vergeleken kan worden met de Nederlandse Kultuurkamer. Maar erger nog werd het gevonden dat hij in 1942 de Rembrandtprijs in ontvangst nam. Een prijs die door de Hansa Stiftung in Hamburg werd uitgeloofd voor het Nederlandstalige gebied. Dat was wel een waardering voor een bijdrage aan de Germaanse cultuur, maar de prijs was niet nazistisch."
Na de bevrijding werd Timmermans in staat van beschuldiging gesteld. Was zijn vijftigste verjaardag in 1936 nog uitbundig gevierd met belangstelling van kranten en radio, op zijn zestigste verjaardag in 1946 was het heel stil geworden rond Timmermans. "Het rapalje had zich na de bevrijding meester gemaakt van de straat. Een gestempelde armband was voldoende om als verzetsstrijder erkend te worden. De Timmermansvest in Lier werd weer omgedoopt in Begijnevest. Timmermans lag ziek thuis. Een maand voor de bevrijding had hij een zware hartaanval gehad. Was hij niet doodziek geweest, hij zou zonder twijfel zijn opgepakt. Van augustus 1944 tot zijn dood op 24 januari 1947 heeft hij zijn kamer niet meer verlaten. Veertien dagen na zijn overlijden werden de beschuldigingen tegen hem ingetrokken."
En, voegt hij eraan toe : Timmermans heeft steeds geweigerd zich bij een politieke richting aan te sluiten. Is nooit van een politieke vereniging lid geweest.
Voorbeeld
Voor pastoor Ignaas Dom blijft Felix Timmermans als religieus mens een voorbeeld.
"In de natuur en in de mensen zag hij God, maar hij wist ook dat God op het menselijk bedrijf toekeek. Een weldoende blik van een God die alles laat groeien en bloeien en de mensen in leven houdt. Met zijn vriend Flor van Reeth hield hij diepgaande gesprekken over de band tussen religie en kunst. Hij kende geen rivaliteit, liet anderen in hun waarde. Zijn religieuze beleving ontleende hij aan eenvoudige mensen, die hem tot driemaal toe uit een crisis hielpen. Dat is zijn blijvende waarde : een democratisering van de religieuze beleving."
Aan een literair waarde-oordeel waagt de Lierse pastoor van Niel zich niet. "Daar zijn anderen beter toe in staat." zegt hij bescheiden. En hij wijst op de Vlaamse priesterdichter Anton van Wilderode. Die eind mei in Lier de feestrede hield ter herdenking van 'de Fee'. Daarbij wees hij erop dat na het overlijden van een schrijver vaak een grote stilte ontstaat "Alleen de waarachtig groten komen na enige jaren opnieuw in de openbaarheid. Timmermans is nooit 'weggeweest', zelfs niet in de moeilijke tijd na de tweede wereldoorlog toen hij het slachtoffer werd van een abjecte hetze - ik gebruik vreemde woorden om niet giftig te hoeven worden - die meer de succesrijke auteur betrof dan zijn zogenaamd onvaderlands gedrag," aldus Van Wilderode.
En verder : "Dat Felix Timmermans een 'blijver' is weten uitgevers, boekhandelaars en bibliothecarissen beter dan sommige critici. Weten de leraren dat ook? Indien hij door de jeugd niet meer gelezen wordt, dan is dat omdat hij in het literatuuronderricht niet meer wordt aangeboden. Waar dat wél gebeurt wordt zelfs lectuur in schoolverband een genot! Timmermans lezen en herlezen was, is en blijft de kans waarnemen om een beetje gelukkiger te worden."
 **********
|