AVONDLIEDEKE III
't Is goed in 't eigen hert te kijken Nog even vóór het slapen gaan, Of ik van dageraad tot avond Geen enkel hert heb zeer gedaan
Of ik geen ogen heb doen schreien, Geen weemoed op een wezen lei; Of ik aan liefdeloze mensen Een woordeke van liefde zei.
En vind ik in het huis mijns herten, Dat ik één droefenis genas, Dat ik mijn armen heb gewonden Rondom één hoofd, dat eenzaam was...;
Dan voel ik op mijn jonge lippen, Die goedheid lijk een avondzoen... 't Is goed in 't eigen hert te kijken En zó z'n ogen toe te doen.
van Alice Nahon
|