Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op bloggen.be op het volgende adres:

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

het-grote-interview-met-omsk-van-togenbirger-en-andere-teksten

Foto

Nieuwe uitgavePanopticum Corona:BESTELLEN

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
CAHIERS
  • blogtekst de verenigde staten van amerika en Het antwoord van Seattle
  • inbrekers en inbrekers e a
  • Smeren ze ons kanker aan e a
  • Water - een verhaal & Over de klimaatsverandering - een commentaar
  • Foto
    Foto
    Muziekpartituren
  • Daer zat een sneeuwwit vogeltje. Pianoconcerto n° 14
  • Juan de la Cruz' Canciones
  • PORTRETTEN
  • Tisallemaiet
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet) - © J. Bauwens, Serskamp
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet ) - © J. Bauwens, Serskamp
    01-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding

     

     

    Manufacturing Consent (Chomsky & Herman)

    Over de leugenfabriek van de demon van het geld

    Aflevering 1: Inleiding

    Aan de noordwestelijke rand van de Grote Arabische Woestijn ligt een oase waar Aramees gesproken wordt, de moedertaal van Jezus van Nazareth. Het Aramees voor 'oase' is 'Damascus' (letterlijk; 'geïrrigeerd huis'). Damascus (in de volkstaal: Sjam) is de oudste nog bestaande stad ter wereld. De oudste Aramese koning heette Syros en vandaar noemden de Grieken de Arameeërs: Syriërs. Uit enkele in het Aramees geschreven Bijbelboeken kennen we het woord dat 'geld' betekent, namelijk 'mammon'.

    Het woord mammon komt in de Bijbel vier keer voor, onder meer in het Evangelie volgens Mattheüs (6:24): “"Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon."1

    Daarmee wordt gezegd dat niemand in staat is om tegelijk te liegen en de waarheid te spreken: de Waarheid is God2 en het dienen van Mammon betekent handelen tegen de Waarheid in, of liegen. Als de macht van God de Waarheid is, dan is het enig resterende wapen van Mammon de leugen. Over de manier waarop in deze ingewikkelde wereld (die 'des duivels' is) de leugen zichzelf als waarheid profileert, handelt het boek Manufacturing Consent van Noam Chomsky en Edward S. Herman.

    De heden zesennegentigjarige Avram Noam Chomsky is een Amerikaans taalkundige, bekend van zijn 'generatieve grammatica', een theorie volgens welke ons taalvermogen aangeboren is, vastligt in ons brein, maar hij is tevens een bekend maatschappijcriticus. Chomsky is van oordeel dat intellectuelen de plicht hebben om de politiek kritisch te analyseren in plaats van ze te legitimeren, wat gebeurt waar zij de kapitalistische ideologie verdedigen.3 Edward Herman was een Amerikaans economist met als specialiteit de mediaproblematiek. Beide auteurs kritiseerden eerder inzake de berichtgeving de rol van Amerika in de Vietnamoorlog in het boek Counter-Revolutionary Violence: Bloodbaths in Fact & Propaganda uit 1973 waarvan echter alle exemplaren vernietigd werden.

    Vijftien jaar later, in 1988, publiceerden Edward S. Herman en Noam Chomsky het vandejaar naar het Nederlands vertaald boek Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media, over het voornamelijk door Herman ontworpen zogenaamde propagandamodel of de manier waarop de massamedia functioneren als propaganda-instrument van de gevestigde orde.4

    Over dat boek zegt Chomsky (in een recent interview met Lode Van Oost5) dat de media grote bedrijven zijn die een product verkopen aan andere bedrijven. Hun markt zijn andere grote bedrijven, namelijk de adverteerders. Het product dat zij proberen te verkopen aan andere bedrijven, zijn jij en ik, de lezers.

    De media zijn derhalve geen bron van informatie maar wel een propagandamachine. Zij fabriceren de instemming met het beleid, wat de nieuwe kunst is in de democratie, die dan gezien wordt als een systeem geleid door een elite die het volk minacht en incapabel acht om met de waarheid om te gaan.

    De (Amerikaanse) overheid en de grote bedrijven manipuleren de massamedia teneinde te verhinderen dat wij de waarheid aan de weet komen. Informatie wordt gecensureerd en dat gebeurt middels vijf filters waar zij doorheen moet vooraleer zij ons bereikt.

    Wat wij te horen, te zien en te lezen krijgen, is derhalve altijd een afkooksel en een verdraaiing van de feiten: wij worden niet geïnformeerd maar gedesinformeerd; wij worden niet op de hoogte gebracht van de feiten maar wij krijgen telkenmale overheidspropaganda te slikken.

    Daarbij is evenwel nergens openlijke dwang te bespeuren maar de informatie is wel afhankelijk van de wetten die de markt beheersen, zij vertrekt van verborgen vooronderstellingen en werkt middels zelfcensuur die bij ons werd ingebouwd.

    De manier waarop de massamedia functioneren als propaganda-instrument van de gevestigde orde heet het propagandamodel. Het propagandamodel van Herman en Chomsky maakt duidelijk dat de media weliswaar niet in handen zijn van een dictator maar dan toch van even malafide particulieren en dat zijn meer bepaald de zogenaamde megasystemen waarover Jaap Kruithof schrijft in zijn boek over het neoliberalisme.6

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 1 april 2025)

    1Volgens de Nieuwe Bijbel Vertaling.

    2Johannes 14:6: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.”

    3Cf.: Noam Chomsky (1977). Language and Responsibility. New York: Pantheon.

    4Noam Chomsky en Edward S. Herman, Manufacturing Consent. De politieke economie van de massamedia, vertaling naar het Nederlands door Jan Reyniers, Epo, Berchem 2025. Oorspronkelijk: Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media, Pantheon Books, New York 1988.

    6Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:

    Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:

    "Manufacturing consent.

    De politieke economie van de massamedia"

     

    Manufacturing consent

    Samenvatting en bespreking 







    31-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')

    Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gounod, Faust, soldats

    Gounod, Faust, soldats

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gounod: Faust - Le veau d'or

    -


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap

    Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithof: Het neoliberalisme

    Jaap Kruithof: Het neoliberalisme



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 18: Strategie

    De periode 1935-1945 was er een van afbraak, die van 1945-1960 van heropbouw, wapenwedloop (atoombewapening) en dekolonisering. De jaren zestig kenden een hoogconjunctuur, de consumptiemaatschappij begon, televisie kwam op alsook ruimtevaart. Vervolgens waren er de hippiebeweging (studentenrevoltes, RAF, AMADA...), de blackpowerbeweging van Martin Luther King, de Praagse Lente en de capitulatie van de VS in de Vietnamoorlog. Andere sociale bewegingen waren er onder meer rond de natuur, de derde wereld, de vrouwen, het pacifisme, de arbeiders, de daklozen, de leefverbanden en de kunstenaars. Vele rebellen verraadden de beweging en gingen de neoliberale toer op met het neokapitalisme.2

    De jaren negentig worden getekend door politieke onverschilligheid. De markt legt aan iedereen haar wetten op. Er zijn bewegingen door de overheid, zoals Kom op tegen kanker, civiele bewegingen, achteraf door de overheid gesteund, zoals Greenpeace en Artsen zonder Grenzen en door de overheid bestreden bewegingen zoals Geneeskunde voor het Volk. Er zijn het antiracistisch verzet, de strijd voor de opheffing van de schuldenlast van derdewereldlanden, de Witte Mars voor meer veiligheid en de bewuste consumentenbeweging. Met welke strategie kunnen we de wereld naar wens veranderen? “Wie voor een rechtvaardige zaak vecht, mag de strijd nooit opgeven.”3 “We zijn niet tegen mondialisering en globalisering in de eerste [descriptieve] zin, wel tegen de neoliberale versie ervan.”4

    De ecologische tijdbom tikt.”5 We moeten eindelijk erkennen dat de natuur een waarde in se bezit, alleen zo kan vervuiling en uitputting worden tegengegaan. Ecosocialisme is nodig, alsook een strenger beleid van de overheid en collectiviseringen (internationalisaties). Risicokapitalisme moet bestreden worden (er wordt gegokt pensioengelden en ander sociaal kapitaal). Ook het bedrijfskapitalisme is bedrieglijk en asociaal. “Langzamerhand wordt de volgende regel dominant: 'Als je bij ons werkt, moet je al je spaarcenten in ons bedrijf investeren'.”6

    Wat betreft de arbeid heeft iedereen recht op werk. Uitbuiting en beschadiging van de natuur moeten worden tegengegaan. De neoliberale thesis dat de loonkostvermindering de werkgelegenheid bevordert blijkt dikwijls onwaar. “Loonkostverlagingen moeten worden in verband gebracht met de productiviteit. (…) Loonkostverlagingen (...) veroorzaken sociale ontwrichting en armoede.”7

    Een basisinkomen voor iedereen moet verworpen worden omdat dan consumptie en productie ontkoppeld worden. Het is pas de arbeid die de mens bevrijdt van sociale uitsluiting, niet de bedelarij. De (erg dure) maatregel zou de polarisering tussen rijk en arm ook doen toenemen.

    De vakbonden verdienen steun, ze zijn de enige toeverlaat voor de werknemers tegen het winstbejag van werkgevers in het neokapitalistisch bestel. Groepen die solidariteit verdienen zijn vrouwen, senioren, werklozen, daklozen, allochtonen, asielzoekers en sans-papiers. Het syndicalisme moet gemondialiseerd worden.

    Wat betreft de markt: dat alles te koop moet zijn, is immoreel. Meer soberheid is aangewezen, rantsoeneringen en autoloze zondagen zijn goed. De markt moet gereguleerd worden, de consument bewust gemaakt. De overheid moet de non-profitsector steunen omwille van het algemeen belang.8 Wat betreft de tomeloze privatiseringen: “Als het zo doorgaat staat de privatisering van de atoombusiness ook op het programma. De sector van het kernafval is al in particuliere handen. (…) Met de stijgende macht van de megasystemen zonder voldoende controle wordt de wereld een chaos. Daartegen is coherent en volgehouden overheidsbeleid nodig.”9

    Betreft het sociaal-politieke veld: de basis zijn de sociale en politieke actiegroepen, die een sociale beweging in gang zetten, waaruit een politieke beweging ontstaat en tenslotte een politieke partij. Kruithof geeft ook de indeling van Eric Goeman die begint met de zelfemancipatiebeweging van de maatschappelijk uitgeslotenen (bijvoorbeeld de vrouwenbeweging), die dan idealistisch wordt en dus universeel (zoals de NGO's), waaruit strijdgroepen ontstaan (zoals de opstandige werklozen en daklozen). Het komt er dan op aan één front te vormen want “het neoliberalisme creëert in toenemende mate menselijk afval (…).”10

    De klassieke partijen volgen allemaal het neoliberalisme. Allen plaatsen ze politiek onwetende BV's op hun lijsten om stemmen te trekken. Jaap Kruithof: “Toen men mij vroeg om aan de grote Witte Mars deel te nemen, wilde ik weten wat het eisenprogramma behelsde. Dat was er niet. Kon er vooraan geen spandoek komen met de eis 'Ontslag van Stefaan Declerck, minister van justitie'? (…) Wij hebben geen eisenprogramma, luidde het antwoord, wij marcheren vanuit een algemeen menselijke verontwaardiging. Ik doe niet mee, was mijn reactie. De witte beweging zakte later als een pudding in elkaar.”11 Het neoliberalisme verslaat men niet met zachte maatregelen: er bestaat geen kapitalisme met een menselijk gezicht. Maar er zijn wel sociale liberalen, vaak bij de KMO's. Anderen denken dat een versterking van de civil society een antwoord kan bieden, nog anderen denken aan de culturalisten. Maar Kruithof meent dat geen van allen kunnen standhouden tegen de economische logica van het actuele kapitalisme.12

    Velen geloven dat de grootste vijand het fascisme is, volgens Kruithof is dat eerder het neoliberalisme en het fascisme dankt zijn succes aan die dreiging die daarom eerst moet bestreden worden.13 De invoering van de Tobintaks (en het derivaat ervan door Attack) is een welkom initiatief alsook de strijd tegen de belastingparadijzen, de kwijtschelding van de schuldenlast van de Derdewereldlanden, de immorele patenteringen, de bestrijding van criminele fondsen en de speculaties rond wisselkoersen. Jaap Kruithof besluit het boek met een geloofsbelijdenis: “Het geschenk van het leven en de strijd tegen sociaal onrecht zijn de twee peilers van ons bestaan.”14

    (J.B., 31 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., pp. 469-475.

    3Ib., p. 480.

    4Ib., pp. 481-482.

    5Ib., p. 484.

    6Ib., p. 489.

    7Ib., p. 493.

    8Ib., p. 498.

    9Ib., p. 502.

    10Ib., p. 508.

    11Ib., p. 510.

    12Ib., p. 513.

    13Ib., pp. 513-514.

    14Ib., p. 522.


    30-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 17: Orde

    Voor de bevrediging van de menselijke behoeften moeten activiteiten georiënteerd en gestructureerd of gestuurd worden volgens zekere normen. “Zo belanden we bij het begrip orde. Het gaat over gehelen van werkzaamheden, gecentreerd rond specifieke belangen. Een orde is een macrosociaal subsysteem waarin bepaalde activiteiten worden bijeengebracht en gestructureerd. Door de binding met gemeenschappelijke waarden, doeleinden en normen bezit zij een interne samenhang. Zij wordt geleid door bestuurders die voor het algemeen beleid zorgen en storingen trachten te vermijden.”2

    Elke orde heeft een eigen regelsysteem, een wereldbeeld, een zelfbeeld en een ethiek. Zo omvat het universum drie niveaus van orde: de fysische, de biologische (zelfbehoud en reproductie) en de psychische (ervaring, geheugen, bewustzijn) waarbij de derde afhankelijk is van de tweede, de tweede van de eerste. Wat betreft de menselijke sfeer werden de vier machten (economie, politiek, ideologie en cultuur) hoger beschreven.

    In de periode 800-1200 domineerden economie en ideologie. Grootgrondbezitters bezaten samen met de kerk de landbouw (graan, wijn, wol). De ideologie was de religie, God en de kerk, die bepaalden wat waar, goed en schoon was. De christenen schreven de oorsprong van Plato's aangeboren ideeën toe aan God. Aristoteles zijn kennisleer was inductief. Thomas bracht Aristoteles' leer samen met de christelijke.

    In de periode 1200-1500 won de staat de machtsstrijd tegen de kerk, er kwamen ketterijen en de Katharen werden uitgeroeid.

    Van 1500 tot 1700 veroverde Europa de wereld, er was de moderniteit, de Verlichting, de rede die in de plaats kwam van het geloof, de burger, het individualisme, daarna de industrialisering. In de kerk: schisma's (protestantisme). Het calvinisme (de Bijbel in de volkstaal) bracht meer vrijheid in het geloof; arbeid was geen vloek maar een taak; wetenschap zat in de lift en Newtons wereldbeeld was dualistisch (God en de mens zijn vrij, de natuur is een machine).

    Van 1800 tot 1970 werd de economie geïndustrialiseerd met loonarbeid, kapitalisme, massaproductie en verstedelijking. De wetenschap verving de religie. De poging van de Wiener Kreis om wetenschap en kennisleer op de zuivere rede te funderen mislukte. Na W.O.I verschenen in Europa het fascisme, het nationaal socialisme en het stalinisme.

    In de laatste fase, van 1970 tot 2000 [de publicatiedatum van het boek], gaat het neoliberalisme domineren, ook over de ideologie. “De ontwikkeling van het heelal wordt beheerst door irreversibiliteit, bifurcaties, toeval, kwalitatieve sprongen, niet-repetitiviteit en onvoorspelbaarheid.”3 De neoliberale ideologie is het hoger beschreven postmodernisme. Het laatste tijdperk, het heden, is het individualisme van de bemiddelden: ieder voor zich, maar het overaanbod ten spijt, ontevreden, rot verwend: barbarij.

    Het neoliberalisme is een belangrijke veroorzaker van milieuverloedering en is niet bereid die te stoppen en de politiek heeft daar geen zeg over. De overheid moet ruime bevoegdheden krijgen onder democratische controle om te markt te reguleren, zij is geen dienstknecht van het particulier initiatief.4

    Het liberale marktdenken zet zich wereldwijd door. Zo bijvoorbeeld is het katholicisme verworden van (in de middeleeuwen) een machtige ideologie met reusachtige economische en politieke middelen tot (vandaag) koopwaar. “Wat zich niet aanpast aan de maatschappelijke logica, gaat ten onder.”5 “Het winststreven bouwde een eigen ethiek op die de andere normatieve strekkingen naar de achtergrond verwees.”6 “Telkens opnieuw steken onrealistisch spiritualisme en moralisme de kop op. [ethisch beleggen e.d.m.] Dit suste de gemoederen wel, maar is impotent.”7 Met de cultuur “ontstonden regelsystemen [solidariteit] die zich verwijderden van de biologische mechanismen ['survival of the fittest'...], waaruit ze voortkwamen.”8 Na de middeleeuwen wilde het Westen de wereld domineren en humaniseren; na W.O.I werden pacifisme en een klasseloze samenleving gepropageerd. Maar sinds de jaren zeventig toonde het kapitalisme zijn ware gelaat van de wilde hebzucht. “De erfenis van eeuwen werd verloochend.”9 “Het neoliberalisme is geen kopie van de biologische orde, maar sluit er in meerdere opzichten bij aan. Voor de verdedigers van de humane moderniteit is het een terugkeer naar een infra-ethisch niveau.”10 “De kinderen van de Derde Wereld onder wie er steeds meer in legers moeten vechten, roepen ons toe: 'De biologische orde, waarin onze voorouders zich moesten weren, was minder hard dan de economische orde, die het Noorden ons nu oplegt. Vroeger hadden we, dankzij tradities, een verweer, nu worden we weggemaaid.' In Angola zijn er mensen die van muizen en sprinkhanen leven.”11

    Maar veel sectoren zijn met de winstlogica niet gediend. “Mensen vormen mag geen zaak van commercie zijn.”12 Toch is dat het geval: cliëntelisme in scholen, de opsplitsing in elitescholen en 'gewone'. Het conservatorium van Antwerpen (een agglomeratie met een half miljoen inwoners) telt amper driehonderd leerlingen. “Het ideaal van de volksopvoeding uit de negentiende eeuw werd opgegeven, het interesseert slechts oubollige idealisten, die zich niet willen aanpassen. Nieuwe tijden, nieuwe principes. De beste rekruten gaan door en worden gelauwerd, de massa wordt aan de VTM overgeleverd.”13

    Andermaal profetisch: “De geneeskunde (…) hoort niet thuis in de profitsector. Zou zij nog een toekomst hebben als - ik noem maar wat - een op winst gerichte wereldhandel in menselijke organen op gang komt?”14 Hetzelfde geldt voor de wetenschap.

    Ook de cultuur moet het ontgelden. “Economische managers werden culturele dictators. Murdoch, Turner en Berlusconi poogden de wereld van de berichtgeving te beheersen. Bill Gates droomt van een monopolie inzake de reproductierechten van 's werelds grootste musea.”15 “[Kunstenaars] moeten (…) de markt veroveren (…), reclame maken voor zichzelf. Het enige dat rendeert, is mensen overhalen te consumeren.”16 Simpele kost presenteren, aandacht trekken, het niveau aanpassen. “Met kapitaal kun je bewustzijnsoorlogen winnen.”17 “De toekomst ziet er voor de klassieke muziek somber uit.”18 Kunst wordt afhankelijk van sponsors (voor hun imago doen ze alsof ze cultuur- en milieubewust zijn) en derhalve gecommercialiseerd. Winstbejag maakt alles kapot. Kunst moet laveren tussen elitarisme en populisme.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 30 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 440.

    3Ib., p. 448.

    4Ib., p. 458.

    5Ib., p. 460.

    6Ib., p. 460.

    7Ib., pp. 460-461.

    8Ib., p. 461.

    9Ib., p. 462.

    10Ib., p. 462.

    11Ib., p. 462.

    12Ib., p. 462.

    13Ib., pp. 462-463.

    14Ib., p. 463.

    15Ib., p. 463.

    16Ib., p. 464.

    17Ib., p. 464.

    18Ib., p. 464.


    29-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boris Vian: "Le déserteur"

    Boris Vian: "Le déserteur"

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 16: Ideologie en ethiek

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 16: Ideologie en ethiek

    Na de Franse Revolutie tekenen zich in het Westen vier ideologieën af: liberalisme, sociaal-democratie, fascisme en communisme. Het liberaal politiek stelsel scheidt kerk en staat, erkent de scheiding der machten, de gelijkheid van alle burgers voor de wet en privaat eigendom; de familie is de sociale basiscel. De sociaal democratie behoudt de liberale fundamenten, gedoogt het kapitalisme maar wil een staatsmacht die de vrije markt corrigeert en de rijkdom herverdeelt; zij houdt politiek en economie gescheiden en is pluralistisch; economisch erkent zij werkgevers, werknemers en staat. “Het fascisme is een politieke reactie [een verzet van de middenklasse] in een moderne, industriële samenleving die met serieuze moeilijkheden te kampen heeft”2 - in Duitsland en Italië de economische crisis waar, uit schrik voor het communisme, met de steun van het grootkapitaal, het fascisme allen wist te verenigen in een extreemrechtse politiek, een 'nieuwe orde'.3 De vrije vakbonden verdwijnen en de overheid (één partij) regeert over de economie en zet grootse plannen op, geen scheiding der machten meer, geen democratie en de eis van absolute trouw aan de leider, de 'redder'. Met een massabewustzijnsindustrie worden alle geesten beheerst: eenheid wordt bekomen met nationalisme en racisme, vreemdelingen worden verdrukt. Het communisme tenslotte (één partij, die van het proletariaat) hanteert staatseconomie en dirigisme door partijleiders. Exit de scheiding der machten, het pluralisme, de vakbonden, de rechtsstaat en de mensenrechten. “Rusland ging de autoritaire toer op omdat het regiem extern en intern bedreigd werd en de sprong naar de industrialisering een grote sociale cohesie vereiste.”4 Links kritiseert het Leninisme dat economie en cultuur aan het eenpartijstelsel van de politiek, een politiestaat, onderwerpt. Positief waren wel de overwinning op nazisme en maffia en de sociale voorzieningen, coöperatie in plaats van concurrentie.5

    Na de heropbouw na W.O.II was er in de jaren zestig een pacifistische beweging maar vanaf de jaren zeventig komt rechts met neoliberale, neoconservatieve en fascistische tendensen.6 “Als machthebbers van de wereld zijn de neoliberalen zelfverzekerd en voortvarend. Zij hanteren een stelsel van principes en normen waarin het recht van de sterkste wordt gelegitimeerd. De grote afgoden zijn de vrije markt en de privatisering.”7 Democratie en vakbonden zijn schijnvertoningen, er is geen medelijden met de zwakkeren. Prestatie, succes en genot staan voorop. Er is meer permissiviteit maar tegelijk consumptiedwang. Goed is wat rendeert.

    De traditionele ethiek (van christen- en sociaaldemocraten en groenen) situeert zich in het centrum. “De traditionelen denken dat ze progressief zijn omdat ze het neoconservatisme verwerpen. In feite laten ze zich conditioneren door de neoliberalen (…). Het zijn meelopers, arrangeurs (…).”8 Zij wenden een macht voor die zij niet hebben. Zij brengen lippendienst aan milieubehoud maar laten de economische belangen van het neoliberalisme primeren.

    De neoconservatieve moraal kwam er in de jaren tachtig als verzet tegen de moderniteit en is behoudsgezind, vaak religieus en fundamentalistisch met een traditioneel wereldbeeld wars van alle wetenschappelijkheid, een heimwee naar een stabiele eenvoudige wereld. Kapitalistisch, nogal ondemocratisch, nationalistisch, Vlaams Blok en fort Europa, veiligheid boven alles. “[Neoconservatieven] ethiseren wat niet te ethiseren is en bouwen op dat fundament een onredelijke argumentatie.”9 Kruithof geeft het voorbeeld van de existentiewijze van homo's en lesbiennes, die niet resulteert uit een vrije keuze. Het microsociale moet gebaseerd zijn op het gezin, andere samenlevingsvormen zijn inferieur. Maar het neoconservatieve ideaal is achterhaald ofschoon zij de uitwassen van het neoliberalisme (“de schadelijke effecten van de wilde markt zonder humane waarden”10) terecht veroordelen.

    De fascistische ethiek (waarvan een opmars sinds de jaren tachtig) heeft te maken met nationalisme en migratieproblematiek maar volgt ook uit het neoliberale beleid en de postmoderne relativeringsdrang. De parlementaire democratie wordt vooralsnog geduld “omdat het niet anders kan.”11 Nationalisme, bloed en bodem, territorialiteit, eigen volk eerst en racisme.

    De emancipatorische moraal komt met een nieuwe sociale beweging verwijzend naar de Verlichting. Pluralisme en overleg komen in de plaats van paternalisme en autoritarisme; de natuur moet gespaard worden tegen de gevolgen van ongeremd winstbejag. Meer solidariteit en respect voor mensenrechten en nadruk op verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor machthebbers in plaats van de beschuldiging van de slachtoffers: “Een bekend voorbeeld is het verwijt dat werklozen profiteurs zijn die niet willen werken. Dat is een schandelijke omkering van de reële maatschappelijke machtsverhoudingen en waarden, die we met klem bestrijden.”12 Het is niet zo dat wie het haalt, gelijk heeft omdat gelijk hebben en het krijgen andere zaken zijn. Jaap Kruithof: “Ik dacht telkens aan de verzetslieden die het eerste jaar van de tweede wereldoorlog al acties ondernamen om het nazisme te bestrijden. In die tijd werd in Europa algemeen gedacht dat de Duitsers de overwinnaars waren en er tegen hun overwicht niets te ondernemen viel. Blijkbaar had die redenering geen invloed op het gedrag van een aantal weerstanders. Velen onder hen waren immuun voor de logica van het halen, en het niet halen. Het was voldoende dat de bezetter ongelijk had om het verzet te organiseren. We gaan door, ook al halen we het niet.

    We mogen de onverzettelijkheid van dat morele standpunt best overnemen. Het neoliberalisme is een nefast systeem en zelfs als overwinningen niet voor morgen zijn moeten we ons inzetten in een radicale strijd, zoals de kameraden van 1940.”13 Soms is verantwoorde dwang nodig, bijvoorbeeld inzake verkeersveiligheid.

    Het antropocentrisme is een gevolg van het christendom - de menswording van God die meteen de mens vergoddelijkt - en is vooral sinds de Renaissance en dan de Verlichting dominant in het Westen: de mens is de maat van alle dingen, de mens is de nieuwe God. Wetenschap en techniek ontwikkelen zich in een vooruitgangsgeloof, er is de industrialisering en het kapitalisme. De mens berust op zichzelf met de Rede; God en de natuur worden opgegeven. Maar de Rede vindt geen fundamenten voor een ultieme waarheid en zingeving. “Nooit was de verwarring rond het redelijke in het Westen zo groot als in de jaren negentig.”14 Er is relativisme en irrationalisme, cynisme en nihilisme, het antropocentrisme faalt.

    Het heeft allemaal te maken met toenemend subjectivisme, verlies van het contact met het object: de mens manipuleert alles. “We zijn geëvolueerd naar een eenzijdige, willekeurige manipulatie door de mens van al wat object is, behalve - en dat helaas slechts in beperkte mate - van het object dat de medemens voor elk menselijk subject is.”15 “Het subjectivisme streeft naar een wereld met objecten die geen echte objecten zijn, omdat ze door het subject zo gemanipuleerd zijn dat ze geen onafhankelijke weerstand kunnen bieden en dat wordt in de moderne westerse samenleving als legitiem aanvaard.”16 Als toelichting beschouwt Kruithof de theorieën over waarheid, schoonheid en goedheid.

    Voor het bepalen van waarheid bestaat naast het correspondentiecriterium en het coherentiecriterium ook het pragmatisch criterium: “waar is wat ik waar maak. (…) Als ik door een ingreep de werkelijkheid kan veranderen, kan ik onwaarheid omzetten in waarheid. De mens kan zelf waarheid creëren.”17

    Met het postmodernisme valt niet te lachen. Als de waarheid een subjectieve machtsbasis krijgt, zijn radicaal relativisme en redeloze willekeur - laten we er eerlijk aan toevoegen: en fascisme - niet te vermijden. (…) Wie het object negeert (…) is stuurloos. Hoogmoed verblindt.”18

    De kwaliteit van ons cognitieve vermogen kan slechts gehandhaafd worden als we samen beschikken over maatstaven inzake waarheid en onwaarheid. Vroeger leek de wetenschap ons dat houvast te beiden, nu wordt de geldigheid van de kennis meer en meer bepaald door allerlei invloeden op de markt. Onze kennis (…) is een commercieel product geworden. Zelfs de meest onverantwoorde zienswijzen vinden gretige afnemers.”19

    Ook wat betreft de ethiek wordt het goede nu ook door de mens bepaald, door het ik, en dat mondt uiteraard uit in het recht van de sterkste. “Zonder impact van het object is willekeur niet te vermijden.”20 Het nieuwsoortige antiautoritarisme van de jaren tachtig is niet langer emancipatorisch, het is ontaard in een oeverloos relativisme.

    De schoonheid tenslotte ontaardde analoog. “Kunst werd wat x als kunst bepaalt.”21 En dat is uiteindelijk de markt, het kapitaal, de macht. Zo verdwijnt elke zin. “We evolueren (…) naar een wereld waarin we alleen nog onszelf ontmoeten. (…) We zijn goden zonder onderdanen.”22 Alleen cynisme en nihilisme schieten over. Er is demoralisering, onmacht. Alleen het engagement kan ons daarvan verlossen. Nog meer nefast is het nihilisme, het vernietigen om te vernietigen, “de tegen zichzelf gerichte radicale agressie (…), een gevolg van frustratie.”23

    Kruithof sluit het hoofdstuk af met een bedenking over religiositeit. De religieuze ervaring betreft een ons overstijgende realiteit (iets buiten onszelf) die boeit (fascinans) en beangstigt (tremendum). Dat contrasteert fel met het subjectivisme en het antropocentrisme die zich voor de religiositeit afsluiten. “Het christendom heeft de weg geopend naar het antropocentrisme, tegelijkertijd de gelovige in de waan latend dat die mensgerichtheid kan samenvallen met het behoud van een echte religiositeit. Die gedachte is onhoudbaar omdat daarin de religiositeit, naar mijn gevoel, diep verminkt wordt. Daarom pleit ik voor een nieuwe religiositeit zonder goden en zonder een God-mens. Veel westerlingen hebben de christelijke kerken verlaten. Sommigen denken dat het consequent is om het religieuze ook vaarwel te zeggen. Dat lijkt me geen goede stap.”24

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 29 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 402.

    3Ib., p. 403.

    4Ib., p. 406.

    5Ib., pp. 406-407. Kruithof plaats alle modellen in schema (pp. 407-409).

    6Ib., pp. 410-411.

    7Ib., p. 411.

    8Ib., p. 413.

    9Ib., p. 418.

    10Ib., p. 419.

    11Ib., p. 419.

    12Ib., p. 425.

    13Ib., pp. 425-426.

    14Ib., p. 429.

    15Ib., p. 429.

    16Ib., pp. 429-430.

    17Ib., p. 430.

    18Ib., p. 431.

    19Ib., pp. 431-432.

    20Ib., p. 433.

    21Ib., p. 434.

    22Ib., p. 434.

    23Ib., p. 435.

    24Ib., pp. 437-438.


    28-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithof, citaat

     

     

    Ik dacht telkens aan de verzetslieden die het eerste jaar van de tweede wereldoorlog al acties ondernamen om het nazisme te bestrijden. In die tijd werd in Europa algemeen gedacht dat de Duitsers de overwinnaars waren en er tegen hun overwicht niets te ondernemen viel. Blijkbaar had die redenering geen invloed op het gedrag van een aantal weerstanders. Velen onder hen waren immuun voor de logica van het halen, en het niet halen. Het was voldoende dat de bezetter ongelijk had om het verzet te organiseren. We gaan door, ook al halen we het niet.

    We mogen de onverzettelijkheid van dat morele standpunt best overnemen. Het neoliberalisme is een nefast systeem en zelfs als overwinningen niet voor morgen zijn moeten we ons inzetten in een radicale strijd, zoals de kameraden van 1940.”

    Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000, pp. 425-426.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithof

    Jaap Kruithof



    27-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithof: Het neoliberalisme

    Jaap Kruithof: Het neoliberalisme



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 15: Televisie

    De verbale cultuur van weleer (met een spreker en een luisteraar, via klanken) werd vervangen door de beeldcultuur (met een schrijver en een lezer, via beelden) omwille van de voordelen van bewaring en verspreiding, die nu echter wegvallen door de ontwikkeling van opname- en distributiemogelijkheden. Daarnaast is er ook nog de beeldentaal en de klankenwereld (muziek). “Woorden, beelden en klanken beïnvloeden mensen in drie opzichten: cognitief [betekenissen], emotief [gevoelens] en actief [het aanzetten tot daden].”2

    De televisie heeft drie functies: informeren, opvoeden en entertainen. Televisie beperkt de info en selecteert ze: het uitzonderlijke en het negatieve krijgen meer aandacht, het nieuws is oppervlakkig (“Iedereen praat over alles zonder veel voorbereiding”3), interviews worden tot een dertigste van de duur ingekrompen en derhalve vervalst (Kruithof als ervaringsdeskundige4), er is partijdige berichtgeving. “De repressieve tolerantie werkt gesmeerd: iedereen mag zijn mening kwijt maar het moet duidelijk blijven dat opponenten een klein groepje vormen.”5 Berichtgeving over de Koerden en Kongo is er niet of eenzijdig, de eenzijdige visie van Hof, Leger en Kerk wordt gepropageerd, PvdA krijgt op geen enkele Vlaamse zender spreekrecht. “Het establishment spaart vooral zichzelf.”6 “Een belangrijk discussiepunt (…) is de verhouding tussen feit en commentaar.”7 De liberale ideologie weert commentaren als onwetenschappelijk maar “zowel bericht als commentaar zijn waardegeladen. Het journaal is niet objectief maar bevat een waardegeladen keuze van feiten (…).”8 Meer zenders zijn nodig: “Slechts via een pluralistische informatie kan de objectiviteit worden verbeterd.”9

    Wat betreft de educatieve functie van televisie. “Onze televisie werkt in veel educatieve uitzendingen ideologisch, maar doet alsof ze neutraal is.”10 Tegelijk met het 'semper excelsior' prediken pedagogen onderwerping, volgzaamheid, gehoorzaamheid, conformisme. “Scherp uitgedrukt gaat het over afstomping, infantilisering.”11 “Mensen met een onafhankelijk oordeel worden zelden tot de studio toegelaten.”12 “Als kinderen dagelijks uren voor het scherm zitten verliezen ouders en onderwijsmensen hun moreel overwicht.”13 En de entertainmentfunctie van televisie weegt veel te sterk door. Onze zogenaamde behoefte aan ontspanning (spelletjes, onbenulligheid) accordeert niet met de slavernij waar de andere helft van de mensheid aan onderworpen is. Met de overwaardering van het encyclopedisme scheppen producers een illusie van educatie. “Ze beseffen niet dat de rush naar feitenkennis het inzichtelijk denken aftakelt.”14 De exuberante prijzen voor winnaars van spelletjes voelen corrupt aan. Entertainment schept een gevaarlijke attitude: “Het leven is een spel, niets moet au sérieux genomen worden.”15 Het televisie-entertainment heeft de opium-functie van de godsdienst overgenomen, “een egocentrische tijdpassering.”16 De zogenaamde ontspanning verdooft door kijkers in een schijnwereld op te sluiten en “de meest gewaardeerde idolen zijn vaak de grootste leeghoofden.”17 De media, de 'vierde macht' hebben een waakhondfunctie maar zij manipuleren. “Een aantal fundamentele vooroordelen wordt in de media niet op de helling gezet.”18 “Onze televisie is in handen van mensen die zichzelf deskundig achten en de buitenstaanders als kijkvee behandelen.”19 Kijkers moeten kunnen participeren aan het televisiegebeuren en daartoe ook de middelen en de macht krijgen.20

    Jaap Kruithof: “Het is voor een enkeling zeer moeilijk om zelfstandig over de wereld na te denken. De bronnen die zijn bewustzijn voeden bieden zo'n geprefabriceerde waar aan dat weinigen in staat zijn erachter te komen hoe de werkelijkheid echt in elkaar zit. Mediagiganten als Rupert Murdoch en Ted Turner rukken op. Met een netwerk van televisiestations, satellietverbindingen, radiozenders en persorganen willen zij de denkwereld beheersen. Zij formeren met privé-kapitaal imperia, die de hele planeet van bewustzijnsinhouden voorzien.”21 De kloof tussen de wetenden en de onwetenden wordt groter.22 Er is een veramerikanisering van de wereld. “Wie geen Engels begrijpt, is een analfabeet.”23 Europa, Zuid-Amerika, Afrika. “Ook aan de andere kant van de gewezen Berlijnse muur klinkt het gejank van Angelsaksische popsterren. De bedreiging van de panamerikanisering is mondiaal.”24 Amerikanisering, gevolg van verrechtsing, is commercialisering, neoliberalisme, alle voorrang aan de winst ten koste van inhoud, waarheid en schoonheid. De zo al uitgebuite kijker bootst het allemaal na, versterkt het aldus nog. Het politiek bewustzijn wordt gekraakt. “Marcuse's eendimensionaliteit als werkelijkheid.”25 Kruithof spreekt over de kwalijke neoliberalisering van de planeet: “Het meest benauwende vind ik dat nog maar weinigen in staat zijn dit in te zien, laat staan de moed hebben zich ertegen te verzetten.”26

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 27 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 377.

    3Ib., p. 382.

    4Ib., p. 381.

    5Ib., p. 381.

    6Ib., p. 381.

    7Ib., p. 381.

    8Ib., p. 382.

    9Ib., p. 382.

    10Ib., p. 382.

    11Ib., p. 383.

    12Ib., p. 383.

    13Ib., p. 383.

    14Ib., p. 385.

    15Ib., p. 386.

    16Ib., p. 386.

    17Ib., p. 386.

    18Ib., p. 387.

    19Ib., p. 388.

    20Ib., p. 389.

    21Ib., p. 389.

    22Ib., p. 390.

    23Ib., p. 390.

    24Ib., p. 390.

    25Ib., p. 396.

    26Ib., p. 397;


    26-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 14: Entertainment

    Entertainment staat tegenover arbeid en is lust. “Het doel is de vereniging van arbeid met lust. (…) De andere optie, namelijk een fictieve, luxueuze genotwereld boven en buiten het dagelijkse leven construeren, biedt geen uitkomst.”2 “Het verheerlijken van het amusement betekent de consumptie boven de productie plaatsen of ze zelfs los en onafhankelijk daarvan willen ontwikkelen, wat tot fundamentele wanverhoudingen in de menselijke existentie leidt.”3

    Kruithof onderscheidt drie fasen in de geschiedenis van het vermaak. In de middeleeuwen (feodaliteit) vermaken de edelen en de hogere clerus zich met jachtpartijen, dans, muziek en de gewone man houdt kermissen en spelen; met de opkomst van de bourgeoisie schept die stand een eigen vermaakcultuur en ook het proletariaat heeft zijn amusement; Sinds 1950 tenslotte verdwijnt de vermaakscultuur van adel en clerus alsook die van het volk. “Alles wordt in één massacultuur geïntegreerd.”4 Heden explodeert het vermaak: de wereld moet een pretpark worden. “De zaligheid is een combinatie van klanken, beelden en woorden, van bewegingen (dans), drank, drugs en seks.”5 Het vermaak overspoelt alles. “Alles moet worden gevierd.”6 Egotripperij, een vlucht uit de werkelijkheid, de opmars van de spotcultuur, parasitisme. De neoliberale rijken houden feestjes met een prijskaartje van een miljard dollar.

    Amusement voor alles is te wijten aan het economische surplus, de marktuitbreiding, de vakantiecultuur en de specifieke entertainmentindustrie. Het succes daarvan volgt uit het frustrerende van de arbeid: de zin ervan wordt niet in vraag gesteld, alles draait om het loon. De impact daarvan op de moraal is niet gering. “Het Westen heeft het verbod op plezier vervangen door de plicht om te genieten. (…) Dit gouden kalf maakt ons onverzadigbaar. (...) Er is zowaar zelfs een nieuwe beroepscultuur ontstaan: wat tot je eigen opdracht behoort, probeer je zoveel mogelijk door te geven aan ondergeschikten, kennissen en vrienden.”7

    De kapitalistische markt maakt dat ook amusement concurrentieel wordt: ook m.b.t. amusement is het doel: winnen. Onmacht voedt de hang naar kortstondig genot. Brood en spelen. “De herauten van de neoliberale wereldorde geloven in uitbuiting via entertainment.”8 Maar entertainment met maatschappijkritiek wordt door de neoliberalen gefnuikt.

    Vermaak is verspilling en vervuiling en vernielt de natuur maar het werkt ook de misdaad in de hand want het gaat om verbruik zonder productie: wie wil genieten zonder te werken, kan het kapitaal daartoe alleen via misdaad bemachtigen.

    Amusement is niet creatief, het wordt geprepareerd en passief ondergaan. “De neoliberale massastructuren domineren.”9 Het niveau zakt naar dat van de consument, de massamens. De happy few hebben een aparte wereld. “Wie kiest voor de vrije markt zonder restricties, knielt voor het kapitaal. Met geld kun je mensen overtuigen, kun je bewustzijnsoorlogen winnen. Die logica wordt ook in de wereld van de ontspanning toegepast.”10 Vermaak als louter verkoopsproduct. “Er is een wezenlijk verschil tussen cultuur maken en succes najagen.”11 “Geen enkele artiest van enig niveau volgt de smaak van zijn publiek. Dat is verraad aan de roeping (…). In de wetenschap gelden analoge normen. Serieuze onderzoekers leggen zich niet neer bij de bestaande waarheid, maar doorbreken en verleggen verworven inzichten.”12

    Lust is levensnoodzakelijk en antilustfilosofieën zijn daarom uit den boze maar genot is niet de motor van de menselijke ontwikkeling, de band tussen lust en werk mag niet worden doorgesneden (consumptie zonder arbeid) want zonder zinvol werk verliest men zijn menselijkheid en rest slechts misdaad, een vrucht van de neoliberale ingesteldheid.

    Het toerisme is nu wereldwijd de tweede grootste economie, de jongste decennia is er massatoerisme dat zich uitbreidt, de mogelijkheden nemen toe, reizen gebeurt meestal in passiviteit via touroperators. Elders is het gras groener, we willen iets nieuws, we willen te gast zijn, we willen zon, warmte, we trekken van noord naar zuid. “Er zijn in de wereld van vandaag twee grote migratiestromen. De eerste wordt veroorzaakt door de geslagenen, de stumperds. Zij vluchten voor burgeroorlogen en trekken van gebieden (…) met werkloosheid en hongersnood naar streken met betere levenskansen. (…) Zij weten niet wat vrije tijd en toerisme is, hebben er geen geld voor. (…) Ze zoeken slechts een uitkomst voor hun ellende. Daartegenover staan de tijdelijke, vrolijke volksverhuizingen. (…). In het vakantieland zijn de prijzen van de goederen en diensten vaak lager dan in het thuisland wat aardig van pas komt. Toeristen zijn parasieten (…) [en] worden meestal afgesloten van de lokale gemeenschappen. (…) Je kunt je best doen om vriendelijk te zijn (…) maar de ander weet dat je rijk bent, tot een andere wereld behoort. Cuba moet zich prostitueren in een grootschalig toerisme om de nodige deviezen te verzamelen. (…) Het moderne toerisme is in grote mate een vorm van bedrog.”13

    Ook de sport wordt steeds meer gecommercialiseerd en geprofessionaliseerd, profs worden verkocht. “Met het wereldvoetbal is jaarlijks zo'n 225 miljard dollar gemoeid. (…) Uitzendrechten, kijkcijfers en reclameprijzen (…).”14 Het spelkarakter verdwijnt, de natuur en de dieren zijn slachtoffer maar in de topsport ook de mensen.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 26 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 350.

    3Ib., p. 350.

    4Ib., p. 351.

    5Ib., p. 351.

    6Ib., p. 351.

    7Ib., p. 355.

    8Ib., p. 356.

    9Ib., p. 358.

    10Ib., p. 359.

    11Ib., p. 360.

    12Ib., p. 360.

    13Ib., pp. 365-367.

    14Ib., pp. 370-371.


    25-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 13: Individualisme

    Kruithof situeert individualisering of de ontwikkeling van de ideologie van het individualisme waardoor persoonlijke kenmerken de nadruk krijgen tegenover “massalisering” die mensen ertoe aanzet in alles de kudde te volgen. “De ideale, maar valse synthese is in onze samenleving die mensen te massaliseren en hen tegelijkertijd de illusie te geven dat ze echt persoonlijk zijn. Dat lukt.”2

    Het individualiseringsproces ontwikkelt zich krachtig in het westen van de jongste eeuwen: de n.v. komt in de plaats van het familiebedrijf. De vrije tijd wordt ingevuld met vakantie, weekendfeesten en er is privacy voor wie geld hebben. De solidariteit met iedereen maakt plaats voor zelfstandigheid en steun aan exclusief de eigen stand.

    Maar er bestaat ook een andersoortig individualisme van wie op zichzelf aangewezen zijn als gevolg van allerlei vormen van sociale uitsluiting: “mensen die geen waardig leven krijgen en daarom als enkeling zichzelf moeten redden. (…) Hun levensregel is: wees individualist, zorg voor jezelf en je naastbestaanden, anders verga je.”3

    In de economie dwingt Bill Gates bewondering af, in de politiek de fascinerende leider: hun privéleven is nieuws. “Er is een gigantische [media]industrie die superindividuen, stars kweekt”4 en wiens commentaar op alles en nog wat ernstig genomen wordt. Empathie met individuen lukt, echter niet met grote groepen van verschoppelingen. Concurrentie, persoonlijke roem en succes vervangen samenwerking. Individualisme is er ook in de kunst waar films en soaps draaien om (Hollywood)stars, er zijn oorlogen om solistencarrières en sporthelden streven ernaar multimiljonair te worden.

    Het individualiseringsproces volgt economische dynamieken: industrialisering bracht verhoogde productiviteit en massalisering, de arbeidsdeling nam toe, de tertiaire en de quartaire sector bloeiden, er kwam meer ruimte voor persoonlijke inbreng en verantwoordelijkheid, wat goed was voor de expansie van het kapitalisme. Meer productie, meer koopkracht, een hogere levensstandaard. De creatie door christendemocraten en socialisten van de verzorgingsstaat. “Iedereen moest verzorgd worden, niemand mocht participeren. Het leek er wel op dat de burger niet meer mocht leven, maar zich moest laten leven.”5

    Maar het Mattheuseffect bleef bestaan. Vanaf de jaren tachtig begon het neoliberalisme de grote verzekeringssystemen af te breken wegens 'te duur': geen gelijkheid meer en dus blijft de klassenmaatschappij bestaan.

    Door de individualisering horen steeds meer mensen nergens bij. De lokale cultuur als bindmiddel is verdwenen. De dorpsfiguren moeten wijken voor de vedetten. De mensen worden pendelaars. En het aantal alleenstaanden neemt gestadig toe. “Vroeger was er maar pret als je met anderen bijeen kwam en samen iets deed. Nu zet je je televisietoestel aan en geniet solitair.”6

    Welk soort mens wordt in het westers individualiseringsproces gevormd? Het gaat over een calculerend heerschap dat persoonlijk gewin, genot en macht nastreeft. Hij is (…) selfish. (...) Homo homini lupus: ieder voor zich, één tegen allen. (…) De maatschappelijke onverschilligheid en het apolitisme nemen toe. (…) Mensen worden solipsisten die onder eenzaamheid gebukt gaan. (...) De verheerlijking van het egocentrisme leidt tot excessen.”7

    In het westen heeft het individualisme een lange geschiedenis achter de rug. De autonome burger was in de Griekse polis al belangrijk. Eeuwen later stelde het christendom een nieuwe god-menseenheid op de voorgrond. (…) De mens was Gods evenbeeld op aarde, verheven boven de andere levende wezens. (…) Ten diepste betekent die theorie dat God mens werd en één mens goddelijk is. Alle personen die hem volgen (…) worden daardoor zelf goddelijk. Een betere ondersteuning van de waarde van de menselijke enkeling kan niet worden gevonden.”8 Bij de joden ligt de klemtoon op het volk, waardoor hun relatie met het christendom nu nog bepaald wordt. Ook het protestantisme, los van de kerk, bracht meer individualisering. Met de moderniteit fundeert het ik de nieuwe redelijkheid in dienst van de vooruitgang. In de negentiende eeuw ontstonden sociale bewegingen (onder meer de arbeidersbeweging) maar na de golden sixties keerde het individualisme terug met het postmodernisme. Het fundamentalisme bood enige weerstand.

    De binding tussen individualisme en westerse welvaart is een realiteit.”9 Eigen belang eerst, het ik als bron van kracht en creativiteit. “Succes is belangrijker dan goede verstandhouding met anderen.”10 Persoonlijke macht en genot zijn van tel, de massa wordt als 'de gewone man' geminacht. Het egoïsme neemt toe via de identificatie met de grotere ego's van de eigen stand en natie maar decentreert aldus tegelijk richting internationale gemeenschap. In het liberalisme wordt dat altruïsme verkeerdelijk herleid tot (uitgebreid) egoïsme. Neoliberalisme (de enkeling staat boven de groep) en socialisme (de enkeling maakt deel uit van de groep) staan tegenover elkaar.

    Individualisering maakt zelfstandiger maar tegelijk afhankelijker van anderen. “Het neoliberalisme heeft de ontwikkeling van twee menstypen bevorderd. Enerzijds (…) de beschaving van het narcisme, de ziekelijke eigenliefde. (…) De mensenrechten worden vernauwd tot rechten van individuen, groepsrechten worden verwaarloosd of genegeerd. (…) Een ander soort mens (…) is de vrucht van commercialisering en massalisering, van het afstompingsproces dat om zich heen grijpt. De gehoorzame volgeling, het kuddedier in slechte zin.”11

    Na de Industriële Revolutie kwam er een scheiding tussen de economie en het gezinsleven. “Er ontstond een ideologie die het reële verband tussen de samenleving en het privé-leven versluierde en de moderne enkeling staafde in de waan dat hij vrij en autonoom was.”12 “Het loonstelsel werd geschraagd door niet-gemonetariseerde arbeid van moeders en huisvrouwen. Het werk van de vrouw thuis was gratis. Zonder die vorm van marktuitsluiting zou het industriële kapitalisme zich nooit hebben kunnen doorzetten.”13 Het gezin werd een broedplaats van individualisme en genotzucht en ook een belangrijke consumptieplek.

    De klassieke levensritmen verdwijnen. De differentiëring van microleefvormen is toe te juichen in een pluralistische samenleving. Probleem zijn wel de alleenstaanden en het eenoudermodel.

    Leuk als sluitstuk van het hoofdstuk over individualisme is Kruithofs bespreking van de (vijf) gezinstypen: het gezin met een seksistische opdeling ((macho-)mannen tegen vrouwen), dat met de generatietegenstelling (ouders versus kinderen), het freudiaanse gezinstype (vader en dochter tegenover moeder en zoon) dat goed draait, de alliantie van allen tegen één (meestal de huisvader... die nooit thuis is) en het gezin van de hyperindividualisten waarin iedereen zijn eigen gang gaat.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 25 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., pp. 325-326.

    3Ib., p. 327.

    4Ib., pp. 327-328.

    5Ib., p. 330.

    6Ib., p. 332.

    7Ib., p. 333.

    8Ib., pp. 333-334.

    9Ib., p. 335.

    10Ib., p. 336.

    11Ib., pp. 338-339.

    12Ib., p. 341.

    13Ib., p. 341.


    24-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 12: Veiligheid

    De bevrediging van de basisbehoeften vergt geborgenheid, bescherming door anderen. (…) Met de term veiligheid wordt een toestand aangeduid waarin de bevrediging van alle basisbehoeften is verzekerd. (…) Een sterke deficiëntie op één wezenlijk deelterrein kan de globale veiligheid teniet doen.”2 In tegenstelling tot statische samenlevingen (derde wereldlanden) zijn dynamische maatschappijen zeer veranderlijk waardoor steeds nieuwe gevaren opduiken en de toekomst onveilig is. Het model van Smelzer onderscheidt vier bedreigingsniveaus (namelijk inzake sociale faciliteiten, normen, doeleinden en waarden) waarbij onder meer geldt: “Instabiliteit van de basiswaarden [gelijkheid, vrijheid, rechtvaardigheid...] leidt tot een zeer diepgaande onveiligheid en vinden we onder andere terug in burgeroorlogen en revoluties.”3

    Een kind dat opgroeit in een veilige thuis heeft een stabiele uitvalsbasis en staat derhalve vertrouwensvol in het leven, in tegenstelling tot een kind uit een onveilig gezin dat zich afsluit van de wereld, conservatief is en bekrompen. Maar de 'thuis' is niet langer vanzelfsprekend, met niet te overziene gevolgen zoals angst, wantrouwen, agressie en vluchtreacties. De risicomaatschappij tast het gezag van de overheid aan, het gevaar van burgerwachten en dat van videocamera's loert, verzekeringen zijn alleen voor de rijken, iedereen wordt verdacht, privacy verdwijnt, veiligheid wordt betaald met vrijheid.

    Onveiligheid kan lichamelijk en geestelijk zijn, steeds gepaard gaande met stress en betreft het ecologische (zoals natuurrampen), de gezondheid (vervuiling, verkeer, drugs...), de economie (onzekerheid, fraude...), de politiek, het socioculturele en het ideologische.

    Betreft de economie organiseert misdaad zich internationaal. “Door zijn ligging en gedoogbeleid is België het meest getroffen land.”4 Tot de misdaadhandel behoren drugs, wapens, kernafval, zwendel in petroleum, auto's, diamant, hormonen, geld en mensen. Bijvoorbeeld inzake politiek telt Latijns-Amerika jaarlijks 100.000 politieke moorden. De productie van massavernietigingswapens in onder meer Pakistan en India is ongecontroleerd, er is georganiseerd terrorisme maar er is ook het legale geweld van de gevestigde macht. “Terrorisme is een vorm van verzet. (…) De verzetsstrijders van de Tweede Wereldoorlog, die terroristen waren, worden elk jaar terecht gehuldigd.”5 Een lange rij Belgische politici komen wegens fraude en corruptie in aanraking met het gerecht dat echter onmachtig blijkt. Zoals in Rusland blijkt de overheid ook hier gecriminaliseerd. Daardoor nemen autoritarisme, fascisering en verrechtsing toe.6

    Onveilig in de middeleeuwen, werden de steden pas veilig vanaf de jaren zestig van de voorgaande eeuw maar opnieuw onveilig sinds de jaren tachtig: meer mensen mijden zekere stadswijken wegens diefstallen en overvallen maar er is ook verkeersonveiligheid mede door oververzadiging van het wegennet (koning auto). Gebroken gezinnen tasten de veiligheid van kinderen aan, er is gewelddadige kinderporno. “Kinderen kunnen voor vijftig dollar per postbus worden besteld.”7 Door vergrijzing zijn ook meer ouderen naast eenzaam en ziek, onveilig. Het onveiligheidsgevoel neemt toe samen met het wantrouwen in de (overheids)instellingen - meer nog bij jongeren dan bij ouderen.

    Ideologische onveiligheid heeft dan weer te maken met de geloofsafval en de opkomst van het neoliberalisme. Er is ook weer irrationalisme (charismatische bewegingen) en religieus nihilisme (moeder Theresa's rechtvaardiging van de machteloosheid). Het verband tussen de neoliberale economie, de verpaupering en de toename van onveiligheid is duidelijk. “Als de winsthonger zich ongeremd kan uitbreiden zal op de lange duur alles worden gecorrumpeerd.”8

    Justitie faalt: in slechts vier percent van de gevallen verloopt de behandeling van een crimineel gegeven naar behoren.9 De internationaal georganiseerde misdaad heeft de overhand en een tegenkracht ontbreekt. Ook de scheiding der machten bestaat niet meer en zo ook de onafhankelijkheid van justitie: opleiding en benoemingen van operatoren zijn in handen van de uitvoerende macht. Ten tijde van Napoleon volgde de rechtspraak de wet, vervolgens kregen de rechters daar de macht en vandaag beslist de advocatuur over de waarheid maar omdat advocaten werken voor particulieren, maken de rijken, de megasystemen, de waarheid.10

    Justitie krijgt te weinig middelen om onafhankelijk te kunnen werken, wat reeds de infrastructuur, de gebouwen (gerechtshoven, gevangenissen...) verraden. Ook de salarissen van de ambtenaren zijn niet meer in verhouding tot die in de private sector. “Moet de criminaliteit bevorderd worden ter wille van de business?”11 Betreft het politiewerk is er controle en toezicht (en soms ook niet want “vijftig percent van de bevelen om het grondgebied te verlaten wegens betrokkenheid bij een misdrijf worden niet uitgevoerd”12), echter geen aanpak van onderliggende oorzaken van de misdaden.

    Op onveiligheid volgt repressief gewelddadig beleid met kortetermijndoelstellingen. Laksheid leidt tot seponeringen, verjaringen en 'procedurefouten'. Ook de valse papieren zijn een probleem: “In bepaalde bedrijfstakken zijn twee derden van de douanedocumenten vervalst.”13 Een versterking van het politieapparaat is nodig maar moet gepaard gaan met een versterking van de democratie.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 24 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., pp. 295-296.

    3Ib., p. 297.

    4Ib., p. 301.

    5Ib., p. 303.

    6Ib., p. 304.

    7Ib., p. 305.

    8Ib., p. 311.

    9Ib., pp. 311-312.

    10Ib., pp. 313-314.

    11Ib., p. 317.

    12Ib., p. 321.

    13Ib., p. 321.


    23-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Requiem for the American Dream with Noam Chomsky

    Requiem for the American Dream with Noam Chomsky

     


    22-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)

    Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme

    Jaap Kruithof staat een ogenblik stil bij de met de integratie gepaard gaande Europese samenlevingsmodellen assimilatie, gettovorming en cultureel pluralisme. Assimilatie is diepgaande adaptatie waarbij 'vreemden' “desnoods tot volgzaamheid worden gedwongen.”2 Kruithof, verontwaardigd: “Wij zijn de verdedigers van een superieure cultuur. Onze identiteit is op diepe tradities gevestigd en blijft onveranderlijk. Wij zijn het uitverkoren volk (jodendom) of wij alleen hebben het ware geloof (christendom). We hebben een zending, moeten vreemden bekeren tot onze visie (…). Wie onze waarheid niet aanvaardt is onderontwikkeld of kwaadwillig; wie ons gedrag niet overneemt is achterlijk, primitief. (…) Vreemde culturen zijn inferieur.”3 Daaruit volgt uiteraard discriminatie: “Het christelijke kruisteken is normaal, de sluier niet. (…) Het streven naar assimilatie impliceert dwang, repressie, uitroeiing van vreemde particularismen. Het verleden heeft bewezen dat het kan leiden tot deportatie van volkeren en zelfs tot genocide (het nazisme). Het lokt agressiviteit uit, gewelddadig verzet, fundamentalisme, het behoud van de eigen roots.”4 De historicus verwijst naar de vervolging van de Katharen in de dertiende eeuw, naar de godsdienstoorlogen en naar het missiewerk bij de kolonisering. Het geloof werd vervangen door de belijdenis van het neoliberalisme, de 'American way of life'. “Iedereen moet meedoen met het berekend individualisme, de ongeremde winstdrang en het oeverloos entertainment.”5 Het assimilatiemodel vergt bovendien heel veel macht en geld.

    Kan men de vreemden niet uitroeien of deporteren, dan kiest men voor het tweede (goedkopere) model, het apartheidssysteem: gettovorming of (zelf)opsluiting van bevolkingsgroepen in eigen wijken (joden, Italianen, Turken, Marokkanen, prostituees, homo's...), zichtbaar in de meeste grootsteden. Gesloten werelden met interne economische circuits met eigen spelregels zijn een overlevingsstrategie. De verwilderde neoliberale maatschappij is xenofoob en weert multiculturaliteit. Tegelijk zijn er ook weelderige rijkeluisbuurten met politiebewaking en eigen bewakingsdiensten, wat in de toekomst grote sociale spanningen zal meebrengen. Dit separatisme cultiveert vijandschappen. We kennen het van in Zuid-Afrika, bij ons is verzuiling een vorm ervan.

    Het alternatief is de derde samenlevingsvorm: pluralisme (democratisch etnisch en cultureel). “Zo [bijvoorbeeld] moet in Europa de eigenheid van de moslims worden aanvaard en gerespecteerd.”6 Pluralisme of tolerantie jegens minderheden vergt een zekere welvaart en ontwikkeling en derhalve (door de noodzakelijke overheid gestuurde) sociale hervormingen met antidiscriminatiewetten en waakzaamheid tegenover allerlei imperialismen. Daarvoor passen de neoliberalen wegens 'te duur'.

    Cultuur volgt uit overgeleverde leerprocessen maar is toekomstgericht. Centraal begrip hier is eigenheid of identiteit (van een gemeenschap), wat slaat op gemeenschappelijke kenmerken (zoals afstamming, taal, religie) waarvan men zich bewust is en die men positief waardeert. Een eigenheid verandert vaak mee met veranderende omstandigheden. Cultuur betreft ook territorium en rechten maar emigratie gebeurt meestal uit noodzaak. Monoculturen zijn wijd verbreid, conflicten zijn dan ook legio. Multiculturaliteit heeft met bevolkingsexplosie en met mobiliteit te maken en is derhalve onafwendbaar. “Wie, zoals het neoliberalisme, die principes laat vallen, geeft het fundamentele project van en democratische wereldsamenleving op.”7

    M.b.t. territorialiteit telt België drie gebieden waarbij een rijke Franstalige burgerij aasde op Vlaams gebied rond Brussel, dat zij tweetalig wilde maken omdat zij het burgerrecht boven territorialiteit stelde. “Door de groeiende macht van Vlaanderen en de taalwetgeving ging de expansie niet door. Daaruit blijkt dat het territorialiteitsbeginsel kan gebruikt worden om een arrogante bourgeoisie een halt toe te roepen.”8

    Er moet een evenwicht zijn tussen het particuliere, het algemene en het universele. Het particularisme wil diversiteit (en derhalve separatisme). Nadruk op eigenheden houdt verband met internationale interdependentie en nadruk op verschillen voedt internationale concurrentie. Het universalisme wil wereldeenheid waar particularisme tot chaos leidt. In schema vindt men in de uitersten: bij het particularisme op microniveau het individualisme en bij universalisme op macroniveau het kosmopolitisme of het internationalisme. “Door de spectaculaire groei van de technologie en de communicatie wordt de wereld een dorp. Niets kan dat proces tegenhouden.”9 Een democratische en humane wereldorde blijkt de enige werkzame weg, niet het imperialistische universalisme van het christendom.

    Nu is er de invasie van een nieuw universalisme, het neoliberalisme. “Het tracht zijn wetten op te leggen aan de gehele mensheid (…) gesteund door de commerciële media, die het neofascisme en fundamentalisme wel aanvallen, maar over de machtshonger en hebzucht van de transnationale corporaties zwijgen. Miljoenen westerse burgers beseffen zelfs niet dat dit antihumane imperialisme zeer actief is en grote successen boekt.”10 De natuur en de mensheid komen in het gedrang.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 22 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 282.

    3Ib., p. 282.

    4Ib., p. 282.

    5Ib., p. 283.

    6Ib., p. 286.

    7Ib., p. 290.

    8Ib., p. 291.

    9Ib., p. 293.

    10Ib., p. 294.


    20-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme

    psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme

    Migraties, volksverhuizingen, zijn van alle tijden maar nooit waren er meer vluchtelingen dan vandaag. De trek van het platteland naar de stad volgt uit de opmars van het neoliberalisme.2 Na de massale rekrutering van gastarbeiders wil men vanaf de jaren zeventig (onder meer wegens stijgende werkloosheid) de immigratie indijken. 125 miljoen mensen verblijven buiten hun land van herkomst en dat zal oplopen tot 1 miljard tegen 2050. Europa kreeg in 1991-1995 2,4 miljoen vluchtelingen, België telde in 1996 900.000 mensen van vreemde herkomst op 10 miljoen inwoners. Dat brengt mensensmokkel mee: een twintigtal criminele benden (Albanezen, Turken, Indiërs, Pakistanen, Bengalezen en Chinezen) (die ook een deel van de prostitutie in Antwerpen bezitten) smokkelen jaarlijks 2 tot 4 duizend illegalen over het Kanaal. Per persoon wordt 100.000 tot een half miljoen frank betaald.3

    Inzake migratie spelen uitdrijvings- en attractieve factoren een rol. Oorzaken van migratie zijn een hoge bevolkingsdruk, verschillen in welvaart, onveiligheid, oorlogen en cultuurconflicten: er zijn derhalve economische, politieke en culturele vluchtelingen. Welvaartsverschillen (polarisatie arm-rijk) is de hoofdoorzaak maar herverdeling van de rijkdom komt er niet; de mensenrechtenverklaring blijkt een lachertje; de migratie van arme naar rijke landen zal nog toenemen.

    Het harde liberalisme spreekt zichzelf tegen waar het pleit voor vrij verkeer van kapitaal, goederen en diensten maar niet van mensen en dat leidt tot fascisme. Fascisten wijzen migratie af maar neoliberalen laten het toe als het rendeert: vreemdelingen die vuile jobs aanvaarden of die hoogopgeleid zijn mogen binnen. Maar aldus ontstaat (ook in Europa) apartheid: de verzorgingsstaat voor ingeburgerden en minder rechten voor nieuwkomers. “De formule economisch libertinisme en menselijke discriminatie is onaanvaardbaar.”4 Wat betreft het uitwijzingsbeleid: “Men schijnt ervan uit te gaan [cf. Samira Adamou] dat dwangmatige terugkeer kan verzoend worden met humaniteit. (…) Een arrogante beschaving die denkt humaan te kunnen dwingen is op het verkeerde spoor. Met het wezenlijke van de ethiek spotten is satanisch. Het fascisme lonkt achter de deur. (…) Vluchtelingen verdienen geen vijandigheid maar begrip en steun.”5 Tenslotte wijst Kruithof op nog een andere tegenstelling: “Enerzijds is er de vlucht van de paupers en politiek verdoemden, anderzijds zijn er de verplaatsingen van de welvarenden, de toeristen. (...) Het neoliberalisme is een verschrikking!”6

    Voor autochtonen en allochtonen gelden ongelijke rechten, zowel economisch (arbeid), sociaal (huisvesting), politiek als cultureel (religie, tradities...). Het onderscheid tussen politieke en economische vluchtelingen (sinds de Conventie van Genève, 1954) is klassiek liberaal en achterhaald.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 20 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 266.

    3Ib., p. 268.

    4Ib., p. 272.

    5Ib., p. 274.

    6Ib., p. 276.


    18-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 9: Nationalisme

    In zijn werk over neoliberalisme maakt Kruithof een uitweiding over nationalisme omdat, zoals hij verderop betoogt, het neoliberalisme oorzaak is van een verpaupering waarvan de slachtoffers een extreemrechtse proteststem uitbrengen.

    Eerst onderscheidt de auteur volk, natie en staat. Een 'volk' is een groep mensen met dezelfde afstamming, tradities, zeden, taal en religie; het begrip is wat uit de tijd, nu spreken we over een 'gemeenschap', meer bepaald van mensen die op dezelfde plek leven, collectieve ervaringen hebben alsook dezelfde politieke instellingen, maar vooral zijn ze verplicht de toekomst samen op te bouwen. Het volk of de gemeenschap heeft een eigen historisch besef en een identiteit, waar vandaan een samenhorigheidsgevoel. Een 'natie' heeft een identiteit waar men trots op is, soms met superioriteitsgevoelens en met een streven naar autonomie: men wil een eigen staat worden. Het wij-gevoel groeit over eeuwen, vooral bij conflicten met externe groepen. Uit de natie kan een soevereine staat komen met een eigen territorium, gezag, administratie, belastingstelsel, leger, politie en gerecht.

    Nationalisme is “een politieke beweging die de eigen natie in het vaandel draagt en daaraan een politiek apparaat, een soevereine staat met zelfbeschikkingsrecht wil toevoegen.”2 Van volksnationalisme is sprake bij een zelfbewust volk dat naar politieke zelfstandigheid streeft. In het geval van staatsnationalisme wordt eerst een staat gevormd en pas daarna tracht een elite het volk een samenhorigheidsgevoel op te dringen (zoals in Frankrijk onder de Lodewijken). Er bestaat nationalisme dat mikt op het afbreken van een bestaand staatsverband (zoals het Vlaams nationalisme) en er is nationalisme dat een breder verband wil scheppen (zoals in Duitsland onder Bismarck of zoals het streven naar Europese eenwording na W.O.II). Er zijn vele vormen en het gaat niet noodzakelijk om fascisme of fanatisme.

    Vandaag leven miljoenen mensen met totaal verschillende origine op eenzelfde plek zoals in Brussel, Londen, Parijs, New York. Daar is de samenleving multicultureel. Maar wat in Londen gedijt, gedijt niet in Congo: er is geen algemene regel. Het nationalisme is er altijd en overal. Niemand zal afkeuren dat naties zich in het verleden onafhankelijk hebben gemaakt. Maar nationalisme kan “een ideologisch wapen in handen van heersende elites zijn.”3 Edoch, “We weten dat rechtvaardige eisen kunnen misbruikt worden maar daarom moeten we ze niet weggooien. (…) Wie het nationalisme als zodanig verwerpt moet het moedige politieke beleid van mensen zoals Lumumba, Nyerere, Castro afkeuren en dat gaat te ver.”4

    Heeft een gemeenschap een specifieke identiteit? Onmiskenbaar maar men kan zich wel vergissen over de inhoud ervan. “Het gebeurt dat zelfrespect omslaat in arrogantie en zelfoverschatting, wat kan uitmonden in de principes van 'eigen volk eerst', 'vreemden buiten' en 'Deutschland über Alles' [anno 2025: 'America First'] Dat is een misplaatste keuze, geen fataliteit. Nationalisten, die hun identiteit willen veilig stellen, kunnen ook bereid zijn democratische relaties met andere gemeenschappen/culturen te onderhouden.”5

    Men moet nuanceren: nationalisme kan belangrijk zijn voor emancipatie en ook een eenzijdig Europees nationalisme is een gevaar. Nationalisme kan ook best samengaan met openheid en tolerantie. Er is rechts maar ook links nationalisme dat een bevrijdende functie heeft, bijvoorbeeld in de strijd tegen achterstelling. Rechts nationalisme acht het eigen volk superieur, eigent zich eeuwenoude voorrechten toe ('bloed en bodem'), weert wat vreemd is, is protectionistisch en expansionistisch. Links nationalisme is emancipatorisch, bijvoorbeeld tegenover feodale monarchieën of tegen kolonialisme en imperialisme, zoals bij de Palestijnen of de Koerden.

    Er zijn ook rechtse internationalisten. Bij de linkse internationalisten blijkt samenwerking tussen socialisten van andere naties moeilijk: in 1914 stemden Franse en Duitse socialisten voor militaire kredieten, wars van het internationalisme en de oorlog begon. Nationalisme is een nodige tussenstap in de politiek. Waarschijnlijk gaan zich in de toekomst grotere nationale eenheden vormen: Noord-Amerika (- andermaal profetisch schrijft Kruithof 25 jaar geleden:“Het is niet uitgesloten dat Canada, de Verenigde Staten en Mexico een superstaat zullen vormen.”)6, Latijns-Amerika, Europa, de Arabische wereld (“met een ontwikkeld islamitisch gemeenschapsbewustzijn, gericht tegen het Westen en het christendom met zijn imperialistische trekjes”)7, Afrika bezuiden de Sahara (waar “een pan-Afrikaans nationalisme in ontwikkeling is”8), Oost-Azië en dan zijn er nog de restgebieden Australië en Nieuw-Zeeland, Rusland en Midden-Azië.

    In Europa is er extreemrechts nationalisme, in Vlaanderen is dat het Vlaams Blok dat een viertal strekkingen verzamelt met als thema's het separatisme en de Vlaamse autonomie, autoritarisme, antisyndicalisme, vreemdelingenhaat, orde en gezag, fascisme, katholicisme en veiligheid. Een cordon sanitaire is verantwoord omdat het VB de democratie bedreigt. “Als het fascisme dertig tot veertig percent van het electoraat voor zich wint, staat een totale oorlog voor de deur.”9 Het succes van extreemrechts is te wijten aan het falen van de grote partijen en verweer is pas efficiënt via grote sociaaleconomische investeringen. Zoals reeds gezegd bij de aanvang van deze aflevering, zijn de paupers die bij extreemrechts hun toevlucht zoeken, een vrucht van het neoliberalisme.

    Een sociaal Europa met één gemaakte instellingen en een vijftigtal relatief onafhankelijke regio's is een streefdoel. Bij het slot van het hoofdstuk over nationalisme bespreekt Kruithof de toestand van België. “België is een constructie van de grote Europese mogendheden in 1830 en 1839. (…) Er kan een dag komen dat in het moderne Europese unificeringsproces de structuur van het klassieke België achterhaald zal zijn. Die formule past in ieder geval in ieder geval niet in het concept van een uit zelfstandige regionen samengesteld Europa.”10

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 18 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 233.

    3Ib., p. 237.

    4Ib., p. 238.

    5Ib., p. 239.

    6Ib., p. 248.

    7Ib., p. 248.

    8Ib., p. 248.

    9Ib., p. 253.

    10Ib., p. 263.


    17-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)

     

     

    Spielt auf nun zum Tanz!

    (Andermaal Van Togenbirger)

    Omsk Van Togenbirgers stem is verzwakt en de man is fel vermagerd, hij zit wat weggezakt in een stoel maar hij weet dat hij nu voor niemand meer hoeft te zwijgen want hij is monddood en wie monddood zijn, mogen vertellen wat ze willen, het haalt immers niets meer uit, hun woorden zijn zoals die van de doden die onbeschermd als wezen zijn: vreemden doen ermee wat ze willen.

    Monddood is de schooier die op de grond gezeten aan de deur van de supermarkt zijn getaande gelaat in een te vriendelijke plooi perst om aan dat muntje te komen dat je in je jaszak tussen duim en wijsvinger klampt, in twijfel of je het hem kan toestoppen, alle omstandigheden in acht genomen: het publiek dat er sowieso is, de gevolgen van de act voor elke keer dat je daar nog voorbij moet als je een brood haalt, boter of vis, want je gezicht zal hij onthouden. Monddood is hij want hij heeft geen sociale status en dat in tegenstelling tot de hond wat verderop die hier op zijn baasje wacht en die de arme man geen blik gunt, hij heeft immers zelfs geen baasje, hij is zijn eigen baas, of is het zijn maag die hem de baas is, zijn het de kou en de ellende?

    - Primo Levi, zo begint hij weer: Primo Levi schreef dat genocide weliswaar een vreselijke misdaad is die echter overtroffen wordt door de onverschilligheid daarover. Als ik u vertel, meneer, mevrouw, dat ten tijde van nazi-Duitsland mensen werden omgebracht terwijl zij in de waan werden gebracht dat zij geholpen werden, zult u misschien antwoorden dat dit allemaal lang geleden is, al is dat niet zo heel lang geleden, ik was immers een kind toen het gebeurde, ik speelde in de tuin met kiezels en met zand, terwijl miljoenen mensen een lot deelden naar aanleiding waarvan een dichter uit de Oekraïne vier jaar na de Tweede Wereldoorlog schreef:

    Schwarze Milch der Frühe wir trinken sie abends
    wir trinken sie mittags und morgens wir trinken sie nachts
    wir trinken und trinken...”1

    Woorden die blijven klinken waar zich de gruwel voltrekt terwijl men altegader de andere kant opkijkt, geen vuiltje aan de lucht, wij zijn onschuldig, we waren er niet bij, wij wisten van niets, het moet een misverstand geweest zijn!

    - Mensen werden omgebracht terwijl zij in de waan verkeerden dat men hen hielp en het gaat er niet anders aan toe vandaag, op deze dag en op dit uur, dit eigenste ogenblik waarop mijn stem uw oor tracht te bereiken. Vergeefs, helaas, wat is het toch dat u zo doof maakt? Is het echt omdat de mond dood is die deze woorden zegt die even waar zijn als het licht dat in uw ogen schijnt? Ik zie u kijken naar mijn mond die wijl ik spreek, beweegt, maar gij luistert helemaal niet, alsof er geen geluid uit kwam en, hoort gij dan toch geluid, dan mijdt gij het om aan de geluiden die gij horen moet, ook maar enige betekenis te hechten: gij herleidt wat woorden zijn tot louter klanken, wat een huzarenstukje heten mag: abstractie maken van de werkelijkheid en tegelijk een fictie voor de waarheid houden.

    Geen antwoord krijgt de oude man want zwijgen is een wapen tegen waarheid, een beproefd wapen: wie zwijgen, maken de woorden die de waarheid spreken, dood en zo eenvoudig is het om te moorden, men hoeft alleen maar na te laten om te antwoorden, totdat degene die op antwoord wacht, niet meer bestaat of, eerder nog, totdat hij daarvan overtuigd wordt dat hij alleen nog maar een schim is, immers, tot schimmen zal niemand het woord richten die nog bij zijn zinnen is.

    - Mensen worden omgebracht terwijl zij in de waan verkeren dat zij geholpen worden en ik blijf het zeggen: wij leven niet langer in een rechtsstaat. In de rechtsstaat gelden wetten en wie zich daar niet aan houden, worden op het matje ontboden en moeten uitleggen wat hen ertoe bracht te breken met de wet. Blijft men het antwoord schuldig, dan volgen een veroordeling en een straf en zo geschiedt recht. Maar als dat wegvalt, ziet het plaatje er heel anders uit: er gelden ongeschreven wetten waaraan elkeen zich stilzwijgend onderwerpen moet en aan wie daaraan verzaken, wordt niet langer verzocht zich te verantwoorden voor een rechter, zij worden gewoon opgepakt, gevangen gezet, vermoord, terwijl wie achterbleven geheel onwetend vragen: waar zijn ze toch?

    - Moordenaars geloven aldus de waarheid te trotseren maar die vindt wel andere monden om te spreken of wat had je gedacht van monden binnen in het hoofd? Heel moeilijk om ook die het zwijgen op te leggen!

    Wir schaufeln ein Grab in den Lüften da liegt man nicht eng.”2

    Voor het eerst zie ik Van Togenbirger wenen en hij zegt: Latino's werden nu aan het front gesignaleerd! Latino's, de meest vredevolle mensen op de ganse aarde, het doet denken aan de begraafplaatsen uit de oorlogen van de voorbije eeuw die vol liggen met lijken van rekruten uit de kolonies: over de oorlog wisten zij helemaal niets, maar zij werden massaal verscheept naar het continent van hun veroveraars om daar even massaal te sneuvelen, ver weg van hun gezin. Want wat kan het de potentaten schelen dat in Afrika en Azië kinderen naar hun vader vragen en moeders het antwoord schuldig blijven om hun kroost tegen de waarheid te beschermen daar kinderen nog te jong zijn om het te begrijpen, alsof er een leeftijd was waarop men het begrijpen kon.

    - Die mensen worden door Trump gerekruteerd, zo meent Van Togenbirger: hij weet dat hun gezin van honger omkomt, zij staan immers al jaren bij die hekken, willen erover, om dan in de eethuizen van de rijken glazen te gaan wassen en met een poetsdoek de kastelen en de Tesla's te doen glanzen naar het voorbeeld van hun voorouders die in Wall Street en op Trafalgar Square de schoenen opblonken van hoge pieten. Die mensen worden op bevel van een verwende clown met hoogheidswaanzin naar een front gekatapulteerd en wel in een land waarover ze nog nooit hadden gehoord, laat staan dat ze ook zouden weten hoe de vork daar aan de steel zit: zij moeten daar gewoon gaan sterven, de rijken moeten immers aan hun aantal troepen komen zoals vastgesteld in het contract dat zij hebben met de duivel.

    O, maar niemand wordt verplicht tot legerdienst, wij werken alleen maar met vrijwilligers, zo klinkt het hier, emmers full, uit de monden van de hoogwaardigheidsbekleders. Maar het is wel een mooie job voor wie het wil, dankzij defensie kan het hele land op beide oren slapen.

    Ein Mann wohnt im Haus der spielt mit den Schlangen”3

    - Kent u Jaap Kruithof? Vraagt Van Togenbirger. Politici doen alsof zij nog iets te vertellen hebben, zo schreef hij in zijn analyse van het neoliberalisme, maar het is Mammon die nu het dictaat voert, het zijn de megaconcerns en zij worden gedreven door blinde, onverzadigbare hebzucht die zoals elke andere verslaving net zo lang doorgaat totdat de dood over alle leven heerst.

    Er befiehlt uns spielt auf nun zum Tanz.”4

    (J.B., 17 maart 2025)

    1Paul Celan, Totesfuge, fragmenten.

    2Ib.

    3Ib.

    4Ib.


    16-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur

    Als reactie op de woelige jaren tachtig en negentig waarin het vertrouwen in onze basisinstellingen een felle klap kreeg, ontstond de wet tegen racisme en het centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.

    Van politieke vernieuwing kwam weinig in huis, noch nationaal, noch internationaal, noch op Europees vlak. Verder had de Belgische politiek af te rekenen met verzuiling (apartheid vanwege de katholieke kerk: zelfs duivenmelkersbonden waren katholiek of niet) en met pacificatie. De economie is allesbeheersend maar politici blijven doen alsof zij nog macht hebben.

    Er komt postmodernisme, voluntarisme en idealisme, de politiek van de 'goede wil'. Kruithof: “Vager en inhoudslozer kan moeilijk (…) wat de ondergang van de politiek zelf betekent.”2 “De beweging van politieke vernieuwing is geëindigd in versnippering. Men heeft gezondigd tegen de basislogica van maatschappelijke processen: eerst is er een sociale beweging, daarna volgt een politieke beweging, slechts uit die ontwikkeling volgt een politieke partij. Door ongeduld verkozen sommigen een omgekeerde volgorde. (…) Dat lukt uiteraard niet.”3

    In de Nieuwe Politieke Cultuur komt de macht toe aan de bewierookte nieuwe burger, maar wie is hij? Er is sprake van een kloof tussen burger en politiek, ongenoegen, een vertrouwenscrisis, antipolitiek. Kruithof onderscheidt verschillende reacties tegen de zich uitbreidende corruptie en fiscale fraude in de politiek en de meest verregaande is die van het apolitisme. “Mensen van de gevestigde machten spreken over nihilisme, maar vergissen zich. Het gaat over een fundamentele kritiek op het liberale project om de economische gang van, zaken buiten het politieke discours te houden.”4

    Extremen worden gemeden, iedereen schuift op naar het karakterloze centrum. “Hoe kun je politieke corruptie effectief bestrijden als andere vormen, bijvoorbeeld financiële, niet hard worden aangepakt? Is het niet zo dat velen zich van vijand vergissen? Dat is niet alleen unfair, maar ook verloren tijd. Wie zei er ook weer dat ons land niet opgewassen is tegen de internationale criminaliteit? Zal de Kredietbank Luxemburg, zetel van kapitalisten die de wet ontduiken, zijn geheimen prijsgeven? Als er een kanker is, moeten we die niet lokaliseren bij garnalen.”5 “Vernieuwing op politiek vlak is niet mogelijk als het economisch geweld alles overspoelt.”6 “Men beseft niet hoe diep egoïsme en bedrog zich in dat systeem hebben genesteld.”7 “Sinds jaren ervaar ik met bitterheid dat veel mensen blijkbaar niet beseffen op welke onleefbare wereld we afstevenen door het despotisme van het kapitaal.”8

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 16 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 211.

    3Ib., p. 214.

    4Ib., p. 217.

    5Ib., pp. 217-218.

    6Ib., p. 218 .

    7Ib., p. 219.

    8Ib., p. 219.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithof--

    Jaap Kruithof--

     






    15-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 7: Democratie

    Het begrip democratie betreft een geheel van principes met betrekkingen tot de ordeningen van machts- en gezagsrelaties tussen sociale eenheden.”2 Kruithof geeft vervolgens een uitvoerige uitleg over wat macht is, onderscheiden van gezag, de soorten macht en alle mogelijke relaties die dat meebrengt. Kruithof kiest voor volkssoevereiniteit: de absolute macht hoort toe aan de basis3, en dat zijn de belanghebbenden.4 Volgens Kruithof baseren rechten zich op noden: mensen streven naar bijvoorbeeld ontwikkeling en hebben daar derhalve recht op, en wel alle mensen. Dat is de moeilijke materie van de verhouding tussen Sein en Sollen, wat is (de feiten) en wat zou moeten (de ethiek). Iedereen moet derhalve ook beschikken over de macht om zich te kunnen ontwikkelen, dat is democratisch - in elitaire regimes (Huxley's Brave New World) beslist een elite over wat goed is voor het volk en dat is “een moderne uitwerking van het recht van de sterkste.”5

    Macht betekent niet machtsmisbruik en delegatie en representatie zijn praktisch onmisbaar. Macht moet wel democratisch tot stand komen, vanwege de basis, de belanghebbenden en zo bijvoorbeeld zijn referenda zeer gewenst. Van machtsmisbruik is bijvoorbeeld sprake waar elites bepalen wat miljoenen mensen te zien krijgen op televisie.6

    Kruithof geeft een wiskundig nauwkeurige analyse van alle mogelijke machtsstructuren en opteert voor een collectief leiderschap. Wat betreft de afgeleide macht: “In onze samenleving domineert de afgeleide macht de oorspronkelijke. Als gevolg daarvan is de kracht van de delegatie, van boven naar beneden, groter dan de representatie, van beneden naar boven. Een fundamenteel ondemocratische ordening, die we moeten bestrijden.”7

    Er moeten verkiezingen zijn waar mogelijk; machtsoverdracht moet op vrijwillige basis gebeuren; er moet duidelijkheid zijn over de bevoegdheden (geen absolute macht!); men moet deskundig zijn; anciënniteit mag geen rol spelen; er zijn meer gezagsdragers dan vroeger nodig; mandaten moeten beperkt zijn qua duur, controleerbaar en niet onherroepbaar; de herkiesbaarheid moet beperkt worden (tot bijvoorbeeld twee termijnen).8 Macht moet niet radicaal gecentraliseerd worden, omstandigheden verschillen en experimenten kunnen zeer zinvol zijn. Mao Zedong: 'Laat honderd bloemen bloeien'.9

    Een beslissing is democratisch als ze tot stand komt via een maximale deelname van de belanghebbenden (input), als de noden van alle belanghebbenden tellen en als de gevolgen goed zijn voor hun belangen (output). Democratie is een ideaal waarin wat de mensen willen (input) ook goed voor hen is (output). Maar dat iedereen die hard zijn best doet het kan schoppen tot president of dan toch kan stijgen op de sociale ladder, is een sprookje.

    In de moderniteit komen economie en industrie in de plaats van het grootgrondbezit, de cultuur bevrijdt zich van het christelijk geloof en er is volkssoevereiniteit. In de politiek komen stemrecht, een parlement en een rechtsstaat en de grondwet verankert gelijke rechten voor iedereen. Maar de economie is niet democratisch, de liberale democratie is bedrog: de megasystemen willen slechts winst en de werknemer heeft niets te vertellen. “Het liberale duale stelsel is incoherent. De normen van de democratie worden niet toegepast op het economische gebeuren. (…) De democratie (…) verliest haar autonomie en gaat tenslotte ten onder, zoals wij in onze tijd zien gebeuren.”10

    Men tracht de democratie wereldwijd te vestigen (nu in 40 van de meer dan 180 staten) maar zonder succes: polarisering (rijk-arm) en geweld nemen toe. Het meerderheidsprincipe lost niet alles op, het vergt ontwikkeling, bestuur op langere termijn en eenheid in visie. En dan is er het democratische Europa: “Als we weten dat eurocommissarissen na hun ontslag drie- tot vierhonderdduizend euro netto ontvangen, beseffen we hoe de machthebbers denken over de nivellering van de inkomens.”11 De liberale democratie wordt alhier bedreigd door de mega-economie, Europa en extreemrechts.

    M.b.t. het kiessysteem wil Kruithof een systeem dat genuanceerd de wil van elke kiezer weergeeft, wat niet het geval is met een opkomst van dertig percent, die alleen het belang van de sterksten dient. De monarchie is uit de tijd en de scheiding der machten wordt niet gerespecteerd. Door gebrek aan kennis bij de parlementariërs komt de wetgevende macht in handen van de regering die bovendien de top van justitie aanstelt waar het neoliberalisme “le gouvernement des avocats” met hun procedureslagen heeft geïnstalleerd - dat alles alweer dansend naar de pijpen van de economie.

    Sociale vooruitgang is te danken aan de niet-geïnstitutionaliseerde macht (stakingsrecht, stemrecht...) die berust bij de basis: zij grondvest de geïnstitutionaliseerde macht en niet andersom.12 Wat betreft de mensenrechten schermt het Westen ermee als het in haar kraam past: voor schendingen elders kijkt het de andere kant op of doet ermee mee.13

    Is de democratie verzoenbaar met het socialisme? Onder de vele strekkingen bekijkt Kruithof het leninisme-stalinisme. “Lenin heeft een deel van de planeet uit het kapitalistisch wereldsysteem gelicht en van de andere landen geïsoleerd om er een revolutionair project te verwezenlijken.”14 “Het internationalisme is helaas problematisch.”15 Het eenpartijstelsel dat daar wordt voorgestaan is volgens Kruithof niet valabel voor geavanceerde industriële samenlevingen waar pluralisme en diversiteit wenselijk zijn want de sociale bewegingen aan de basis dragen de politiek. De communistische partij is geen massaformatie maar een elite die zich ten dienste stelt van de basis. “Door die gerichtheid komen de communisten ertoe nieuwe technieken inzake massabeïnvloeding te ontwikkelen.”16 Er is sterke centralisatie en vanuit de radicale ideologie de neiging tot totalitarisme, berekend op clandestiniteit. Een cruciale vraag is ook voor wie de partij dan opkomt: voor iedereen (maar niet voor de kapitalisten, toplui, zelfstandigen)? “Het leninisme heeft de marxistische these van de dictatuur van het proletariaat vernauwd tot het principe van de dictatuur van de partij”17 en de basis is uit het zicht verdwenen. “Als er beslissingen worden genomen die velen niet zinnen, zeggen de partijleiders dat zij beter weten wat de massa nodig heeft dan die massa zelf.”18 Het is een “geloofsleer.”19 Marx daarentegen beging niet de fout om het politiek boven het economische te stellen: “Zijn socialisme was een uitloper, een vrucht van een vergevorderd kapitalisme.”20 De paranoïa van de communisten is te wijten aan het feit dat ze altijd in de clandestiniteit hebben moeten opereren maar dat is uiteraard geen vrijbrief.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 15 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 145.

    3Ib., p. 147.

    4Ib., p. 145-146.

    5Ib., p. 153.

    6Ib., p. 162.

    7Ib., p. 167.

    8Ib., pp. 167-171.

    9Ib., p. 174.

    10Ib., p. 188.

    11Ib., p. 189.

    12Ib., p. 192.

    13Ib., p. 193.

    14Ib., p. 193.

    15Ib., p. 194.

    16Ib., p. 196.

    17Ib., p. 198.

    18Ib., p. 198.

    19Ib., p. 198.

    20Ib., p. 199.


    14-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruithof, Jaap -

    Kruithof, Jaap -



    13-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 6: De jungle versus de overheid

    Het zwaartepunt van de macht verlegt zich naar de megasystemen en de banken, maar ook die zijn stuurloos, aldus Kruithof, want onderhevig aan de wispelturige markt en de ongenadige concurrentie. “Wat overblijft is het recht van de sterkste.”2 De overheid verliest haar greep op systemen die internationaal opereren en ze kan niets doen aan kapitaalexporten. Politici houden de schijn hoog dat zij nog wat te zeggen hebben over de economie maar ratingbureaus katapulteren de kredietwaardigheid van de Belgische staat naar de onderste gelederen. Het leger wordt te duur en wordt afgebroken, huurlingen en burgerwachten zijn nepmiddelen. Werkloosheid zal de megasystemen een zorg wezen: zij besteden het werk uit aan onderaannemingen bevolkt door ilegalen en onbekwamen: een zwarte markt (goed voor meer dan 30 pct. van de actieve bevolking). Vast werk maakt plaats voor flexibele, deeltijdse, tijdelijke jobs zonder toekomstperspectieven: dat is het ware gezicht van het neoliberalisme. Elitescholen en gezondheid voor de rijken treden in de plaats van onderwijs en medische zorg voor iedereen. Maar “hoe kan de overheid het particuliere kapitaal tot de orde roepen als de beste kluiven van eigenaar zijn veranderd en de staat met de verlieslatende sectoren achterblijft?”3 “Radicale neoliberalen gaan nog verder en willen alle staatssubsidies in de particuliere sector doen verdwijnen.”4 “Voor de neoliberalen is de staat de dienstknecht van de particuliere profitsector. Winst komt laatstgenoemde toe, zware kosten zijn voor de gemeenschap.”5 “Wat geen of een te lage winstvoet bezit [de non-profitsector], interesseert de ondernemer/financier niet.”6 De neoliberalen schakelen de staat uit behalve voor de handhaving van law and order, de repressieve functie dus ter beveiliging van het eigen profijt. “De politie en het leger zijn de ultieme wapens om 'les classes dangereuses' te bedwingen.”7

    De rol van de overheid betreft het algemeen belang dat door geen andere instantie zal verdedigd worden. “Vermindert de macht van de overheid, dan betekent dat noodzakelijkerwijze dat de beveiliging van het algemeen welzijn in het gedrang komt.”8 Er is dan geen verweer meer tegen polarisering, werkloosheid, fraude, enz. “Privatiseren is een strooptocht organiseren om de beste kluiven aan de particuliere winstjagers cadeau te doen. De staat, vertegenwoordiger van het algemeen belang, wordt daardoor steeds armer.”9 Wel moet de overheid onder democratische controle opereren, zij mag geen Big Brother zijn (geen totalitarisme).

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 13 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 121.

    3Ib., p. 132.

    4Ib., p. 132.

    5Ib., p. 133.

    6Ib., p. 133.

    7Ib., p. 135.

    8Ib., p. 137.

    9Ib., p. 139.


    12-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 5: Privatisering

    Tegenwicht van de profitsector (de economie, de markt, alles gericht op winst) is de staat (de overheid, de politiek, gericht op behoeftebevrediging) en tussen die twee situeert zich de non-profitsector (het sociale, het pedagogische, het medische, de cultuur). In een kapitalistische samenleving is de profitsector in het offensief: waar ooit de territoriale macht en het christendom alles bepaalden, wil de neoliberaal de staat afslanken en ook de non-profitsector commercialiseren.2

    In de twintigste eeuw doken twee tegengestelde bewegingen op: enerzijds leninisten/stalinisten, die het kapitaal aan de socialistische partij toebedelen; anderzijds fascisten/nazi's, die door het kapitaal aan de macht werden gebracht. “Nazisme en fascisme zijn agressieve kapitalistische reacties binnen het kader van gevestigde staten met territoriale macht. Door de mondialisering is die optie achterhaald. Wat blijft is de vraag of het wereldkapitalisme zonder nationale grenzen zal kiezen of gedwongen worden te kiezen voor een autoritair, antidemocratisch fascisme op internationaal vlak. Repetitie van dezelfde keuze, maar dan planetair.”3 Na W.O.II werd in het Westen de sociaal-democratie dominant maar de staat bleef in dienst staan van de multinationals.

    De sociaal-democratie bracht sociale zekerheid, arbeidsrecht en allerlei voorzieningen. In de periode 1920-1975 kiest de overheid voor de Keynesiaanse politiek: geen leninisme/stalinisme maar wel een regulerende rol voor de overheid, in de lijn van de verzorgingsstaat. In de jaren zeventig komt (met Reagan en Thatcher) het neoliberalisme op, de verzorgingsstaat wordt 'te duur' genoemd. De mondialisering maakt megasystemen machtig. Andermaal klinken hier (met een link naar Musk met zijn militaire satelieten) profetische woorden: “Is de tijd veraf dat zij de militaire macht onder controle krijgen, de grote havens en vliegvelden beheren (…) musea opkopen?”4 Privatiseringen zijn in de plaats gekomen van nationalisaties: de overheid, en dus de gemeenschap, subsidieert de ondernemers maar de winst gaat naar particulieren. De werkloosheidscijfers dienen als drukkingsmiddel.

    Een voorbeeld van neoliberale politiek is het beleid van het IMF, gesticht in 1944, instelling van de VN, met als eerste taak: lenen aan landen met schulden. Aan die leningen worden voorwaarden gekoppeld volgens de neoliberale filosofie (het blokkeren van de lonen, bezuinigingen, privatiseringen, voorrechten voor grootkapitaal en megasystemen, overrompeling van derdewereldlanden, anti-ecologisch optreden…) Maar het IMF maakt nu zelf schulden. “Is de tijd veraf dat de grote mogendheden niet meer over de nodige financiële slagkracht zullen beschikken om de internationale economische evolutie onder controle te houden?”5 Ontwikkelingslanden zien dat mondialisering vooral de sterkeren ten goede komt.

    Door privatisering sneuvelen de laatste staatsmaatschappijen - in ons land bijvoorbeeld de ASLK, Cockerill-Sambre, RMB, elektriciteit, gas, intussen ook de post, en de spoorwegen zullen volgen... Waarom? Staatsschulden (een kwart van het Belgisch geld gaat naar afbetalingen), onvermogen en gebrek aan inzet. Collectieve voorzieningen worden bedreigd door het winstcriterium: pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag, verzekering tegen rampen - NB: “De Belgische verzekeringsmaatschappijen haalden in het boekjaar 1998 een recordwinst van 66 miljard Belgische frank.”6 De overheid bood zekerheid maar privatiseringen onzekerheid en zo bijvoorbeeld wordt met pensioenfondsen gespeculeerd: ons zekerheidssysteem verdwijnt, zelfs defensietaken worden overgelaten aan particulieren, huurlingen, die aldus macht verwerven. “Men heeft begrepen dat de dood van een landgenoot de publieke opinie in het moederland sterk beroert terwijl niemand wakker ligt van de dood van een huurling.”7 Zo hebben de VS huurlingen ingezet in de oorlogen in Kosovo en Bosnië, wat strijdig is met het VN-verdrag dat het gebruik verbiedt van huurlingen - die zijn courant in landen met rechtse regeringen zoals de VS, GB, Israël en Zuid-Afrika. Ook het gevangeniswezen wordt uitbesteed. En grote firma's wenden zich met hun geschillen steeds vaker tot private rechtscolleges wars van de overheid. Sport, kunst en cultuur leven van sponsoring; in de media verdwijnt de staatsomroep. Ook justitie deelt in de klappen, denk aan de procedureslagen. “De staat wordt belachelijk gemaakt en laat met zich sollen.”8

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 12 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., pp. 105-108.

    3Ib., pp. 108-109.

    4Ib., pp. 111-112.

    5Ib., p. 115.

    6Ib., p. 118.

    7Ib., p. 119.

    8Ib., p. 121.


    11-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 4: De economische dictatuur

    Op de markt of de maatschappelijk georganiseerde uitwisseling van goederen en diensten wordt geruild, verkocht en gekocht, verhuurd en gehuurd en geschonken. Er is een tendens naar totale commencialisering: alles wat gebruikswaarde bezit, moet worden omgezet in ruilwaarde, wat wil zeggen: alles moet te koop zijn. “Alles wat mensen willen doen, moet gehoorzamen aan marktwetten.”2 Gratis bestaat niet meer. “Tuinen, parken en natuurgebieden, waar je vroeger vrij kon vertoeven, worden afgesloten door uitbaters met een entreeprijs.”3 Ook is er de tendens naar mondialisering, mede door het datacommunicatienetwerk, het internet dat doorbrak in 1995-1996. Reclame wordt ons dictatoriaal opgedrongen terwijl iedereen dat beu is. Men moet kopen omdat iets goedkoop is, nieuw is, modieus is, kapot is... De massa bepaalt wat cultuur is, ten koste van de kwaliteit.4 Markt en marktuitbreiding zijn goed zolang die expansie niet ongeremd is en leidt tot “het opsouperen van schaarse grondstoffen”5 en tot meer polarisering.

    In het kapitalisme draait alles om winst; het einddoel, behoeftebevrediging, is bijzaak geworden. Edoch, er zijn zinvolle en noodzakelijke inspanningen die niet veel opbrengen. Verder is ook het kapitaal, dat voortkomt uit winst, geen einddoel, anders wordt de economie een doldraaiende machine. Men gelooft dan: “Geen discussie over het waartoe, laat de wedloop maar voortduren, iedereen zal er wel bij varen.”6 Scholen vechten om het leerlingenaantal, het criterium voor subsidiëring. Bill Gates koop museumschatten op. Wetenschappelijk onderzoek krijgt geld van particuliere firma's. Geld bepaalt wat goed, schoon en waar is. “De vraag is of waarheidslievendheid en profijtdenken kunnen samengaan.”7 De morele dimensie dreigt te verdwijnen. De immer veroordeelde woekerwinst of het misbruik van zwakke marktposities krijgt vrij spel. De natuur wordt (vaak onherstelbaar) beschadigd. Sociale uitbuiting is troef. Kortetermijndenken wint het van duurzaamheid. Investeringen gaan naar het meest winstgevende: de criminele sector. Een kapitalistisch bestel kan dit niet intomen.8 De economie wordt gecriminaliseerd: de zwarte markt vertegenwoordigt in België een vijfde van de markt. Nog een gevolg zijn enorme verspillingen.

    Op de neoliberale markt ontbreekt de stuurman die solidariteit garandeert en daarmee ook levenszekerheid voor iedereen. Niet direct rendabele sectoren liggen onder vuur, ook als die levensnoodzakelijk zijn, zoals onderwijs en medische zorg. De politiek zelf kan niet tot een marktgebeuren worden herleid zonder dat de basiswaarden (gelijkheid, rechtsstaat...) verloren gaan. Hetzelfde geldt voor justitie, wetenschap enz. Er zijn ook niet-commercialiseerbare gegevens: mensen, bepaalde natuurgoederen en cultuurpatrimonia. Ook vriendschap, liefde en seks kunnen niet gereïficeerd (verdingelijkt) worden, ook gezinsarbeid (huismoeders werk) wordt niet betaald. De egocentrische berekeningen nemen toe, het spontane leven wordt een nutscalculus maar het is niet wenselijk dat gezinsarbeid wordt betaald. Wel moeten vrouwen toegang hebben tot de arbeidsmarkt en mannen moeten huismannen kunnen zijn.9

    Megaconcerns dringen aan op vrijhandel, protectionisme is voor de zwakkeren, de staat moet reguleren. Met het oog op maximale winst heerst sociaal darwinisme: de zwaksten moeten eruit. Na W.O.II kwamen de multinationals; die fusioneerden in de jaren zeventig tot megasystemen; monsterfusies en overnames reduceerden het aantal grote spelers wereldwijd tot een zeshonderdtal en het aantal wordt nog kleiner: we stevenen af op een neoliberale economische dictatuur en regeringen staan er machteloos tegenover.10 “Wist u dat driekwart van de publicaties die op de Antwerpse boekenbeurs worden verkocht, gecontroleerd wordt door de Nederlandse verzekeringsmaatschappij ING?”11 Dat uiteindelijk iedereen wel zal varen bij het kapitalisme is slechts een onbewezen geloof van de neoliberalen. “Monopolie is dictatuur.”12 Het besef daarvan ontbreekt, alsook het verzet ertegen. Wat betreft de productie en de consumptie: “Klant is koning. Maar zijn wil is een kneedbare materie.”13[De verbruikers] slikken wat gepresenteerd wordt: besmet vlees (hormonen); textiel, gemaakt door vrouwen en kinderen die slavenarbeid verrichten.”14 “Klassenstrijd is geen begrip uit het verleden.”15

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 11 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., p. 78.

    3Ib., p. 78.

    4Ib., pp. 79-80.

    5Ib., p. 81.

    6Ib., p. 82.

    7Ib., p. 83.

    8Ib., pp. 84-85.

    9Ib., pp. 86-91.

    10Ib., pp. 95-96.

    11Ib., p. 99.

    12Ib., p. 101.

    13Ib., p. 102.

    14Ib., p. 102.

    15Ib., p. 103.


    09-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lezen waard: "Defensie"

    https://www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3351975


    08-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen

    Terwijl in de jaren 1930-'70 de overheid een steeds grotere rol speelde, gaan in de lijn van het neoliberalisme (gesubsidieerde) particulieren met hun kapitaal steeds meer staatszaken overnemen - andermaal: het kapitaal verheft zich boven de staten (gesteund door de nieuwe informatica). Verder is continentalisering (bij ons: de EU trekt de macht van de staten naar zich toe) en mondialisering (waardoor bedrijven verhuizen: kapitaalvlucht) en recessie loert om de hoek. Uiteraard verdwijnt aldus de zin van verkiezingen en de democratie staat op de helling. In theorie regelt de politiek alles, in de praktijk regeert de economie. De politiek moet controle uitoefenen over eigendom die in privéhanden is, wat niet kan en wat haar stuurloos maakt.2

    De natuur wordt opgeofferd, de milieuproblematiek is bekend, er staat geen rem op vervuiling, vernietiging en roofbouw, drinkwater wordt schaars.3

    De cijfers van de liberalen tonen dat wij er gemiddeld op vooruit gaan maar houden geen rekening met de toenemende kloof tussen rijk en arm: “Er leven in de wereld 1,3 miljard mensen in armoede (…), onder wie de helft van alle Afrikanen. Meer dan drie miljard personen hebben een dagelijks inkomen van minder dan zeventig frank. De tien rijkste personen van deze planeet bezitten meer dan de 600 miljoen mensen uit de armste landen. De 400 multimiljardairs zijn even rijk als 45 pct. van de totale wereldbevolking. In de verenigde Staten is 39 pct. van 's lands rijkdom in handen van één percent van de bevolking. (...)” Enz. enz. En de kloof wordt groter in versneld tempo.

    Inzake gezondheid is de ongelijkheid navenant. Ook inzake voedselsituatie en huisvesting. De schuldenlast van derdewereldlanden wordt kunstmatig in stand gehouden en er is kapitaalvlucht van het Zuiden naar het Noorden. De armen zijn totaal afhankelijk van de rijken. “Dat schept uitbuitingsmogelijkheden die vroeger nooit hebben bestaan.”4

    Werkgelegenheid is een mondiaal probleem geworden: “De structurele werkloosheid wordt (…) als onoverkomelijk aanvaard. De duale samenleving is werkelijkheid: arbeidenden en werklozen, participanten en uitgeslotenen staan tegenover elkaar.”5 In India is er de afgelopen twintig jaar een verdrievoudiging van het aantal werklozen, in Indonesië een vertienvoudiging. Even dramatisch in Latijns-Amerika, Afrika en Oost-Europa. En alom stellen de miljonairs onderbetaalde illegalen in hun dienst. Er wordt geïnvesteerd in hoogtechnologie en de fabricatie gebeurt in laagloonlanden. Winstbejag vereist verwaarlozing van arbeiders (geen sociale wetten, geen arbeidsherverdeling...), wat echter de koopkracht doet dalen en achteruitgang garandeert. Er zijn arbeidenden (die ook al uitgebuit worden), uitkeringsgerechtigde en niet vergoede werklozen en die laatsten moeten illegaal bestaan. De slavernij van de kinderarbeid (al vanaf de leeftijd van vijf jaar) treft 230 miljoen mensen (in Afrika zijn een vierde van alle arbeiders kinderen). Er zijn wereldwijd 100 miljoen verlaten kinderen. Guatemala, Colombia en Brazilië staan bekend voor kindermoorden. Jaarlijks treffen arbeidsongevallen 12 miljoen kinderen, uiteraard vooral in de derde wereld - in rijke landen gaat het meer om ziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

    Maar er is ook verzet tegen uitbuiting en Kruithof haalt vier voorbeelden aan. Cuba heeft (ondanks het economisch embargo van, de VS) een van de laagste kindersterftecijfers ter wereld en een levensverwachting van 76 jaar (ter vergelijking, België: 77 jaar). In de progressieve Indische deelstaat Kerala worden vrouwen 74 jaar oud (59 in de rest van India), de kindersterfte is vier keer lager en er zijn met 93 pct. drie keer meer geletterden. Door de Movimento sem Terra in Brazilië organiseren zich 200.000 families in coöperatieven als verzet tegen grootgrondbezit. En de Chipkobeweging in India telt miljoenen aanhangers die zich verzetten tegen uitbuiting en de vernietiging van het milieu.6

    De verzorgingsstaat uit de jaren vijftig-zestig (“een menswaardig leven voor alle burgers”) maakt wegens 'onbetaalbaar' in de jaren zeventig-tachtig plaats voor het poldermodel: privatisering, deregulering, responsabilisering: “Mensen moeten meer zelf doen, actiever voor zichzelf zorgen. Een vreemd advies voor de uitgeslotenen.”7 “De werkgeversorganisaties domineren de vakbonden”8 Stakingen worden 'not done'. Er komen massale ontslagen. Het zekerheidsstelsel wordt bedreigd (promotie van het privé-pensioen), niemand is nog veilig. Hoge inschrijvingsgelden voor hoger onderwijs sluiten mensen uit. Er is tweesporengeneeskunde (hospitalisatieverzekering voor de rijken). Het kapitalisme krijgt vrij spel. Alleen de allerarmsten krijgen nog een aalmoes.9

    De polarisering arm-rijk veroorzaakt onlusten en onveiligheid op straat. De economie criminaliseert: bedrog, corruptie, belastingfraude, gokken, zwarte markt, kernafval, prostitutie, sekten, terrorisme, drugs. NB: de jaaromzet drugs bedraagt 15.000 miljard BEF, dat is 8 pct. van de totale wereldhandel. Vergelijk: de jaaromzet van de wapenhandel bedraagt 800 miljard dollar.10 De Filipijnen tellen bijna evenveel prostituees als handenarbeiders; in Thailand is de prostitutie goed van 14 pct. van het BNP; Latijns-Amerika telt 120.000 kinderprostituees. Organenhandel: kinderen worden vermoord voor hun organen die in privéziekenhuizen worden getransplanteerd. “[In Egypte] ontdekten parlementsleden dat organen 9.000 tot 350.000 dollar opbrachten. De slachtoffers waren jonger dan dertien jaar.”11

    Andermaal profetisch m.b.t. de ontwikkelingen in de VS en in Rusland: met steun van externe megasystemen maakt democratie (met vaker schijnverkiezingen) gestaag plaats voor militaire regimes met een politieke dictatuur. Ondermijnend zijn (ook in het Westen) toenemend racisme, religieus fanatisme, fundamentalisme, reactionair nationalisme, fascisme, vreemdelingenhaat, autoritarisme, conservatieve ethiek.

    De verrechtsing zet zich door, liefdadigheid vervangt solidariteit, seksisme neemt toe. “In de westerse cultuur is God dood. De mens is God geworden. Geen theocentrisme of egocentrisme maar antropocentrisme.”12 Genotzucht domineert, soberheid is voor achterblijvers. De markt bepaalt wat waar, goed en schoon is. “Door de commercie verliezen de intellectuelen hun zending. De maatschappijkritische taken komen in verdrukking.”13

    Toenemende culturele spanningen en oorlogen, sociale tegenstellingen, racisme, godsdienstige conflicten en polarisering worden veroorzaakt door migratie. Het Westen bouwt hekken.14

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 8 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., pp. 54-59.

    3Ib., pp. 60-61.

    4Ib., pp. 61-66.

    5Ib., p. 66.

    6Ib., p. 69.

    7Ib., p. 70.

    8Ib., p. 70.

    9Ib., p. 71.

    10Ib., p. 72.

    11Ib., pp. 72-73.

    12Ib., p. 74.

    13Ib., p. 75.

    14Ib., pp. 75-76.


    07-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 2: Een veranderende economie

    Sinds 1971 wordt de Amerikaanse munt niet langer gedekt door goud maar door de markt van het ogenblik: het begin van de vlottende wisselkoersen. Vanaf de jaren negentig verheft het kapitaal zich boven de staten doordat steeds meer geld (ook sociaal geld) risicovol en internationaal geïnvesteerd wordt. Langetermijninvesteringen worden liquide gemaakt, verhandelbaar, het wordt allemaal een kwestie van snelheid, “ik verkoop morgen wat ik gisteren heb gekocht.”2 Het speculatief kapitaal groeit, het risicobeleggen brengt grotere winsten maar ook grotere verliezen. De speculatie ontkoppelt zich van de reële productie. Waar in 1970 nog 90 pct. van de beleggingen met reële economie te maken had, was dat eind jaren 1990 geen 10 pct. meer. Het reëel product wordt verwaarloosd, de klemtoon ligt op de ruilwaarde en op de toekomst, het wordt gokken, winst om de winst, groei om de groei.3 Er wordt collectief belegd.4

    Leidinggevend in de wereldeconomie zijn nu niet langer de multinationals maar de transnationale corporaties, megaconcerns of megasystemen, waarvan er 500 à 600 bestaan. Ongenadige concurrentie zorgt voor faillissementen, fusies en overnames, er ontstaat concentratie, oligopolisering, monopolisering. Kruithof somt de grootste concerns op inzake olie, chemie in de landbouw, auto, farmaceutica en investeringsbanken. Bij transnationale corporaties staat alles in het teken van winst ten koste van o.m. het sociale en opvallend genoeg overtreffen de kapitalen (zakencijfers) van transnationale corporaties vaker de nationale kapitalen (BBP).

    Er komt structurele werkloosheid en de productie verhuist naar ontwikkelingsgebieden waar bijvoorbeeld kinderarbeid en het ontbreken van milieuwetten de kosten drukken. Produceren om te produceren en de vraag moet toenemen, vandaar: wijziging van de distributiewijze (bijvoorbeeld: teleshopping) marketing en reclame, manipulatie, modedruk, wegwerpmentaliteit. De financiering kampt met beleggingen en vereist leningen en komt aldus in het vaarwater van banken en gerecht. Ook de media worden betrokken en het geld bepaalt de inhoud van nieuws en informatie en gaat ook de politiek sturen met privatiseringen: er komen huurlingenlegers, politietaken worden geprivatiseerd; de medische zorg, het onderwijs en de armenzorg staan op de helling, fusies en overnames brengen alom enorme werkloosheid en sociale uitsluiting mee.5

    In de onderhandelingen over het Mutilaterale Akkoord betreffende Investeringen (MAI) streven transnationale corporaties naar onaantastbare machtsposities. “Zij negeren milieunormen die de winstmarges verlagen en saboteren duurzame ontwikkelingen. Verder profiteren zij van lage werklonen, slechte werkomstandigheden en gebrek aan syndicale vrijheid. Zij bedrijven een politiek van sociale dumping.”6 Ook werken ze met economische embargo's. De megasystemen opereren internationaal en maken via gespecialiseerde juristen hun eigen regels wars van de nationale wetten.7

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 7 maart 2025)

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000, p. 43.

    3Ib., p. 44.

    4Ib., p. 46.

    5Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000, pp. 39-52.

    6Ib., pp. 52-53.

    7Ib., pp. 53-54.


    05-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme

     

     

    Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1

    Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme

    Het boek is intussen al een kwarteeuw oud maar actueler dan ooit: het neoliberalisme heeft de wereld in zijn greep, een analyse door de in Eric Goemans inleiding genoemde 'ongenadigste aller critici', Jaap Kruithof, wiens vijand hem de pas tracht af te snijden door hem weg te zetten als een dwarsligger en een doemdenker.2 Kruithof gaat van start met een schets van het wereldkader.

    Eind vijftiende eeuw ontstaan, met de opkomst van de scheepvaart: de wereldhandel en de wereldmarkt. Vier vormen van macht worden onderscheiden: kapitaalaccumulatie (economische macht), monopolie op gebruik van geweld (territoriale macht), macht over het denken door kerk, wetenschap, politiek en media (ideologische macht) en macht over het gedrag dat wordt opgedrongen (culturele macht). Die machten kunnen elkaar beïnvloeden of in onevenwicht zijn, zoals dat het geval is bij ontwikkelingslanden of dictaturen die over atoomwapens beschikken. Van belang is nu dat het wereldsysteem in wording kapitalistisch van aard is, wat betekent “dat in economisch opzicht de motor van de totaliteit de productie voor de markt is met het doel winst te maken. Voortaan moet met kapitaal nieuw kapitaal gegenereerd worden. Dat principe domineert de werking van het hele stelsel.”3

    Het loont de moeite hier een ogenblik bij stil te staan want hier verwoordt Kruithof de essentie van het kapitalisme. Waar voorheen ruilhandel bestond (men gaat met zijn teveel aan eieren naar de markt en men komt terug met de aardappelen die men nodig heeft), eventueel met gebruikmaking van een ruilmiddel (geld), gaat men nu naar de markt met een som geld en men keert terug met een grotere som. Ter plekke koopt en verkoopt men waren die men niet nodig heeft maar die nu verworden zijn tot middelen om zijn kapitaal groter te maken. Met andere woorden: het ruilmiddel neemt de plaats in van de goederen die voortaan nog slechts middelen zijn om zich te verrijken. Het respect dat toekomt aan de dingen (voedsel, arbeid en noem maar op) verdwijnt totaal en het domme geld wordt keizer van de wereld. Met alle economische maar ook morele, ideologische en culturele gevolgen van dien.

    Die wereldmarkt valt niet langer samen met een wereldrijk: ze verheft zich boven alle staten en ze maakt de kloof tussen rijk (het Westen) en arm (de ontwikkelingslanden) steeds groter. Bovendien verschuift de welvaart voortdurend en de economisch machtigste staten bepalen ook politiek, ideologie en cultuur. Zo verschoof de macht van eerst enkele Italiaanse steden (Genua, Venetië, Florence) naar Amsterdam, dan naar Londen en vervolgens naar New York (dat de hegemonie had tot de jaren tachtig). Uiteraard is er tevens een verschuiving van productie en handel naar louter (speculatief) kapitaal. Vier Kondratieffgolven4 (van telkens ca. 50 jaar) volgen elkaar op: het tijdperk van kolen, staal en stoommachine (voor 1850), dat van trein, fotografie en dieselmotor (1850-1900), de tijd van elektriciteit, auto en vliegtuig (1900-1950) en die van elektronica, antibiotica, kernenergie en informatica (1950-2000).

    Demografisch is er bevolkingsexplosie en vergrijzing waarbij 70 pct. van de mensen geen pensioen genieten en de tendens van de vervroeging van de pensioenleeftijd (onder meer met het oog op het bestrijden van de jongerenwerkloosheid) keert onder de druk van het winstbejag om: langer werken om alles betaalbaar te houden.5

    Kruithof staat stil bij de situatie in enkele delen van de wereld. De V.S. kampen met geldnood: “De rol van superagent van de planeet kost de States veel geld.”6 Ze worden economisch ingehaald door Europa en Japan. “De States zijn behoudsgezind waar het hun eigen zwakke sectoren betreft en voeren, waar ze sterk staan, een agressieve vrijhandelspolitiek die van strenge milieunormen en humane arbeidsconditie niets wil weten.”7 Een kwart van de Amerikanen leeft in armoede, alle rijkdom is privaat.

    Wat Rusland betref klinkt Jaap Kruithof andermaal profetisch: “De rijkdommen van het land werden geplunderd door een kleine minderheid van nieuwe eigenaars (…) Minstens veertig procent van het beschikbare kapitaal wordt gecontroleerd door de maffia. Er zijn geen maatschappelijke krachten aanwezig om de dictatuur van die bende te breken.”8 “De Russische staat kampt met enorme schulden.”9 De oligarchen versasten tussen 1990 en 2000 7.000 miljard frank zwart Russisch geld naar het Westen.10 Rusland is economisch zwak met een sterk wapenarsenaal: “Een gevaarlijke toestand voor de internationale veiligheid en de wereldvrede.”11 Er zijn burgeroorlogen, sociale ellende (“Eén op vier leeft met minder dan 800 frank per maand”12), werkloosheid, tbc, ondervoeding, kinderhandel, gedaalde levensverwachting bij mannen (van 69 naar 58 jaar), en dat alles ingevolge het oprukkende neoliberalisme.13

    De derde economische speler is Zuid-Oost Azië met aan de kop Japan waar het bedrijf de afgod is en de arbeid militaristisch wordt georganiseerd maar Japan blijft van het buitenland afhankelijk voor energie en voedsel.14 Thailand en Indonesië maar ook Zuid-Korea en Malaisië geraakten sinds 1997 in een crisis ingevolge overschatting van de expansie, te grote leningen en schulden waardoor zij met hun geld (110 miljard dollar) naar het Westen vluchtten.15 In 1998 gaat Japan in recessie, banken gaan failliet en moeten genationaliseerd worden. Werkloosheid, armoede en dakloosheid treffen gans Zuid-Oost Azië.16

    In de toekomst zal het westen wellicht niet langer de eerste viool spelen en Kruithof ziet vier mogelijke scenario's: een hegemonie voor Oost-Azië, een wereldregering, verbrokkeling van de macht en chaos of tenslotte een wereld vol cultuurconflicten...17

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 4 maart 2025)>

    1Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

    2Ib., pp. 11-23.

    3Ib. p. 29.

    4Conjunctuurgolven (die eerst versnellen en dan vertragen) onderscheiden door en genoemd naar de Russische econoom Nicolaj Kondratieff (1892-1938).

    5Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000, pp. 32-33. N.B.: Kruithof schreef dit een kwarteeuw geleden.

    6Ib., p. 33.

    7Ib., p. 34.

    8Ib., p. 34.

    9Ib., p. 34.

    10Ib., p. 35.

    11Ib., p. 35.

    12Ib., p. 35.

    13Ib., pp. 35-36.

    14Ib., pp. 36-37.

    15Ib., p. 37.

    16Ib., pp. 37-38.

    17Ib., pp. 38-39.


    04-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur

     

     

    Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”

    Deel 3: Het alternatief is de muur

    De mens kan zich niet van zijn zorgen ontdoen zolang hij een gevangene is van de fysische werkelijkheid: alleen door morele daden te stellen kan zij zich daarvan bevrijden; hij betreedt dan een tot dan toe voor hem onbestaande werkelijkheid en verkrijgt zo het inzicht dat de stoffelijke wereld daarvan deel uitmaakt, dat het stoffelijke bestaat bij de gratie van het geestelijke en niet andersom.

    Het materialisme ziet de wereld als een bouwsel van uitsluitend materie en energie en wat wij het geestelijke noemen, wordt daar beschouwd als een product van de stoffelijke hersenen, een product dat eveneens zou behoren tot de wereld van materie en energie. Edoch, dit wereldbeeld is oneigenlijk.

    Om te beginnen is de wereld helemaal geen bouwsel, de wereld is niet geconstrueerd zoals een huis dat is of een auto. De werkelijkheid is geen geheel dat zou opgebouwd zijn uit onderdelen. Microreductionisten beweren van wel, zij denken dat alles uit kleinere delen is samengesteld omdat zij ervan overtuigd zijn dat ze alles uit elkaar kunnen halen en vervolgens weer tot een geheel kunnen samenvoegen. Maar alleen al het gegeven dat door het samenvoegen van de vermeende bestanddelen nog nooit iets werd geconstrueerd dat levensvatbaar is, toont aan dat de microreductionistische opvatting een illusie is. Het is daarentegen veel aannemelijker om te stellen dat we net andersom moeten denken: het geheel gaat vooraf aan het deel en het doel schept zijn middelen.

    Om de aannemelijkheid van die (teleologische) opvatting te illustreren, hoeven we alleen maar na te gaan hoe de mens, die dan toch voor zover bekend het summum is van complexiteit in de hele kosmos, tot stand komt. Een menselijk wezen bevat zowat alle bestaande elementen maar die worden niet zomaar samengesteld tot een mens: de mens zelf gaat aan hun ordening vooraf. Een menselijk wezen ontstaat in de schoot van een reeds bestaand menselijk wezen dat zijn moeder wordt genoemd en die moeder vormt uit allerlei elementen die zij met haar bloedstroom naar haar schoot brengt, een menselijk wezen naar haar eigen beeld en gelijkenis.

    Als straks de vogels een nest gaan bouwen, is dat nest niet iets dat volgt uit het samenstellen van takjes en grasjes (en nu ook stukjes plastic): die hele activiteit wordt voorafgegaan door het nest zelf, dat bij de vogels reeds bestaat als een plan, een idee. Er wordt gewerkt vanuit het doel naar de middelen toe en alleen op die manier kan iets tot stand komen dat zich van de chaos onderscheidt. De stoel die de timmerman maakt, is niet het resultaat van gehamer en gezaag maar net andersom is er bij de timmerman eerst en vooral het plan, het idee van de stoel dat de hele activiteit van de vakman bepaalt.

    Het lijkt er soms op dat er een ideeënwereld bestaat die het reilen en zeilen in de materiële werkelijkheid bestuurt om die naar zijn beeld en gelijkenis om te vormen. En dit lijkt dan wel treffend tot uiting te komen in het werk van kunstenaars, vooral inzake het componeren van muziek, daar menig componist ons daarvan zal verzekeren dat de muziek uiteindelijk zichzelf schrijft: nog voordat een muziekstuk gecomponeerd wordt, bestaat het als een idee en wordt die idee niet gevolgd, dan klinkt de muziek niet mooi. Men zou schoonheid zelfs kunnen definiëren op grond hiervan: een kunstwerk is schoon als het overeenstemt met zijn idee en vandaar ook wordt een kunstwerk principieel door iedereen als zodanig erkend, alsof die erkenning berust op een herkenning, een déjà-vu.

    Alle gekheid op een stokje maar alvast is het zo dat de dingen pas een zin of een betekenis krijgen in het licht van het bewustzijn van een subject. Het lichaam ontleent zijn betekenis aan het subject dat het bezielt, het bestaat voor de naamdrager die ermee geïdentificeerd is en ontleent aan hem of haar zijn betekenis. De organen ontlenen hun betekenis aan het lichaam, de cellen ontlenen hun betekenis aan de organen, de moleculen aan de cellen, kortom: het is pas in het licht van het hogere dat het lagere zijn betekenis krijgt, het is pas in het licht van het bewustzijn dat de stoffelijke wereld tot bestaan komt - zonder bewustzijn was er alleen chaos, niets. En bewustzijn is een resultante van intersubjectieve communicatie of taal in de breedste betekenis van het woord. Vandaar: “In den beginne was het Woord.”1

    Andermaal: alvast is het zo dat het lagere zich moet 'opofferen' aan het hogere teneinde zelf te kunnen bestaan: het atoom moet zich geven aan de molecule, de molecule moet de cel van dienst zijn, de cel kan pas leven binnen het orgaan, het orgaan is niets zonder het lichaam en het lichaam dankt zijn betekenis aan de mens die ermee samenvalt. Op dezelfde manier kan het bestaan van de mens zijn zin pas vinden in wat hem te boven gaat en dat is de betekenis van de waarheid in het devies dat men zijn leven pas kan behouden door het prijs te geven. En het ongeluk van de huidige tijd en cultuur zou wel eens zijn oorsprong kunnen vinden in het miskennen van deze waarheid en, meer bepaald, in het antropocentrisme, de basis van het humanisme: de vergissing die erin bestaat te geloven dat men als menselijke persoon het einddoel van de hele schepping is. Dat geloof plaatst de mens voor een muur want het is een verantwoordelijkheid die niemand meester kan.

    (J.B., 4 maart 2025)

    1Het evangelie naar Johannes 1:1-5: “In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.”


    02-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”

     

     

    Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”

    Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”

    In wat vooraf ging zagen wij dat de mens zich niet van zijn zorgen kan ontdoen omdat hij de tijd niet kan omkeren maar hij overstijgt ze wel waar hij morele wetten hanteert die de fysische in hun schaduw stellen en dat illustreert zich bijvoorbeeld bij de zwangere vrouw die beslist om het leven van haar kind op het hare voorrang te geven: zij laat zich niet verlammen door het dilemma 'sterven of doden' maar kiest er resoluut voor om te sterven waar zij daarvan abstractie maakt door die beslissing op te vatten als de keuze voor het leven aan haar kind.

    De vraag rijst nu waar de morele werkelijkheid vandaan komt die zich in de plaats stelt van de natuurlijke en welke wordt gedragen door wetten die de natuurwetten in haar schaduw laten staan. Het antwoord laat zich raden maar is niet zo eenvoudig in zijn betekenis te vatten: de moeder verkiest het te sterven om het leven van haar kind te redden omdat zij haar kind bemint. En vraagt men nu wat de betekenis is van dit beminnen, dan kan men het alleen maar definiëren op grond van de constellatie waarin het hier vervat zit: dat de moeder haar kind bemint, betekent dat zij het leven van dat kind de voorrang verleent op het hare. Maar dat wil zeggen dat zij zo handelt dat haar kind kan leven, ongeacht wat de gevolgen zijn voor haar zelf. Beminnen betekent dus helemaal niet dat men zichzelf doodt uit liefde voor een ander, het betekent wel dat men de ander liefheeft tot elke prijs. En is die prijs het eigen leven, dan is dat maar zo. En vervolgens rijst uiteraard de vraag: waar komt die liefde dan vandaan die maakt dat de moeder handelt volgens wetten die de natuurwetten in hun schaduw stellen?

    Een ding is zeker: die liefde komt niet uit dezelfde wereld waarin de natuurwetten gelden om de eenvoudige reden dat de wetten van de liefde haaks staan op die van de natuur. Indien ze wél uit dezelfde wereld kwamen dan zou die wereld inconsistent zijn, zoals elke wiskundige kan begrijpen. In eenvoudige bewoordingen: consistentie is de afwezigheid van innerlijke tegenspraken, wat hier betekent dat in één en dezelfde wereld de wetten die daar gelden elkaar niet kunnen tegenspreken. Is dat wel het geval, dan schort er wat met onze opvatting over die wereld. In het voorbeeld van de moeder die haar leven offert aan dat van haar kind, handelt zij volgens een wet die de natuurwetten tegenspreekt, zij verwerpt immers het recht van de sterkste. Als nu de wet die zij volgt niet thuishoort in de fysische werkelijkheid, dan kan het niet anders of zij stamt uit een andere werkelijkheid. Die andere werkelijkheid hebben we de morele werkelijkheid genoemd.

    Met andere woorden: de wil tot zelfopoffering staat haaks op de wet van het recht van de sterkste die de wet is van de jungle. De wet die maakt dat de moeder liever sterft dan te doden, komt niet uit de wereld waaruit de traagheidswet en de vervalwet vandaan komen, ze komt niet uit de wereld buiten ons die ons bestaan daarin mogelijk maakt en limiteert. De morele wet die de moeder toelaat om de natuurwetten naast zich neer te leggen of dus de liefde, is afkomstig uit het 'binnenste' van de mens.

    Wat is dan dat 'binnenste'? Want wat hier voorlopig het 'binnenste' genoemd werd, is een realiteit evenals het 'buitenste', getuige de wetten die er regeren. Het is een realiteit die zich aandient op het ogenblik dat de mens in een crisissituatie komt die daardoor gekenmerkt wordt dat zij een in de fysieke werkelijkheid onoplosbare zorg meebrengt. De 'onverteerbaarheid' van die zorg dwingt ons om een oplossing te gaan zoeken in een andere werkelijkheid. Het lijkt dus alsof de fysieke werkelijkheid zodanig geconstitueerd is dat deze ons (in zekere crisissituaties) noopt om de morele werkelijkheid te betreden. Het is alsof de materiële realiteit, middels de verschrikking van de eindigheid die zij voor ons in petto heeft en uitgerekend op die wijze, in ons 'binnenste' de liefde doet ontstaan.

    Het buitenste en het binnenste: zij doen denken aan de opdeling van de realiteit in subject en object en in het bijzonder stellen zij de waarheid in het licht dat het subject niet herleidbaar is tot een object. Het binnenste is met andere woorden niet en nooit en onmogelijk van buitenaf te zien, het is niet iets dat wij van buitenaf zouden kunnen vinden door bijvoorbeeld iemand open te pellen en in hem of haar vanbinnen te gaan kijken (wat fysicalisten geloven, die de 'ziel' situeren ergens in de hersenen), neen: het binnenste kan alleen ervaren worden van binnenuit, dus niet met de zintuigen en ook niet met het verstand. Het binnenste wordt gevoeld, niet zoals iets dat wij beheersen zoals wij de objecten buiten ons kunnen beheersen, maar als iets waardoor wij beheerst worden. En dat iets is een 'iemand': die iemand is het 'object' van onze liefde of beter uitgedrukt: het subject ervan. Het binnenste van de werkelijkheid kennen we alleen waar het ons eigen binnenste is, dat van een ander kunnen we niet kennen op de manier waarop we het buitenste van de ander kennen: we moeten erin geloven. We moeten aannemen dat de ander een binnenste heeft zoals wij zelf een binnenste hebben dat we kunnen ervaren, terwijl we dat van de ander niet kunnen ervaren maar wel kunnen erkennen. Nu is het op het ogenblik dat wij onze eigen eindigheid echt gaan beseffen, dat we tevens gaan beseffen dat wij eigenlijk geen ander verweer meer hebben om die eigen grens te overstijgen dan door de erkenning van de ander als aan ons gelijkwaardig.

    De moeder die kiest voor het leven van haar kind, behoudt 'het' leven door het prijs te geven: haar eigen leven is eindig maar kan zich als 'het' leven zonder meer bestendigen in dat van haar kind. De daad van de zelfopoffering vergt dan wel dat men het leven niet langer beschouwt als het zijne maar wel als het onze en achter die verschuiving gaat een bijzonder inzicht schuil dat er wordt door voortgebracht: het inzicht dat het eigen binnenste niet iets is wat men bezit doch iets waaraan men deelachtig is. Met andere woorden gaat het hier om het inzicht en om de ervaring dat ons zijn ons niet toebehoort: het zit niet vanbinnen in ons fysieke lichaam maar geheel andersom maakt ons lichamelijk zijn in de fysieke wereld daar deel van uit. En hieraan moet nog een bijzonderheid worden toegevoegd: het bestaan van de morele werkelijkheid is geen objectief gegeven omdat onze toegang daartoe pas een feit wordt op het ogenblik dat wij daden stellen waaruit onomstotelijk blijkt dat we die werkelijkheid erkennen. Met andere woorden blijven wij in de fysieke wereld gevangen zitten zolang wij de wetten volgen die daar gelden en geen andere. Niemand is dan ook in staat om hier terecht te spreken over het gelijk of het ongelijk inzake de opvattingen hierover omdat het morele inderdaad niet bestaat voor wie zich er niet in begeven. Vandaar: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen.”

    (J.B., 2 maart 2025)


    01-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Satyagraha

    Satyagraha


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wet, zijn letter en zijn geest

     

     

    De wet, zijn letter en zijn geest

    Men zegt soms dat men moet handelen naar de geest van de wet en niet naar zijn letter, alsof dat twee punten waren van waaruit men zich met het oog op het goede handelen zou kunnen oriënteren en soms lijkt daar wel wat van aan te zijn maar dat betekent evenwel niet dat daarmee ook uitsluitsel gegeven is over het goede. Het is waar dat de letter de geest nooit helemaal kan vatten (en dat geldt niet alleen voor de wet) maar het is even waar dat de noodzaak bestaat om alsnog te pogen dat op de best mogelijke manier te doen. Waterdicht zal die werkwijze nooit zijn omdat het kwaad zich altijd kan verhullen met een schijn van het goede, omdat men zich altijd wel kan verschuilen achter de letter van de wet om zijn geest te schenden, wat overigens een van de vele verschijningsvormen is van het probleem van de discrepantie tussen redelijke argumenten en eigenlijke drijfveren, maar de poging en de voortdurende veredeling ervan is nodig als buffer tegen het kwaad dat ons anders ongetwijfeld onder de voet zou lopen. Tot daar iets over het onderscheid tussen de letter van de wet en zijn geest. Maar er is nog een ander probleem in het spel.

    Mensen die zich beroepshalve in de justitiële sfeer ophouden, zullen het wel weten: afgezien van de kloof tussen de letter van de wet en zijn geest, moet men vooreerst beseffen dat de grondslag van de letter van de wet, met name zijn geest, uiteraard niet meer kan verwijzen naar de rechten en de plichten zoals die te boek gesteld zijn: zij wijzen, verder dan dat, naar de noden die daarvan aan de grondslag liggen. Zo bijvoorbeeld kan met wetten diefstal worden verboden maar de daar achter liggende geest heeft te maken met onder meer de menselijke nood aan veiligheid. De wettelijk afgedwongen belastingplicht heeft te maken met allerlei noden waaraan moet tegemoet gekomen kunnen worden. En om het vaak paradoxale van letter en geest te illustreren kan wellicht geen beter voorbeeld worden bedacht dan dat van de wettelijk opgelegde vrijheidsbeperkingen in functie van de handhaving en de maximalisering van de vrijheid. In twee woorden: achter de instelling van wetten of van rechten en plichten schuilt de zorg voor het lenigen van onze noden. Het gebeurt dan ook vaker dat mensen daden plegen die niet helemaal lijken te stroken met de letter van de wet terwijl zij wel de geest daarvan respecteren en in die gevallen is het aan bijvoorbeeld rechters om daar in wijsheid een oordeel over te vellen. De burgerlijke ongehoorzaamheid is daar een opvallend voorbeeld van. En zo komen we nu tot het andere probleem dat in het spel is en dat te maken heeft met het vaststellen van de noden.

    In een democratie zijn de wetten de resultante van een proces dat de volkswil tot uitdrukking moet brengen. Het volk wordt vertegenwoordigd door haar verkozenen in het parlement waar in overleg datgene wat de modale kiezer wil, in wetten wordt gevat. Uiteraard moet daarbij ook rekening worden gehouden met reeds bestaande wetten, met mensenrechten, met internationale overeenkomsten en zo meer. Het beslissingsproces is een enorme molen die langdurig en moeizaam draait maar waaruit dan de mooi gebakken koekjes komen die de wetten zijn. Men zou nu kunnen denken dat er niets aan de hand is zolang de wil van (de meerderheid van) het volk maar gerespecteerd wordt maar er zitten wel degelijk addertjes onder het gras. Die addertjes hebben te maken met de volkswil en meer bepaald met het gewicht daarvan dat immers mede wordt bepaald door de vrijheid waarin mensen hun keuzes maken. Want het mag voor iedereen duidelijk zijn dat men maar iets kan willen, als men geniet van de vrijheid om zekere keuzes te maken. Als bijvoorbeeld een drugsverslaafde drugs wil, dan kan zijn wil worden in vraag gesteld in die zin dat hij wellicht de vrijheid mist om nog te kunnen kiezen. En zo extreem is dit voorbeeld zeker niet, aangezien de stemmen die opgaan op zekere drugs wettelijk toe te laten (denk aan softdrugs) of om andere niet wettelijk te verbieden (denk aan alcohol), mede worden beïnvloed door verslaving of dus door onvrijheid en helemaal niet door de vrije wil. Uiteindelijk zal een wet die alcohol toelaat dan niet langer door de volkswil worden bepaald maar wel door de economische sectoren die teren op de alcoholconsumptie. Op hun beurt worden zij (deze economische sectoren) gestuurd door het winstbejag dat, andermaal, op zijn beurt welhaast onontbeerlijk blijkt in een kapitalistische economie met een concurrentieel karakter. Het probleem mag niet worden onderschat en is zeer dringend omdat het alle maatschappelijke sectoren aantast en het deze ook in geen tijd perverteert. Zo bijvoorbeeld bestaat ook in onze scholen waaraan ouders de opvoeding van hun kinderen toevertrouwen een cliëntelisme dat maakt dat het onderwijs wordt ondermijnd door winstbejag: leraren worden in zekere scholen door de directe ertoe aangezet om aan de opvoedelingen geen eisen meer te stellen omdat zij vrezen dat de leerlingen dan zullen overlopen naar andere scholen waar zij hun getuigschrift met minder inspanningen kunnen halen en het onderwijs is dan enkel nog het voorwendsel dat het schoolpersoneel moet verzekeren van zijn job en inkomen ten koste van (de opvoeding van) de kinderen die dan daarvan in dienst staan. Andermaal: de volkswil is een welluidend argument maar de vrijheid om te kunnen kiezen is geen vanzelfsprekendheid.

    Zo worden in een democratie de wensen van de mensen sterk beïnvloed door de wensen van zich achter menselijke maskers verschuilende onmensen. Met 'onmensen' wordt hier niet zozeer gedoeld op mensen die het kwade zoeken maar wel op systemen die zich niet meer door mensen laten sturen maar die daarentegen mensen boven het hoofd gegroeid zijn en hen naar hun hand zetten, of beter: ze zetten de mensen niet naar hun hand want handen hebben ze niet maar ze zetten hen naar de algoritmes die hen sturen. Bedrijven moeten winst maken of zij gaan failliet en winstbejag corrumpeert uiteraard het goede, zodat vooral het bedrog in het tweespan van argumenten en drijfveren (men doet kwaad onder het voorwendsel van een goed doel) een duizelingwekkende ontwikkeling krijgt. De mensen gaan denken dat zij iets willen maar het resultaat van hun keuze blijft aan het oog ontrokken totdat het al te laat is om nog rechtsomkeert te kunnen maken. En achter het bedrog schuilen geniale carrousels die met hun gigantische buit in staat zijn om het kruim van de intelligentsia in hun dienst te stellen. Of toch bijna, want er is uiteraard altijd nog de 'geest' van de zaak.

    Reclame beïnvloedt de volkswil maar ook onderwijs, godsdienst, allerlei ideologieën en ook instellingen die het democratisch recht genieten om zich te ontplooien, allerlei producten, modes, overtuigingen en noem maar op: het komt allemaal in vrijheid aan bod, wat een prachtige zaak is, maar daarbij vertrouwt men zich er op dat de dingen die meer kwaad dan goed doen, zichzelf sowieso uit de markt zullen sluiten... uiteindelijk. En dat zou best waar kunnen zijn maar de vraag rijst of er wel voldoende tijd en ruimte voorhanden zijn om dat allemaal zijn gang te kunnen laten gaan. Vaak immers heeft aangericht kwaad onomkeerbare gevolgen (denk aan milieuschade) en precies die vaststelling maakt dat ook hier zogenaamd democratisch verkregen vrijheden op de een of andere manier aan banden moeten kunnen worden gelegd. Het anticipatievermogen van de modale kiezer die via zijn stem weliswaar de wetten maakt, mag evenmin worden overschat als onderschat. Het goede, zoals Spinoza het zei, is even moeilijk als zeldzaam, het is derhalve niet zomaar gemeengoed, het kan geen resultante zijn van wat een meerderheid van de mensen denkt te kunnen willen.

    We zien dus dat de letter van de wet verschilt van zijn geest maar dat ook die geest van de wet geen sinecure is: de noden die ervan aan de grondslag liggen blijken dikwijls geen fundamentele behoeften te zijn maar louter preferenties of, erger nog, dingen die wij helemaal niet nodig hebben of die ons schade toebrengen en dikwijls onomkeerbare schade. En dat is nu zonder twijfel het geval waar (jonge) mensen sneuvelen en nooit meer opnieuw tot leven kunnen worden gewekt - zij sneuvelden omdat zij geloofd hebben wat leugenaars hen hebben aangepraat, namelijk dat zij hun leven schenken aan het vaderland. Het evangelische devies dat wie hun leven prijsgeven het zullen behouden, is hier uiteraard helemaal niet van toepassing maar reeds werd er door kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders mee geschermd aan beide zijden van het front: enerzijds door de patriarch van de Russisch-orthodoxe kerk die de soldaten aanmoedigde met de woorden de dood niet te vrezen en anderzijds door de katholieke bisschoppen hier te lande die tijdens een kerstmisviering met Oekraïense vrouwen en kinderen op de vlucht, meenden te moeten zeggen in hun preek dat hun sneuvelende echtgenoten en vaders toonbeelden van naastenliefde zijn daar zij hun leven schenken aan hun naaste. Weliswaar zien zij het zelf zo maar wat aan hun oog onttrokken wordt, is het kwaad dat schuilt in de geesten van hun meerderen die zich van hen bedienen alsof zij geen mensen waren doch louter pionnen die, als zij sneuvelen, zo snel mogelijk vervangen moeten kunnen worden.

    Het is een pertinente leugen dat de wereld nood heeft aan massa's misleide jonge mensen, aan de uitgestrekte begraafplaatsen waar hun dode lichamen 'rusten' en aan verdriet dat nooit meer zal overgaan. Het is een pertinente leugen dat oorlogen een oplossing kunnen bieden aan de geschillen tussen enkele waanzinnigen die regeren over ganse werelddelen. Het is daarentegen een waarheid als een koe dat de ellende die de betrokken criminele nitwits in de wereld brengen, onherroepelijk is.

    (J.B., 1 maart 2025)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder

    Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder:

    https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2025/02/26/luister-niet-naar-theo-francken-er-zijn-andere-plaatsen-om-de-gemeenschap-te-dienen-dan-in-het-leger/


    28-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”

     

     

    Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”

    Het is een mysterie maar de mens kan zich van zijn zorgen niet bevrijden. Onze zorgen vinden hun oorsprong hierin dat wij geen greep kunnen krijgen op de richting waarin de tijd verloopt of, anders gezegd, dat wij onderworpen zijn aan de tweede wet van de thermodynamica, die de wet is van het verval. Wij zijn in de tijd geworpen zoals reizigers die gedropt worden op een rijdende trein waar ze niet af kunnen springen, waarvan ze de richting niet zelf bepalen en die ze geen rechtsomkeer kunnen laten maken. De tijd is zoals een vlam die ons opbrandt alsof wij kaarsen waren maar zonder welke wij uitdoven. Wij pogen ons daartegen te verzetten omdat wij daartoe gedoemd zijn, omdat het onmogelijk is om ons daar bij neer te leggen; niemand immers kan zich neerleggen bij de werkelijkheid van een gewis einde, wij zijn onderworpen aan een verzet daartegen dat sterker is dan onszelf. Het verzet tegen ons einde is sterker dan onszelf maar tegelijk haalt het niets uit. Dat feit neemt de rust weg uit ons bestaan, het vervult ons met zorgen waartegen geen kruid gewassen is, zorgen waarvan niemand zich bevrijden kan. De zorg is in wezen de wil om het onmogelijke te verwezenlijken. De zorg lijkt daarom dwaas maar het is een dwaasheid die wij niet in staat zijn te ontvluchten. Het is een onwetendheid waar wij nooit uit weg geraken. Tegelijk lijkt er geen kennis te bestaan die ons van die onwetendheid kon verlossen omdat die kennis in staat zou moeten zijn om de tijd om te keren.

    Zorgen dwingen ons daarom om op zoek te gaan naar een andere werkelijkheid dan deze waarin wij ons geloven te bevinden en die ons onderwerpt aan wetten die wij eigenlijk niet kunnen willen terwijl het ook onmogelijk is om ons eraan te onttrekken. Zorgen frustreren ons dermate dat wij alsnog blijven zoeken naar hetgeen zeker niet te vinden is in de werkelijkheid waarin zij ons parten spelen. Zorgen dwingen ons dat wij een andere werkelijkheid binnentreden maar dat kunnen wij pas doen als wij de werkelijkheid die ons gevangen houdt, met een nieuwe verwisselen. En dit is niet onmogelijk omdat al wat werkelijk is, dat ook is omdat het als zodanig geconstitueerd wordt door wetten, terwijl wetten niet op zichzelf bestaan doch berusten op een akkoord dat wij met die wetten hebben.

    Nemen wij als voorbeeld een voetbalspel waarin wij opgaan, een spel dat meeslepend is voor alle spelers en toeschouwers en dat een winnaar heeft en een verliezer en waarbij de winnaar beloond wordt met echt bestaande, tastbare beloningen. Het spel berust op enkele regels waaraan alle spelers zich houden teneinde het spel te kunnen spelen. Zij verbinden zich ertoe de spelregels te volgen en zo kunnen zij ook spelen en zijn zij eraan gehouden om de uitkomsten van het spel te aanvaarden: zij verliezen of zij winnen tastbare, waardevolle goederen. Uiteraard zijn naast de spelregels ook natuurwetten van kracht in het spel: de wetten van de zwaartekracht, de traagheidswet, de tweede wet van de thermodynamica, noem maar op. Van het akkoord dat wij hebben met de wetten van het voetbalspel, de spelregels, zijn wij ons goed bewust: wij weten dat wij ons ertoe verbonden hebben deze regels te volgen en alle implicaties met betrekking tot de afloop van het spel te aanvaarden; wij zijn van op voorhand bereid om het verlies aan te nemen als wij verliezen en uiteraard ook de winst als wij winnen. Maar de oorsprong van het akkoord dat wij hebben met de natuur die ons aan zijn wetten onderwerpt, is veel moeilijker te achterhalen. Wij worden ons daar meestal pas van bewust op het ogenblik dat de natuurwetten zich aan ons openbaren als onze eigenlijke bestaanscondities. Die lijken op het eerste gezicht absoluut te zijn of het karakter te hebben van de conditio sine qua non maar die schijn kan verdampen door het zich voordoen van welbepaalde omstandigheden. En wij bedoelen omstandigheden van ethische aard welke ons bewust maken van het bestaan van wetten die sterker zijn dan die van de natuur.

    Een concreet voorbeeld doet zich voor waar het leven van een moeder op het spel staat door een zwangerschap en waar zij ervoor kiest om haar leven op te offeren aan haar dan nog ongeboren kind. De moeder kon zich redden door gebruik te maken van haar recht op voorrang van haar eigen leven op dat van haar kind - een recht dat verwijst naar de fataliteit van de natuurwetten, een recht waarop zij zich kan beroepen om haar kind te (laten) doden teneinde zelf in leven te kunnen blijven. Als men geneeskundige zorgen moet missen en men moet de natuur zijn gang laten gaan, sterft de moeder. Als men met een medische ingreep het leven van de moeder redt, sterft het kind. Maar de derde mogelijkheid bestaat erin dat ondanks de aanwezigheid van medische bijstand en burgerlijke rechten, de moeder zelf aan die bijstand en aan dat recht verzaakt om het leven van haar kind voorrang te geven boven het hare. Zij offert zich dan welbewust op aan haar kind. Zij acht het met andere woorden waardevoller om niet te doden dan om zelf niet te sterven. Dat immers is de keuze waarmee zij geconfronteerd wordt: doden of sterven. En als er geen morele werkelijkheid bestond, dan had de vrouw in kwestie geen keuze en dan zou het recht van de sterkste zegevieren. Maar het bestaan van een morele werkelijkheid kan maken dat dat recht van de sterkte wordt omgekeerd. De moeder die ervoor kiest om haar leven op te offeren aan dat van haar kind, overstijgt haar zorg door zelf te beslissen dat zij de natuurwetten verwerpt, in dit geval door ze hun gang te laten gaan en zich er niet tegen te verzetten, en wel met een moreel motief dat luidt dat het beter is om te sterven dan om te doden.

    Op die manier ontdoet de moeder zich van zorgen die op het eerste gezicht onoverkomelijk leken of fataal. Ze leken fataal omwille van onze onderworpenheid aan de wetten van de natuur. Edoch, er bestaat een ontsnappingsmogelijkheid aan die fataliteit die maakt dat wij zorgen hebben en die is er dankzij het bestaan van de morele werkelijkheid. In dat verband herinnert men zich de Bijbelse waarheid dat wie hun leven wil behouden, het zullen verliezen maar dat wie hun leven geven, het zullen behouden.1

    (J.B., 28 februari 2025)

    1Cf.: Marcus 8:35: Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven vanwege Mij en voor Gods plan verliest, zal het behouden.” Matteüs 16:25: Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden.” Lucas 9, 24-25: Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden. Johannes 12, 24-26:Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het. Maar wie zijn leven prijsgeeft in deze wereld, zal het behouden en eeuwig leven.


    25-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijwillige legerdienst”!?

     

     

    Vrijwillige legerdienst”!?1

    Alle 18-jarigen zullen een brief krijgen om een vrijwillige legerdienst te doen. Zo kunnen jongeren die dat willen tegen betaling gedurende 12 maanden militair worden.”2 Aldus eergisteren de NVA-politicus en Minister van Defensie Theo Francken.

    In België is er sinds 1994 geen 'legerdienst' of 'militaire dienstplicht' meer. De uitdrukking “vrijwillige dienstplicht” is daarom een contradictio in terminis. En rijst hier niet de vraag of een vrijwilligersleger wettelijk mogelijk is?

    Afgezien daarvan is er de kwestie of het inderdaad mogelijk is om er in vrijheid voor te kiezen om legerdienst te doen. Immers, onder de mooie beschrijving van 'defensie', bestaat de legerdienst voor een groot stuk uit een opleiding tot het leren hanteren van (gevechts)wapens. En een gevechtswapen is “een werktuig dat gebruikt wordt om mensen, dieren of voorwerpen te verwonden, te beschadigen of te doden.”3

    Nu is ons uit voorbije oorlogen bekend dat de meerderheid van de gevechtssoldaten hetzij sneuvelen hetzij levenslang kampen met aandoeningen die een gevolg zijn van het doden van medemensen of van het verkeren in levensgevaar. Immers, “Het leven in de loopgraven was een hel, vele soldaten kregen shellshock (oorlogsneurose): getraumatiseerde soldaten praatten met zichzelf, met hun doden of met de ratten. Het menselijk leed van W.O.I werd gesymboliseerd in het Treurend ouderpaar van Käthe Kollwitz dat achteraan op de begraafplaats in Vladslo staat. De nationaliteit van de begraven slachtoffers speelt helemaal geen rol meer en voor het leed bestaat geen soelaas, de vader en de moeder van de gesneuvelde soldaat zoeken bij elkaar geen troost meer, hun beelden staan apart.”4

    De getuigenissen van getraumatiseerden uit oorlogsgevechten laten er geen enkele twijfel over bestaan dat wat de frontsoldaten moeten meemaken, hen volstrekt onbekend is tot op het ogenblik zelf dat zij daarmee geconfronteerd worden. Met andere woorden beseft niemand van de rekruten waaraan ze eigenlijk beginnen. Niemand is in staat om van op voorhand de betekenis in te schatten van het soldaat-zijn in een oorlog. Wanneer er dienstplicht is, heeft men geen keuze en stelt zich het probleem niet waarmee 'vrijwilligers' geconfronteerd worden. Vrijwilligers immers kiezen voor iets dat zij niet kennen. Edoch, als het object van de keuze onbekend is, kan de keuzedaad onmogelijk in vrijheid geschieden: het is dan geen vrije keuze doch een gok.

    Overigens stelt zich hetzelfde probleem met betrekking tot de problematieken van de zelfmoord en de euthanasie: men kan niet beweren dat de betrokkenen in vrijheid kiezen voor de dood omdat niemand weet wat het betekent dood te zijn: de kennis die wij hebben over de dood, betreft enkel de dood van derden, gezien van buitenaf; over het eigen dood-zijn is kennis onmogelijk.

    Om (jongvolwassen) mensen aan het gokken te brengen, tracht de minister hen nu te verleiden om “tegen betaling gedurende 12 maanden militair te worden.” Hiermee wil hij ingaan tegen de natuurlijke en menselijke neiging om risicogedrag zoveel mogelijk te vermijden. Ook bij Russische roulette wordt de afkeer van risicogedrag bekampt met het aanporren van de hebzucht of met geld. Een deugd (voorzichtigheid) wordt met een ondeugd (hebzucht) tegengewerkt met als resultaat een tweede ondeugd (risicogedrag) die in afschuwelijke gevolgen resulteert (moord).

    De verleiding is dezelfde als deze die de aantrekkingskracht uitmaakt van een spel, alleen is oorlog geen spel, het is een spel met het leven. Dat in oorlog het leven op het spel gezet wordt, maakt de kern uit van zijn aantrekkingskracht, het is de kick van de dood die mensen ertoe verleidt om het spel te gaan meespelen. Om het uit te drukken in Bijbelse bewoordingen: “de angel van de dood is de zonde.”5 Maar de weg die men aldus opgaat, druist regelrecht in tegen de waarden die onze beschaving schragen en dat zijn beslist andere waarden dan deze waarover de neonazi's het hebben. Dat het zo ver kan komen, werd reeds door Plato voorspeld met zijn kritiek op de democratie, in het boek getiteld De Wetten, meer bepaald met de allegorie van het narrenschip.

    (J.B., 24 februari 2025)

    1 Cf. vrt nws d.d. 22 februari 2025: “Minister van Defensie Francken: "Alle 18-jarigen krijgen een uitnodiging voor vrijwillige legerdienst in de bus."”: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/02/22/vrijwillige-legerdienst-alle-18-jarigen/

    2Ib.

    4Zie ons artikel d.d. 19 januari 2025, getiteld: Democratie en immoraliteit: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3348804

    51 Korintiërs 15, 54-57.


    24-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger

     

     

    De fraude en de dood

    Een gesprek met Omsk Van Togenbirger

    - U bent een verstandig man, zo gaat Van Togenbirger meteen al in de aanval: legt u mij eens uit, hoe combineert men enerzijds de ijver voor het preventief onderzoek naar darmkanker met de weigerachtigheid om de verkoop van alcohol te verbieden?

    - Wat bedoelt u precies?

    - U weet toch dat met wetenschappelijk onderzoek werd aangetoond dat alcohol de hoofdoorzaak van kanker is en in het bijzonder van darmkanker?

    - Dat schijnt zo te zijn, inderdaad...

    - En u weet toch ook dat preventief kankeronderzoek een fortuin kost? Vanaf een zekere leeftijd krijgt elke burger een brief met de uitnodiging om daar aan deel te nemen, dat weet u toch?

    - Zeker...

    - De uitwerpselen worden ingezonden, gespecialiseerde medische labo's draaien op volle toeren, waar men bloedsporen vindt, mogen de betrokkenen naar de kliniek voor een endoscopie, meteen worden dan alvast eventuele poliepen verwijderd, er worden scans genomen en zo nodig wordt geopereerd om een stuk darm te verwijderen...

    - Ja...

    - Let maar niet op die camera's, het zijn godbetert museumstukken... ja, die glazen bollen daar... afleidingsmaneuvers! Iedereen weet dat het oog van een camera dezer dagen niet groter is dan een speldenkop want iedereen heeft er tenminste eentje in zijn telefoon. Die glazen bollen laat men hangen om het publiek van de wijs te brengen, zo denkt men dat men vrij kan praten op plekken waar geen bolle hangen, ja, zo werkt de geest... maar waar waren we gebleven?

    - Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker...

    - Juist. Het kost handenvol geld maar als men alcohol vrij blijft verkopen, is het dweilen met de kraan open, toch? Afgezien van de financies, bedoel ik.

    - Hebben de financies dan geen voorrang op...

    - Op de gezondheid, inderdaad. De minister zal u wel uitleggen dat voorkomen niet alleen beter is dan genezen maar ook goedkoper. En daar heb ik nu mijn twijfels bij. Wat denkt u zelf?

    - Ik heb het nooit berekend maar ik kan me wel indenken dat een kankerdode geld kost aan de maatschappij: hij zal niet langer belastingen betalen en hij moet hoe dan ook worden gehospitaliseerd, geopereerd, verzorgd...

    - Juist. Maar u moet nu ook die alcohol in rekening brengen, begrijpt u? Alcohol vernielt de gezondheid, maar een verbod zou voor de staat een verliespost zijn, alcohol brengt veel geld in het laatje. En nu mogen we uiteraard ook die andere carrousel niet uit het oog verliezen... u kunt toch wel vermoeden waar ik op doel?

    - Het RIZIV?

    - Ha! De ziekenzorg is goed betaalbaar, niet? Maar aan alles wat gratis is, zit een geurtje, mijn beste. Neem nu televisie: televisie is zo goed als gratis; ja, men betaalt wel kijk- en luistergeld maar dan heeft het huis al flink zijn part gehad van de minister van cultuur! Ik heb geen televisie en u ook niet maar wij betalen mee voor het in stand houden van de vedettecultus en de dagelijkse leugens. De covronavaccins waren gratis, herinnert u zich? Ja, de staat betaalde onmiddellijk aan de industrie en de antivaxers draaiden op voor het vaccin van hun buren. Op de remgelden na, is de gezondheidszorg gratis, het geld wordt voor het leeuwendeel geïnd via belastingen. In dit geval krijgt u het met uw noeste arbeid verdiende geld dat naar de ziekenkas vloeit, niet eens te zien want het wordt van uw wedde afgehouden. Maar ziet u waar ik naartoe wil? De medische wereld wordt met belastinggelden betaald, net zoals de televisie, de ziekenkas, het onderwijs, de verkeersinfrastructuur en noem maar op. Zij zetten natuurlijk de politiek onder druk om almaar meer te krijgen en zij doen dat precies zoals toentertijd de kerk dat deed, u weet trouwens wel dat de dokters de nieuwe pastoors zijn? Juist, ze trekken het laken naar zich toe en zij doen dat met de middelen die ook hun voorgangers hanteerden: angst aanjagen voor ziekte, leed en dood, de hemel beloven, klanten ronselen... De mogelijkheden om te frauderen zijn legio. Bent u het daarmee eens?

    - Tja...

    - Heel, heel lang geleden, ik was nog jong, had ik een grootmoeder die in een bejaardentehuis verzorgd werd. Op een dag werd mijn vader aldaar ontboden: hij moest zijn handtekening gaan zetten in haar plaats om aldus toestemming te verlenen voor een operatie aan haar ogen. Verbouwereerd gaat hij bij zijn moeder langs met een krant en laat haar zonder bril, eerst met het linker oog en dan met het rechter, een tekst in kleine lettertjes lezen. Zij doet dat feilloos. Gaat hij naar de directie en vraagt om uitleg. Het moest een vergissing zijn, zo zegden zij.

    - Vergissen is menselijk...

    - Was mijn vader niet bij zijn moeder gaan kijken met die krant, het was een oogoperatie geworden. Winstbejag? Proefpersonen? Mijn grootmoeder was toen zesentachtig. Leg uw oor maar eens te luisteren: het wemelt overal van dergelijke verhalen. Alleen was dit goed controleerbaar: een krant bij de hand en “Moeder, wil je dat eens lezen?” Maar wat gedaan als ze zeggen: “Mijnheer, uw moeder heeft kanker?” Dat kan een leek niet zien, begrijpt u? Zij verklaren ziek wie zij willen. Wat zegt u?

    - Als ze niet ziek zijn?

    - Als ze niet ziek zijn? Zeggen ze: gaat u hier eventjes zitten, mevrouw, de dokter komt zo! En de dokter komt, na ongeveer twintig minuten. Tegen die tijd ben jij genoeg bestraald om in geen tijd een ongeneeslijke kanker te ontwikkelen!

    - Paranoia...

    - Paranoia? Zei u dat? Wel, lees dan dit eens: dit is gebeurd in Duitsland. Niet één keer maar systematisch, met alle mensen die ze daar zogezegd teveel hadden. Hier staat het in: kunt u misschien luidop de titel lezen van het boek?

    - Nazi Mass Murder...

    - Leest u dit ook eens alstublieft?

    - Facsimile reproductions of secret Nazi documents are also included.

    - Juist. En hier staan de auteurs, het zijn er vierentwintig, tel maar na. Uitgegeven bij Yale University Press in New Haven en London. Het gaat over massamoord met gas. Hier, lees dat thuis maar eens na.

    - Dank u, zal ik doen.

    - En dit boek hier is geschreven in het Nederlands, het heet “De mens voorbij” en de auteur is Gie van den Berghe.1 Hier staat wat ik u zonet verteld heb: hoe men mensen ongeneeslijk ziek maakt door hen vanuit de zitting van hun stoel te bestralen terwijl zij zoals hen werd gevraagd gedwee twintig minuten lang niets vermoedend papieren invullen. Het gaat hier om mensen die denken dat zij goden zijn. Negentienhonderd zesendertig.

    - Dat is lang geleden... de tijd van het nazisme...

    - Wel, zopas schreef een zekere dokter De Corte uit Wetteren een boek2 over politici die de andere kant opkijken, een eerste keer wanneer hij aangeeft dat een non jarenlang systematisch zieke mensen ombrengt en een tweede keer wanneer ze hooghartig zijn deskundige hulp afslaan als een giframp met een trein die tot in Peking de krantenkoppen haalt, de gemeente teistert, een milieuramp met een ontelbaar aantal slachtoffers, ze zijn nog aan het vallen. Hoe lang is dat geleden?

    - Twaalf jaar.

    - Precies. En in dat boek vertelt een stervende Etienne Vermeersch op een briefje dat hij aan de auteur overhandigt omdat hij dan niet meer kan spreken, dat de dokters denken dat ze goden zijn. Hoe lang is het geleden dat de professor overleed?

    - Zes jaar.

    - De nazitijd, zei u dat?

    - U gelooft dus dat dit vandaag nog gebeurt?

    - Maar waarom betwijfelt u dat nog? U hebt kennelijk geen te best geheugen. Kijk, wat is dit?

    - Dat is een krant.

    - Een oude krant?

    - De krant van vandaag.

    - Lees deze kop en dan hou ik ermee op.

    - “Steeds meer frauduleus kankeronderzoek.”3

    (J.B., 23 februari 2025.)>

    2Jean-Paul De Corte, Schuldig verzuim, StoryLand, Wommelgem 2024.


    23-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Kom op tegen fraude”

     

     

    Kom op tegen fraude”

    Iedereen kent de politieke oproep: “Kom op tegen kanker”. Fondsen voor kankeronderzoek moeten nu eenmaal gespijzigd worden. Wetenschapslui moeten betaald worden. Proefpersonen zijn nodig voor gedegen onderzoek. Het kost allemaal handenvol geld. Tegelijk is het geen geheim dat de farmaceutische industrie de meest winstgevende bedrijfstak geworden is. Men herinnert zich de coronapandemie met zijn maatregelen waaronder de vaccins. Alsook de koortsachtige ijver waarmee kritiek in de kiem werd gesmoord, een vergissing vanjewelste die de politiek duur te staan kwam, getuige de opmars van het trumpisme.

    Inzake vaccins blijkt fraude moeilijk te bewijzen maar zelfs met de grofste middelen ook moeilijk weg te steken.

    Inzake kanker blokt het nieuws vandaag: “Steeds meer frauduleus kankeronderzoek”1 Opnieuw even moeilijk te bewijzen als te verbergen.

    Momenteel in de lift, een combinatie van de twee voorgaande: vaccins tegen kanker. Het laat zich raden dat fraude hier wellicht volstrekt onbewijsbaar zal zijn.

    Zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/02/21/fraude-kanker-onderzoek-studies-wetenschap/

    (J.B., 23 februari 2025)


    22-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waarden van de windhaan

     

     

    De waarden van de windhaan

    Ik ben de tijd, de vernietiger van de werelden, en ik ben gekomen om alle mensen in de strijd te brengen. (...)” (Krishna's woorden in de Bhagavad Gita, XI, 32.)

    Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.” (Christus' woorden in het Matteüs-evangelie 10:34-39.)

    Godsdienstoorlogen bestaan, zoals bijvoorbeeld de oorlogen van katholieken tegen protestanten of die tussen soennieten en sjiieten maar dikwijls gaat het om oorlogen die de naam van God ijdel gebruiken, zoals bijvoorbeeld in de strijdkreet “Gott mit uns”, onder meer in nazi-Duitsland.

    Met de oorlog tussen Oekraïne en Rusland waarin nu ook Europa en de Verenigde Staten betrokken zijn geraakt, lijkt op het eerste gezicht helemaal geen religie gemoeid maar dat is louter schijn: in zijn schaamteloze toespraak op de internationale veiligheidsconferentie in München op 14 februari 2025 heeft de Amerikaanse vicepresident J.D. Vance ineens de mond vol over te verdedigen waarden: "Europa is afstand aan het nemen van zijn fundamentele waarden, die het met de VS deelt."1

    Edoch, over welke waarden heeft Vance het dan? Met de megadeportaties van de regering Trump kan de extreemrechtse nationalist dan toch de gastvrijheid niet bedoelen waarvoor het Vrijheidsbeeld in New York symbool staat en dat een teken is van verwelkoming voor gasten en voor immigranten? Of heeft hij het over de vrije meningsuiting van de huidige Amerikaanse regering die haar eigen rechters aanstelt en andersdenkenden de mond snoert? Wellicht bedoelt hij de waarden van de windhaan want de huidige vicepresident die Trump al eens “de Hitler van Amerika”2 noemde, schreef eerder in een opiniestuk in USA Today over zijn president: “I quickly realized that Trump’s actual policy proposals, such as they are, range from immoral to absurd.”3

    Het gaat hier niet mis te verstaan om professionele leugenaarsbendes die de politieke macht veroverd hebben en die nu Oekraïne verraden en de E.U. En om het met de woorden van gewezen NAVO-secretaris-generaal Willy Claes te zeggen, plegen zij momenteel 'hoogverraad' m.b.t. het NAVO-bondgenootschap.

    Op de vraag of Trump zelf gelooft wat hij zegt, antwoorden deskundigen dat hij feiten fabriceert met het oog op wat hij wil bereiken, zoals alle leugenaars doen. Deze bijzonder immorele handelwijze werd geanalyseerd door de joodse filosofe Hannah Arendt: in haar Totalitarisme4 beschrijft Hannah Arendt hoe in totalitaire systemen realiteit en fictie met elkaar verwisseld worden en daarvan kregen we een voorbeeld bij het zich ontplooien van wat een wereldoverspannend totalitair systeem moest worden tijdens de corona-pandemie. Nu krijgen we ter gelegenheid van de Amerikaanse inmenging in de Oekraïne-oorlog van hetzelfde laken een broek.

    Arendt beschrijft hoe de totalitaire organisatie propagandaleugens moet omzetten in functionerende werkelijkheid; ze moet “een samenleving opbouwen waarin de leden ageren en reageren in overeenstemming met de regels van een fictieve wereld.”5 In het totalitaire regime is de wil van de leider wet in die zin dat allen functionarissen zijn die zijn wil blindelings uitvoeren terwijl hij het monopolie heeft op alle verantwoordelijkheid. (…) Totalitarismen bezitten bovenal “het onovertroffen vermogen om door consistente leugens een fictieve wereld op te richten en in stand te houden (…) [in een] eigenaardige mengeling van lichtgelovigheid en cynisme (…).”6 “De massapropaganda ontdekte dat haar gehoor ten allen tijde bereid was het slechtste te geloven, ongeacht hoe absurd het was, en dat het er nauwelijks bezwaar tegen had om misleid te worden, aangezien het elke bewering toch als een leugen beschouwde.”7 “In plaats van leiders afvallig te worden, zouden [de mensen] opwerpen dat ze de hele tijd al geweten hadden dat de bewering [waarvan de onwaarheid bewezen was] een leugen was, en zouden ze de leiders bewonderen voor hun superieure tactische schranderheid.”8 “De leider stelt altijd de juiste daden, en aangezien deze daden gepland zijn met het oog op de komende eeuwen, is de ultieme test van wat hij doet onttrokken aan de ervaring van zijn tijdgenoten.”9 Met andere woorden: beloften kunnen onmogelijk gelogenstraft worden op het ogenblik dat zij worden afgelegd. Hitlers eed van wettelijkheid was een cynisch bedrog waarom hij op de koop toe nog geëerd werd; zelfs de lichtgelovigheid van zijn sympathisanten was gespeeld. Worden totalitaristen betrapt op leugens waarvan ze eisen dat allen ze onvoorwaardelijk geloven, dan blijken ze daar volkomen immuun voor.10 Arendt vertelt hoe totalitaristen “een algemene training [kregen] in opperste minachting voor elk feit en voor elke realiteit”11 De meest gekoesterde deugd van de totalitaire elite is “trouw aan de leider, de talisman die de uiteindelijke overwinning van de leugen en de fictie op de waarheid en de werkelijkheid verzekert.”12 Zo bijvoorbeeld werd het racisme door de nazi's in een wetenschappelijk kleedje gestoken maar “het was verzekerd, onafhankelijk van de wetenschappelijkheid van de propaganda (...).”13

    Het geloof van totalitaristen dat alles geoorloofd is, berust op de vaste overtuiging dat alles mogelijk is. De werkelijkheid is voor hen slechts een obstakel dat zij in staat zijn op te ruimen. Bovendien geloven ze dat uiteindelijk niet echt “maar zij gebruiken die fictie slechts als een organisatorische kunstgreep”. Ze zijn helemaal niet geïnteresseerd in de waarheid, alleen in hun eigen fictie, ook al weten ze dat die bedrog is.14 De opruiming van het obstakel van de werkelijkheid voltrekt zich uiteraard middels moord en massamoord. Totalitaristen geloven de werkelijkheid te kunnen opruimen maar in feite ruimen zij de getuigen van de waarheid op.15 16

    (J.B., 22 februari 2025)

    4Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

    5Ib., p. 155.

    6 Totalitarisme, p. 175.

    7Totalitarisme, p. 176.

    8 Ib.

    9Totalitarisme, p. 177.

    10Totalitarisme, p. 178-179. Men zou hier kunnen denken aan wat Michel Foucault schrijft over de manier waarop macht zich doet gelden. In twee woorden: macht manifesteert zich waar men een ander kan doen belijden dat hij de aperte leugens die men hem vertelt, gelooft.

    11Totalitarisme, p. 180.

    12 Ib.

    13Totalitarisme, p. 181.

    14Totalitarisme, pp. 182-184. Men zou hier ook kunnen denken aan wat Dostojevski schrijft over de bekentenis van de kerkleiders in zijn raamvertelling over de grootinquisiteur van Sevilla in De gebroeders Karamazov.

    15De paragraaf over Arendt is onze tekst d.d. 12 juni 2021.

    16Cf. Jan Bauwens, Hannah Arendt over Totalitarisme, Aflevering 9: Totalitarisme, de verwisseling van fictie en werkelijkheid en het prijskaartje daarvan. Cf.: Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld. Artikels d.d. 11 april 2021 tot 7 maart 2022 en andere teksten, Jan Bauwens, Serskamp 2022, pp. 94v. PDF: http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/173914.pdf


    20-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlogavond

     

     

    Oorlogavond

    Een auteur beschrijft hoe met het levenseinde in het vooruitzicht de mensen ineens uitgelaten zijn en zich gaan storten in de wildste avonturen: met het sterven in het verschiet laaien de lusten op alsof de dood een afrodisiacum was. En iets gelijkaardigs gebeurt waar de wereld op zijn einde dreigt te lopen.

    Uitgelaten is de sfeer. Het is na negenen in de avond, amper drie graad Celsius, maar de terrassen zitten vol met keuvelende mensen. Her en der tegen de glazen portieken aan van Hema, C&A en nog andere magazijnen die het plein omzomen, liggen in de frisse wind maar onder het warme licht van de lantarens goed georganiseerd en ingeduffeld op hun luchtmatrassen, in kussens en in wollen dekens tegen elkaar aan voltallige families en ze lachen, ze vertellen luid, een van hen bespeelt een kleine mondharmonica, het zijn Roma zo te zien, ze zijn in hun nopjes, gezellig tussen het volk dat langs de gevels wandelt, sommigen struikelen net niet over hun benen. Iedereen weet: het zal niet lang meer duren nu want we zijn verraden, laten we nog één keer vrolijk zijn want morgen is dit alles voltooid verleden tijd.

    Judas Trump. Verraad (in het Engels betrayal en treason) is schending van vertrouwen en het woord 'verrader', in het Engels 'treator', lijkt verwant met het woord 'treiteraar', wat betekent: 'pester', wat dan de verwantschap aangeeft tussen verraden en pesten. Wie de pest krijgen, voelen zich verraden omdat zij er altijd op vertrouwd hebben dat dit nooit zou gebeuren wegens de voorzienigheid en die teleurstelling wordt aangevoeld als verraad, uiteraard maar onbewust vanwege degenen die ooit de idee van de voorzienigheid aan de (naderhand) teleurgestelden hebben weten te slijten en dezen (deze slijters van het genoemde idee) vormen uiteindelijk een 'samenzwering' die pas in het gezichtsveld valt van wie op zeker ogenblik effectief worden verraden. De halve wereld werd op het verkeerde been gezet.

    Tegen verraad verzekert men zich middels contracten die immers garanderen dat bij eventueel verraad een hogere macht recht zal spreken dat onder dwang zal worden nageleefd. Tenzij in geval van onverstand of ziekte, wordt verraad dan ook altijd gepleegd vanwege een 'sterkere' op een 'zwakkere' en voor het bepalen van die posities zijn talloze parameters denkbaar.

    De sterkte kan fysieke sterkte zijn maar kan bijvoorbeeld ook voortspruiten uit de onbewijsbaarheid van de misdaad die de vertrouwensbreuk bezegelt zoals dat het geval is bij pesten waar de pester er immers voor zorgt dat hij buiten schot blijft. De verrader blijft buiten schot wanneer hij de sterkste is maar gevallen van onverstand en ziekte niet te nagesproken voltrekt verraad zich pas door wie zich sterker achten.

    Bijzonder ergerlijk wordt verraad waar de verrader het zich veroorlooft om op de koop toe uit te leggen dat hij rechtmatig handelt en dat de dupe van zijn verraad de eigenlijke misdadiger is - bijzonder ergerlijk omdat de gedupeerde sowieso de zwakkere is en zich niet verdedigen kan terwijl de sterkere, die verraadt pleegt, bijval geniet van de bange en gewetenloze massa die, alle onrecht ten spijt, altijd de kant kiest van de sterkste teneinde zich van het eigen comfort te kunnen verzekeren. Op die manier profileert de dader zich als slachtoffer en maakt hij van zijn slachtoffer de boosdoener.

    Als de president van de sterkste natie het zegt, zal niemand het in twijfel trekken dat niet Poetin op 24 februari 2022 Oekraïne is binnengevallen maar dat Zelensky de oorlog is begonnen. En de rechterhand van Poetin die de vertegenwoordiger van het Russische volk, Navalny, vergiftigde - de dappere man is al vergeten - houdt godbetert een pleidooi voor de vrije meningsuiting!

    Inzake de actuele discussie omtrent het NAVO-bondgenootschap heeft zijn oud-secretaris-generaal Willy Claes, de term verraad in de mond genomen met betrekking tot de regering Trump en omdat zij de zwakkeren zijn, kunnen de gedupeerden hun teleurstelling alleen maar aanvaarden, zoals in de jungle de zwakkere alleen maar kan ondergaan hoe de sterkere hem opeet. Ik zou wel heel dom moeten zijn, zo redeneert de sterkere, indien ik mij door een zwakkere de les liet spellen terwijl ik hem nochtans moeiteloos de baas kan.

    De aanloop naar concrete acties en niet mis te verstaan een heuse uitroeiing van wat wordt afgeschilderd als belastend gepeupel dat moet worden opgeruimd (“to clean up” is het gebruikte werkwoord) werd door de wolven in schapenvacht al ingezet: in de schaamteloze toespraak van de huidige bezetters van Amerika wordt op een Europese conferentie opgeroepen tot een rechtsomkeer naar de middeleeuwen, inbegrepen de overstap van recht en waarheid naar de brute oorlogslogica: de vampieren kunnen kennelijk niet langer wachten voor het laven van hun bloeddorst.

    Een wedstrijd in schaamteloos liegen tussen de twee grootmachten die nu samenzweren zoals alle lafaards doen om de buit (want zo zien zij de kleinmachten) onder elkaar te verdelen van zodra het vaststaat dat het toeziend oog van het verleden (de slachtoffers van destijds) niet meer spreken zal. Zoals ook onder de nazi's moeten nu onder de neonazi's zij die geen wapens dragen het ontgelden: de massa's vluchtelingen uit het zuiden die pogen te ontkomen aan aldaar door het noorden opgepookte oorlogen om ertsen, kunnen de pot op; woedend om het verlies van hun voorrechten (zoals ook de voorstanders van de slavernij in de Amerikaanse burgeroorlog) eigenen de vervolgers van lgbtq-mensen zich de status toe van held en het lot van ouderlingen, zieken en gehandicapten die nu geen enkel verweer meer hebben, laat zich raden.

    Uitgelaten is de sfeer. Het is na negenen in de avond, amper drie graad Celsius, maar de terrassen zitten vol met keuvelende mensen. Her en der tegen de glazen portieken aan van Hema, C&A en nog andere magazijnen die het plein omzomen, liggen in de frisse wind maar onder het warme licht van de lantarens goed georganiseerd en ingeduffeld op hun luchtmatrassen, in kussens en in wollen dekens naast elkaar voltallige families en ze lachen, ze vertellen luid, een van hen bespeelt een kleine mondharmonica, het zijn Roma zo te zien, ze zijn in hun nopjes, gezellig tussen het volk dat langs de gevels wandelt, sommigen struikelen net niet over hun benen. Iedereen weet het.

    (J.B., 20 februari 2025)


    19-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kaos

     

     

    Kaos

    Ergens vertelt iemand een verhaal over een man die ter gelegenheid van het overlijden van zijn moeder naar zijn geboortedorp teruggeroepen wordt. In het verlaten huis overmant hem droefheid, waarop de geest van zijn moeder aan hem verschijnt. Zij poogt hem alsnog te troosten met de woorden dat hij dan toch nog aan haar denken kan. Dat is waar, moeder, zo antwoordt hij, maar ik ween omdat gij niet meer aan mij kunt denken.1

    In heel wat wijsgerige geschriften wordt gesteld dat het leven van elke mens zich afspeelt - zich uitsluitend afspeelt - in de aandacht van de ander. Viel de ander helemaal weg, dan bestond ook de oogappel niet langer. Uiteraard zal dat dan zeker gelden waar het leven van haar kind nooit uit de aandacht van de moeder wijkt omdat in de onmetelijke kosmos geen band ooit sterker zijn kan dan deze tussen moeder en kind.

    Naar haar beeld en gelijkenis vormt de moeder in het binnenste van haar lijf een mens, aldus zelf veranderend in een evenbeeld van de Schepper. En op elk ogenblik dat zij het in zich draagt, schenkt zij aan haar beeld haar heetste hartebloed. Ook nadat de weeën het kind aan haar onttrokken hebben, gaat zij ermee door zichzelf te offeren. Zij geeft haar kind de borst en als de tijd haar borsten droog gemaakt heeft, spendeert zij dag in dag uit haar hele verdere leven aan het bereiden van maaltijden.

    Het kind nuttigt zijn moeders maaltijden en groeit - groeit haar boven het hoofd - terwijl de tijd, die onherroepelijk verstrijkt, de moeder krimpen doet en haar tenslotte doodt.

    Dan wordt het kind naar zijn geboortedorp teruggeroepen. In het verlaten huis overmant hem droefenis, waarop zijn moeders geest aan hem verschijnt. Zij poogt hem alsnog te troosten met de woorden dat hij dan toch nog aan haar denken kan. Dat is waar, zo antwoordt hij, maar ik ween omdat gij niet meer aan mij kunt denken.2

    De moeder is sterfelijk maar op de een of andere manier weet zij uit de zo pijnlijke gedachte aan het graf, een levend kindje te boetseren: aldus biedt zij haar Schepper troost van wie zij immers weten kan dat Hij om onze sterfelijkheid lijdt.

    De moeder sterft maar ook het kind aan wie zij haar hele leven schonk, zal doodgaan op een dag. Voor die vreeswekkende kennis behoedt zij haar leven lang de nakomeling met onverdroten aandacht. Van de honger vrijwaart zij hem maar ook tegen alle andere plagen van de jungle, waarvan de verschrikkelijke gestalte pas opdoemt op het ogenblik dat het kind beseffen moet wat ook de man in het verlaten huis doet wenen. Niet langer in moeders aandacht te bestaan, voelt een beetje zoals verstoten zijn. De dood van de moeder maakt het kind tot wees voor immer.

    De dood van de moeder verklaart het kind vogelvrij in de betekenis die jagers daaraan geven. De dood sloopt de schutting die haar aandacht is en waarachter zij voor de telg diens einde aan zijn oog onttrokken hield. Maar zo plotseling als de dood komt van de moeder, zo abrupt verliest het kind haar zo zorgzame blik en zo onmiddellijk verrijst zoals een zwarte zon het uitzicht op zijn eigen einde.

    Omdat hij weet dat zij hem altijd troost zal bieden, verklaart de man in het verlaten geboortehuis aan zijn moeder waarom hij dan weent. Edoch, het gesprek dat hij met haar voert, bestaat alleen maar in een droom. En wat hij nu ook denkt of doet: uit die droom kan niemand ontwaken.

    (J.B., 19 februari 2025)



    1Zie de slotscène van de film Kaos uit 1984 van Paolo en Vittotio Taviani, te bekijken op internetarchief: https://archive.org/details/kaos-paolo-taviani-vittorio-taviani-1984-vose-1

    2Ib.


    18-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1

    Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1

    https://archive.org/details/kaos-paolo-taviani-vittorio-taviani-1984-vose-1


    17-02-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem

     

     

    Superbia

    Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem

    Verenigingen die opkomen voor de rechten van lgtbq-personen hebben hier te lande weliswaar bekomen dat discriminatie op grond van seksuele geaardheid door de wet verboden is maar een gevolg daarvan is wel dat de vormen waarin gediscrimineerd wordt, zijn gaan muteren: ze verplaatsen zich van de openbaarheid naar de privésfeer (incluis het stemhokje) en naar moeilijk of helemaal niet te bewijzen misdaden.

    Als bijvoorbeeld in de familiale sfeer gediscrimineerd wordt, kan de overheid niet tussenbeide komen zolang geen ernstige en aantoonbare misdrijven werden gepleegd. In die gevallen kan het slachtoffer zich alleen nog wenden tot instanties die psychologische hulp bieden.

    Afgezien van het feit dat men daar te kampen heeft met ellenlange wachtlijsten, kunnen die uiteindelijk weinig meer doen dan de pastoor van toentertijd, bij wie men met dit probleem al zeker niet terecht wil, tenminste als men zich niet tevreden stelt met een moreel gekleurde terechtwijzing.

    De pastorale terechtwijzing werd inmiddels overgenomen door jan met de pet die zelf rechter speelt en ook straft, psychosociaal en/of fysiek, en die inmiddels politici aan de macht gestemd heeft die de antidiscriminatiewetten jegens lgtbq-personen opnieuw afschaffen en vervangen door wettige discriminatie en door nog andere straffen.

    Het wetenschappelijk gedragen werk van degenen die zich hebben ingezet om de impact van discriminatie op het persoonlijke en maatschappelijke welzijn aan te tonen, om de bij discriminatie aan de orde zijnde vooroordelen in kaart te brengen en om het extremisme te bestrijden, wordt door bendes van nitwits zomaar van tafel geveegd van zodra deze middels democratische verkiezingen aan de macht werden gebracht.

    Dat dit mogelijk is, vormt een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem waarvan de ernst mag blijken uit het feit dat sinds kort in de Verenigde Staten van Amerika onder meer over de volksgezondheid zal beslist worden door figuren die er desbetreffend bijzonder omstreden en derhalve levensgevaarlijke opvattingen op nahouden.

    De kern van het euvel zit hem uiteraard hierin dat, op onrechtstreekse wijze maar desalniettemin geheel effectief, beslissingen over bijvoorbeeld de kwestie wat al dan niet goed is voor de gezondheid, niet langer worden genomen door wetenschapslui maar door de (onwetende) massa. Michel Foucault duidde dit kwaad eerder aan als zijnde inherent aan de democratie die de waarheid op structurele gronden fnuikt.1

    (J.B., 17 februari 2025)



    1“"Hoe komt het dat het ware vertoog in de democratie machteloos is?", zo vraagt Foucault zich af en hij komt tot een bijzonder besluit: de democratie kan de goede van de slechte redenaar niet onderscheiden, zij moet hoe dan ook luisteren naar de meerderheid (de slechtsten) terwijl de besten in de minderheid zijn: het spreken van waarheid is in een democratie structureel onmogelijk.” (Michel Foucault, De moed tot waarheid. Het bestuur van zichzelf en de anderen II, Colleges aan het Collège de France (1983-1984), met woord vooraf en redactie door François Ewald en Alessandro Fontana. Situering en redactie door Frédéric Gros. Vertaling door Ineke van der Burg. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2011, pp. 60-67. [Oorspronkelijk: Le courage de la vérité. Le gouvernement de soi et des autres II. Cours au Collège de France (1983-1984), Paris: Gallimard/Seuil 2009]. Zie ook: Panopticum corona (http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf ), o.m.: pp. 101v, 172v, 689v.




    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    kerststal 2021


    Inhoud blog
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding
  • Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:
  • Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')
  • Gounod, Faust, soldats
  • Gounod: Faust - Le veau d'or
  • Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde
  • Boris Vian: "Le déserteur"
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 16: Ideologie en ethiek
  • Jaap Kruithof, citaat
  • Jaap Kruithof
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid
  • Requiem for the American Dream with Noam Chomsky
  • Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme
  • psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme
  • Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur
  • Jaap Kruithof--
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie
  • Kruithof, Jaap -
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur
  • Het lezen waard: "Defensie"
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”
  • Satyagraha
  • De wet, zijn letter en zijn geest
  • Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”
  • Vrijwillige legerdienst”!?
  • De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • “Kom op tegen fraude”
  • De waarden van de windhaan
  • Oorlogavond
  • Kaos
  • Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1
  • Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem
  • Het nieuwe verhaal
  • George Orwell
  • Homeros: Odysseus (film, 1997)
  • Sisyphus en Simone Weil
  • De mythe van Sisyphus van Albert Camus
  • Over wolven en schapen
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 11. Over het lot van activisten
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 10. Mensenrechtenactivisme, een bedreiging voor de gevestigde orde
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 9: De dwingende conclusie
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 8: De arts, zijn Orde en de WHO
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 7: Een vurig protest tegen de omerta
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 6: Een ontmaskering van het totalitarisme
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 5: Over heldenmoed
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 4
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 3
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 2
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte)
  • Schuldig verzuim 1
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 2. Intermezzo
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 1. De wereldoorlog, de kwantumtheorie en het Mystieke Lam
  • De splijtzwam en het schip der dwazen
  • God en de oorlog
  • Het fascisme, gisteren en vandaag
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-maga-granny-weigert-trumps-gratie-voor-bestorming-capitool-we-zijn-die-dag-in-de-fout-gegaan~a032fdd8/
  • https://www.hln.be/buitenland/een-dag-na-trumps-inauguratie-beloven-rusland-en-china-relaties-naar-hoger-niveau-te-tillen~a9450138/
  • https://www.hln.be/buitenland/achttien-staten-vechten-trumps-afschaffing-van-geboorterecht-aan-hij-kan-grondwet-niet-zomaar-aan-de-kant-schuiven~aca34aac/
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-bisschop-haalt-uit-naar-trump-tijdens-dienst-en-het-staat-nieuwe-president-duidelijk-niet-aan~a3e91958/
  • Executies
  • Een gigantische opstand in het verschiet?
  • Democratie en immoraliteit
  • Ongewenste mensen
  • p p5
  • Niet Trump komt aan de macht maar Mammon
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 5.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 4.
  • Trump
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 3.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 2.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 1.
  • Pieter Brueghel de Oude, De parabel van de blinden (1568)
  • p pc3 m a
  • De mens en zijn maskers
  • Informatie en Big Brother
  • Sibelius Vioolconcerto
  • Over het lot van de mens - 21. 28 december
  • Over het lot van de mens - 20. Opstand
  • Over het lot van de mens - 19. Het lot, het doel en de onbestemdheid
  • Over het lot van de mens - 18. De waarheid in pacht hebben
  • Ludo Noens, Het ingebeelde universum
  • Moreels
  • Over het lot van de mens - paragraaf 17 (12)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 16 (11)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 15 (10)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 14 (9)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 13 (8)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 12 (7)
  • Over het lot van de mens 11. Het onmogelijke (6)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 10 (5)
  • Over het lot van de mens 9. Het onmogelijke (4)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 8 (3)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 7 (2)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 6 (1)
  • Krieg und Leichen
  • Over het lot van de mens - paragraaf 5
  • Over het lot van de mens - paragraaf 4
  • http://www.dirkdhulster.org/
  • Over het lot van de mens - paragraaf 3
  • Over het lot van de mens - paragraaf 2
  • Over het lot van de mens - paragraaf 1
  • LGBTQIA+, geen minderheid?
  • Euthanasie, sedatie en menswaardigheid
  • Pijnstillers
  • De hergeboorte van de kwakzalverij
  • Hoog in een kuuroord
  • De zwarte paus - Zo werkt extreemrechts (artikel d.d. 8 juni 2020)
  • En liegt de laatste paus dan niet? (een artikel d.d. 29 juli 2013)
  • Fundeert het katholicisme onze beschaving? (10-22 november 2019)
  • Wereldbeeld en diagnose
  • jp c f m
  • dein Geld
  • Verkapte euthanasie
  • Tijdelijkheid
  • Oh dichosa ventura
  • De 'goede moord'
  • Jan Vingerhoets: Het smeulende gevaar van de nieuwe censuurwet:
  • Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets:
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 3)
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 2)
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 5)
  • Met ijzeren staven
  • toren
  • Ludo Noens, Het ingebeelde universum. De ontregelende confrontatie met het onmogelijke. Enkele beschouwingen.
  • Nosferatu
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 4)
  • Het lezen waard: Ludo Noens' nieuwste boek:
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 3)
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 2)
  • Het gewicht van verwachtingen
  • Het gevaar van militanten
  • Prokofief Oorlog en vrede
  • Gounod Faust Le veau d'or MM
  • Gounod, Faust, Walpurgisnacht
  • Gounod, Faust, Le veau d' or -
  • Goethe Faust opera Gounod tro
  • Faust opera Gounod Paris
  • Gounod, Faust, Le veau d' or versie 2
  • Gounod, Faust, Le veau d' or
  • Ten strijd!
  • Uw toekomst!
  • Extreemrechts: van de regen in den drup
  • Het mysterie van de kloosters ontrafeld Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Nosferatu (video) Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
  • Besparingen en het incommensurabiliteitsprobleem
  • De nabije toekomst
  • De luis in de pels
  • Overbevolking (Portretten)
  • De stok achter de deur
  • Waltzing Matilda
  • Passacaille d'Armide de J.B. Lully
  • Jan Matejko, “The Battle of Grunwald”
  • John Singer Sargent – Gassed (1919)
  • Benjamin West, Death on the pale horse (1817)
  • Albrecht Dürer, De vier ruiters van de Apocalyps (1498)
  • Lili Marleen
  • Ursula
  • Die Moorsoldaten
  • Offenbach: Hoffmanns vertellingen
  • Faust soldats
  • Kenmerken van een nieuwe dictatuur (deel 2)
  • Faust opera Gounod
  • Kenmerken van een nieuwe dictatuur
  • Het nationalisme en de dood
  • 9 juni 2024
  • Structurele immoraliteit: de combinatie stemplicht en spreekverbod
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 4: Omsk Van Togenbirger en de influencers
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 3: Oorlogspropaganda
  • 1984 in Rusland
  • Speech by Eugene V. Debs, June 16, 1918
  • Debs 1918
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 2: Geen water bij de wijn maar olie op het vuur
  • De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 1: Oorlog, het verlengstuk van de economie
  • Eeuwige regen
  • “Luister alleen naar het officiële nieuws”: “pre-bunking”, de nieuwste zet in “the war on information”
  • Bericht een de lezer: libricide-
  • 9 juni 2024 en gemene geheimen (deel 2)
  • 9 juni 2024 en gemene geheimen
  • Nosferatu (video) Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
  • Aldus verslindt de dood het leven
  • 9 juni en de tirannie van de meerderheid


    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2010
  • 2001
  • 2000
  • 1990
  • 1984


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!