In elke man die vijftig wordt zit een jongen van
twintig die zich afvraagt wat er gebeurd is, zei ooit iemand. Toch is
vijftig een gezegende leeftijd omdat vanaf dan ons geluk en onze
levensvreugde stijl de hoogte ingaan, schrijft Science Magazine op basis van onderzoek bij honderdduizenden Amerikanen:
Psycholoog
Arthur Stone van de Stony Brook University in New York concludeert dat
het algemeen welzijn afneemt vanaf de twintiger jaren tot de leeftijd
van vijftig, om dan steeds verder te vergroten. Ook geluk en
levensvreugde verhogen na je vijftigste. Bezorgdheid blijft tot het
vijftigste levensjaar constant, maar gaat dan zakken. Verdriet is een
constante bij alle leeftijdscategorieën, maar vermindert met het ouder
worden. Boosheid vermindert na de twintiger jaren, stress piekt net in
die twintiger jaren, maar valt na je vijftigste grotendeels weg.
Deze
patronen zijn bijna identiek voor mannen én vrouwen, al hebben vrouwen
meer stress, maken ze zich meer zorgen en zijn ze verdrietiger doorheen
alle leeftijdscategorieën, ondanks dat ze een beter algemeen
welzijnsgevoel hebben dan mannen en dat op bijna alle leeftijden.
Zowat
alle mensen die de dertig zijn gepasseerd zullen deze studie
bevestigen, zegt Stone. Mocht je vandaag een onderzoek doen en vragen
hoeveel mensen opnieuw 25 zouden willen zijn, je zou weinig positieve
antwoorden krijgen.
Stone en zijn collegas onderzochten een
reeks variabelen om te zien of ze de patronen konden verklaren. Speelde
werkloosheid een rol of het aantal kinderen ten laste? Ze vonden weinig
verbanden:
Gehuwde mensen zijn gelukkig, terwijl werkloosheid
ongelukkig maakt. Mensen met kinderen in huis zijn minder gelukkig dan
koppels waar die kinderen het huis al uit zijn. Mensen met een hogere
opleiding zijn gelukkiger dan anderen, tot het ogenblik dat ze
financiëel onafhankelijk worden.
Opleiding maakt mensen dus
gelukkiger omdat het ze rijker maakt, maar hoeveel gelukkiger blijft een
onderwerp van debat. Geld heeft dan weer minder invloed op geluk dan
algemeen wordt verondersteld.
Een andere verklaring is dat oudere
mensen minder conflicten hebben en met betere oplossingen voor
problemen komen, ze hebben betere controle over hun emoties, aanvaarden
makkelijker een tegenslag en zijn minder gevoelig voor boosheid. Oudere
mensen weten dat ze dichter bij de dood komen, daarom kunnen ze beter
van het heden genieten.
Maar de tijd dat we oud worden maar accepteerden omdat er geen alternatief was ligt dus duidelijk achter ons.
|