http://www.sud66.com
Wees in hemelsnaam voorkomend tegen mijnheer Trintignant,
vraagt de pr-vrouw ons. Hij is een oude man. Stel geen vervelende
vragen. Wat ze bedoelt is: Jean-Louis Trintignant (80) is in het
nieuws om twee redenen. Eén: hij heeft op indrukwekkende wijze
de hoofdrol gespeeld in Amour van Michael Haneke, dat een paar
dagen later de Gouden Palm zal winnen in Cannes. Hij speelt een
bejaarde man die zijn vrouw in zijn eentje verzorgt na haar beroerte;
in de beginscène van de film zie je dat hij haar heeft gedood. De
interviews zullen niet luchtig zijn.
Twee: in een net verschenen interviewboek met zijn vriend André
Asséo spreekt Trintignant over de moord op zijn dochter, bijna tien
jaar geleden. Marie Trintignant werd tijdens een dronken ruzie
doodgeslagen door haar vriend Bertrand Cantat, de zanger van Noir
Désir. Trintignant vertelt hoe hij twee maanden wanhopig was van
verdriet: Ik was een levende dode. Ik bewoog amper, ik sprak
nauwelijks. Hij dacht aan zelfmoord, hij overwoog Cantat te
vermoorden. Maar ik moet denken aan haar vier kinderen, zij
verdienen beter dan haat. Boodschap duidelijk: over dat onderwerp
heeft de acteur alles gezegd wat hij wilde zeggen.
De acteur blijkt in levenden lijve een frêle en ouderwets galante
man die zich verontschuldigt omdat hij niet meer tijd voor de pers
heeft. Zelfs de hardvochtigste journalist schrapt in gedachten zijn
onkiese vragen. Gelukkig valt er genoeg te vragen. Bijvoorbeeld
waarom een van de populairste Franse acteurs in de jaren negentig
geleidelijk aan zijn filmwerk afbouwde, sinds 2003 alleen nog wat
stemmenwerk deed, en dan toch besloot om de rol in Amour aan
te nemen.
Het eerste is evident: omdat ik een theateracteur ben. Voor een
regisseur is film interessanter dan toneel: hij heeft een grotere
ploeg die hem helpt zijn visie te verwezenlijken. Maar voor een
acteur is theater veel fijner. Het is intelligenter. De kijker kiest
op wie hij wil inzoomen, zijn blik wordt niet geleid door de
regisseur. Theater ligt dichter bij lezen, ook vaak een
intelligentere cultuurvorm dan film.
Fellini is dood
Maar toen zag ik Caché van Haneke en instinctief wist
ik: als die man het vraagt, maak ik nog een film. Een paar maanden
later was het zover. Tegen die tijd had ik al zijn films gezien. Voor
mij is Haneke de grootste levende regisseur. Fellini is dood, Bergman
is dood, Haneke is de enige werkende regisseur die op hun niveau
staat.
Haneke werkte natuurlijk lang als theaterregisseur. Voelt
Trintignant een gedeelde sensibiliteit? Zijn films zijn wel
theatraal, dat klopt. Er is iets uitgepuurds aan zijn manier van
werken. In films doen acteurs vaak te veel: ze willen de hele
situatie uitleggen, terwijl die meestal duidelijk is.
Als alles lukt, is film geweldig. Maar van duizend films die er
elk jaar worden gemaakt, zijn er misschien vijftig interessant. Ik
heb in 130 films gespeeld; twintig daarvan zijn de moeite, honderd
had ik beter niet gemaakt. Veel films blijven in het hoofd van hun
regisseur zitten, omdat hij niet het talent heeft om zijn visie in
film om te zetten. Haneke werkt hard. Ik ken geen andere
regisseur die het vak zo compleet beheerst: geluid, montage,
acteursregie, belichting... hij beheerst het allemaal. Maar hij dankt
zijn succes toch vooral aan zijn immense talent. Als hij vertelt, is
hij nooit saai.
Het kan, op zijn tachtigste, toch niet vanzelfsprekend zijn
geweest om zon zware rol aan te nemen. Ik vreesde vooral dat
hij heel veel takes zou doen, want Haneke heeft de reputatie een
perfectionist te zijn. Ik kan dat niet meer, vijftien keer dezelfde
scène spelen. Maar hij bleek meestal genoeg te hebben aan één of
twee takes. Bij een regisseur die alles vijftien keer opneemt, zie je
de concentratie van de acteurs verslappen: als het niet goed is,
kunnen ze het immers overdoen. Ik vind dat je elke keer iets
uitzonderlijks moet geven dat kan natuurlijk niet als je alles
eindeloos opnieuw moet spelen.
Masochistische acteurs
De moeilijkste scène bleek die te zijn waarin hij een duif moet
vangen. Die opnames hebben wel twee dagen geduurd, terwijl de
scène in de film nog geen minuut duurt. Ik had mijn arm gebroken en
het verband moest eraf voor de opnamen, heel pijnlijk. Acteurs zijn
een beetje masochistisch: we vertellen met zoveel plezier hoe we
geleden hebben voor een scène. Liefde is net zo: je herinnert je de
mooie momenten, niet de pijn die ermee gepaard ging.
In 1966 brak Trintignant op het festival van Cannes door met de
romantische film Un homme et une femme van Claude Lelouch. Wat
zou hij tegen zijn jongere zelf zeggen? Ik was toch knapper in
1966. (lacht) Ik hield wel van Un homme et une femme, maar
ik denk dat de film vandaag een beetje onnozel overkomt. Ik denk wel
met plezier aan het enorme gevoel van vrijheid waarmee we hem hebben
gemaakt. We moesten zelfs de dialogen nog verzinnen.
Volgens de critici was Il conformista (1970) van Bernardo
Bertolucci, over een man zonder ruggengraat die de loopjongen van de
fascisten wordt, zijn beste film. Wel, als mensen met kennis van
zaken en goede smaak zeggen dat iets goed is, is er meestal iets van
aan. (lacht) Ik hou ook erg van Il conformista , ik ben
fier op die film. Het was veertig jaar lang mijn favoriet, tot ik
Amour opnam. Bertolucci was een groot regisseur. Ik heb
geluk gehad met mijn regisseurs, ik heb met een paar grote meesters
gewerkt. Maar Haneke klopt ze allemaal.
En net als Trintignant is hij niet bang van zware themas.
Luister. We worden allemaal ouder en zwakker en op een gegeven
moment houdt het op. Ik ben voor euthanasie. Je moet mensen de
waardigheid van die keuze gunnen, en hun naasten hulp bieden bij de
dingen die hen te zwaar vallen.
Het is nu erg stil in de kamer. Als ik wist wat er aan de
andere kant lag, had ik misschien al de knoop doorgehakt, zegt
Trintignant. Als je nu wist dat de dood een eeuwige slaap was: dat
zegt me wel iets.
|