Er bestaat heel wat onduidelijkheid over de wapenschilden van het riddergeslacht 'van Ursene' en het wapenschild van de adelijke familie d'Ursel. Het wapenschild zou vanaf de 15de eeuw gebruikt worden door de Duitse familie ‘Schetz’, die zich later zou ontpoppen als d'Ursel. De naam ‘d’Ursel’ is afkomstig van de plaats Ursel in Oost-Vlaanderen.
Sommige van de bronnen verwijzen naar de evolutie van het huis ‘van Screyhane’ naar de familie ‘van Ursene’ en ‘d’Usel’. De mogelijkheid bestaat dat het latere geslacht d’Ursel het wapenschild van het geslacht van Ursene heeft overgenomen, mogelijks uit verwarring met de schrijfwijze. Dat telgen uit het huis 'van Ursene' zouden huwen en opgaan in het geslacht d'Ursel is ook een mogelijkheid.
De heerlijkheid Ursene is ontstaan uit de naam ‘Asschreyane’. Ursene was lang een eigen heerlijkheid met een eigen hof. Later werd het in de volksmond ook wel 'drietoren' genoemd.
Er bestaat onduidelijkheid over de vroegste geschiedenis van de heerlijkheid Ursene. Wat wel duidelijk is dat het riddergeslacht ‘van Screyhane’ of later ‘van Ursene’ van de 12de eeuw tot de 16de eeuw de heerlijkheid Ursene, of ook wel ‘Asschreyane’ geschreven, zou besturen.
In de helft van de 12de eeuw zouden de ridders van Robbroek leenman worden van Ursene. Waarschijnlijk omdat de van Screyhane's vazallen waren van het land van Dendermonde. De ridders van Robbroek zouden met de steun van de Berthouts door de Grimbergse Oorlog het bestuur overnemen in de heerlijkheden Merchtem, Steenhuffel en Ursene.
Uit die tijd lezen we:
“Jean Robbroec d'Ursene: lettres de cour féodale de chevaliers de Robbroec, seigneurs de Stenhufle, Merchtene et d’Asschreyhaene.”
In de 13de eeuw zou het geslacht van Ursene terug het bestuur overnemen.
Wat weinigen niet weten is dat tijdens de vroegste geschiedenis van de heerlijkheid Ursene, de heerschappij van de familie van Screyhane (later van Ursene), tijdelijk zou onderbroken worden door het riddergeslacht de Robbroek. Voorheen dacht men dat het geslacht van Ursene van de 12de eeuw tot de 16de eeuw (ook wel ‘Asschreyane’ geschreven) zou besturen. Dit blijkt dus niet volledig te kloppen!
Het huis van Robbroek (bekend van het Hemelrijkhof te Steenhuffel) zou het bestuur van de ‘van Screyhanes’ onderbreken voor bepaalde tijd. Vermoedelijk kreeg het huis van Robbroek de steun van de Berthouts om tijdens en na de Grimbergse Oorlog (1142-1149) hun macht rondom de heerlijkheden Merchtem, Steenhuffel endus ook Ursene te versterken. Dit omdat de 'van Screyhanes' vazallen waren van de heren van Dendermonde. Dit terwijl het huis van Robbroek een nauwe band heeft met het hertogdom Brabant en gaat men er dus van uit dat het huis een belangrijke rol zou gespeeld hebben bij de politieke grip op de heerlijkheden rond de Grimbergse Oorlog. Uit de verdere bronnen over Ursene kunnen we wel concluderen dat het geslacht ‘van Screyhane/van Ursene’ haar macht over hun heerlijkheid later zou herwinnen.
Uit de Mechelse inventaris (pr. collectie) over de geschiedenis van de stad beschrijft men: "Robbroek d'Ursene: Lettres de cour féodale de chevaliers de Robbroec, seigneurs de Stenhufle, Merchtene et d’Asschreyhaeve. 1144”
Stempel ook uit het Mechelse archief (Google Books).