In een bocht aan de Thames, oostelijk in Berkshire, ligt het historische stadje Windsor, een echt toeristenstadje. Het aardigst zijn de omgeving van de kerk en de Guidlhall en die van de Thames, waar rondvaartboten vertrekken. Fascinerend is het Crown Jewls of the World Museum met 150 kronen uit 12 verschillende landen.

Veruit de meeste bezoekers, waaronder wij, komen evenwel voor het befaamde Windsor Castle. Al sinds de tijd van Willem de Veroveraar is dit een van de koninklijke residenties, al gebruikt de huidige vorstin het vooral als weekendverblijf. Het is een van oorsprong romaans bouwwerk met uitgebreide latere toevoegingen. Zo is het interieur grotendeels het resultaat van een zeer ingrijpende restauratie door Wyattvill voor George IV. De pependicular Chapel of St. George (1475-1528) met zijn verschillende waaiergewelf bevat koninklijke graven en de zetels en banieren van 25 Knights of the Garter. De voortereinen zijn dagelijk open. Voor de verschillende onderdelen gelden speciale dagen en tijden. In de State Departments (doorgaans open van oktober tot maart als het hof afwezig is) is een uitmuntende schikderijencollectie met werk van Rembrandt, Holbein en Van Dijck; de kamers zijn uit de dagen van Charles II, maar verfraaid door George IV. Een intrigerende bezienswaardigheid voor kinderen is voorel het Queen mary's Doll's house (1923), een poppenhuis waar 1500 mensen aan hebben gewerkt. En wat dacht u van het laatste - dus forse - harnas van Henry VIII, uit 1540?
Windsor Great Park (800 ha) strekt zich ten zuiden van het kasteel uit.
Het is weeral een echte aanrader. Hier besef ik hoe rijk het koninklijk huis van Engeland wel is.