OVER MEZELF : "BOSMAN"
What is in a name ? De Engelsen vragen het al 300 jaar...Laat me toe me te beperken tot de verduidelijking dat Bosman de Nederlandse vertaling is voor mijn Latijnse voornaam...Ik ben geboren in het mooiste stukje van Lier : de Vismarkt,vlakbij St.Gummaruscollegiale en de Grote Markt,op 19 oktober 1928.Ik werd dus 80 jaar op het ogenblik dat ik volop leed aan de barensweeën van mijn blog...
Ik ben de trotse vader,respectievelijk grootvader en overgrootvader,van drie kinderen,negen kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Zo hebben wij onze bijdrage geleverd aan een oplossing voor het probleem van de vergrijzing...
Zoeken in blog
Beoordeel dit blog
Dit derde verhaal situeert zich in het begin natuurlijk in Schoonbeek,maar het eindigt en wordt verteld op het terras van een Vlaams Cafeetje ergens in Catalonië,en wie het fotootje hieronder bekijkt zal het wellicht herkennen,tenminste als hij een flink aantal jaren geleden daar geweest is.Wat Muisje Piep betreft kan ik de bezoeker met genoegen verzekeren dat ik onlangs met eigen ogen kon vaststellen dat ze nog flink en gezond is spijts de vestimentaire tekortkomingen in haar jeugd...
Het ontstaan van de eerste Antwerpse bierkelder is precies verlopen zoals ik beschreven heb in dit vijfde verhaal "Bemin Uw Vijanden".Voor de rest vrees ik dat mijn verbeelding me wel heel erg op sleeptouw genomen heeft.Maar ik hoop dat er ergens in Nieuw-Zeeland nog een oude Maori-vrouw in leven is met een naam die verdacht veel lijkt op die van de heldin van mijn verhaal.En dat er destijds een jong Maori-meisje in die bierkelder haar naam gekrabbeld heeft in de voering van een studentenpet is geschiedenis,géén verbeelding...
Ik heb niet het genoegen gehad het vaderland te mogen dienen in een kaki uniform.Ik kan er dus niet van verdacht worden betrokken te zijn geweest bij het geval van "De Ziekte van Schmidt",dat het onderwerp is van dit zesde verhaal.Maar dat er zich een dergelijk geval heeft voorgedaan,en wel degelijk in een Duitse gemeente waar onze vaderlanders gelegerd waren,werd me voor de vaste waarheid verteld,en dat wel door de broer van de dader ! En waarom zou het niet kunnen,als je onze piotten een beetje kent...
Wat is de haven van Antwerpen in pakweg de laatste veertig jaar veranderd ! In die tijd werkte ik in de omgeving van het Hessenhuis,en 's middags had ik een uurtje vrij.Dan trok ik met de camera de dokken in,en er viel altijd wel een mooie foto te maken.Twee mannen die aan een houten hangar reparaties verrichtten werden dan van binnen in de hangar naar buiten toe gekiekt,en in de "verharde" foto zagen ze er uit als vliegen die tegen een rooster kleefden.Een betonwerker,die schrijlings op een balk van een bouwwerf zat,leek in "solarisatie" een astronaut die in de ruimte aan zijn schip aan het werken was.En de zon,die door hekwerken de gekste capriolen op de zandbodem tekende...Of een verroest anker op de kade...Dan is de container gekomen,natuurlijk gevolgd door het containerschip (of omgekeerd),en wie nu door de haven rijdt doet dat op vele plaatsen tussen twee huizenhoge wanden van containers.En dat doet hij dan liefst op zondag,want op weekdagen is een chauffeur,die niet professioneel gewoon is om in de haven te rijden,een kandidaat voor Pietje met de zeis...Gelukkig is er nog "Spek en Eieren" als prettige pleisterplaats voor een natje en een droogje,en kan je langsheen de Scheldelaan de dijk beklimmen en de tallships bewonderen als "de race" de haven aan doet.En natuurlijk is er Lillo-haventje en -fort met zijn leuke cafétjes en eettentjes.En zijn uitzicht naar de bocht van Bath en,aan de overkant,het lijdende Doel...
pittig en vinnig
(kortverhalen voor +16 uit eigen bundel "Als Eros lacht",niet gepubliceerd)
05-12-2008
MUISJE PIEP
DE OUDE MAN,die schuin over mij op het terras van het Vlaams cafeetje
zat,had blijkbaar geen last van het oorverdovende geknal
DE OUDE MAN,die schuin over mij op het terras van het Vlaams cafeetje
zat,had blijkbaar geen last van het oorverdovende geknal van vuurwerk,dat ook
het kleinste dorp in Catalonië zich op het feest van Sint Jan veroorlooft. Hij
had tenminste duidelijk verstaan dat ik aan het dienstertje een cerveza bestelde,trok verbaasd de
wenkbrauwen op,en zei luid : “Een pint !”.
Toen bekeek hij me van top tot teen,wat op zichzelf al een hele prestatie is
als het voorwerp van je aandacht achter een tafeltje zit,en vroeg streng :
“Español ?”. Waarop ik hem moest bekennen dat ik een Vlaming
was.-“ Spreek dan Vlaams,bij God”,zei hij kregelig.-“We zijn
hier toch onder ons. En Carmen”-hij wees naar het dienstertje-“Carmen
verdorie,kom eens hier. Zeg eens aan die meneer van waar je bent !”. En
Carmen zei bedeesd : “Ik ben ekik van Gheint,meniere “.-“Zie
je”,hernam de oude man,”haar naam is Spaans en ze is zo donker als
Pietje Pek,maar de mannen van Alva hebben ook in Gent gezeten,hoor !”. Hij
keek echt verstoord en ontdooide pas toen ik voor hem ook een pint bestelde. In
het Vlaams.
Kortom,het was het begin van de Grote Babbel waar alle in Spanje
wonende Vlaamse gepensioneerden reikhalzend naar uitkijken als ze iemand uit
het verre vaderland aan de haak kunnen slaan. Maar zijn verhaal was heel
apart,ik moest maar eens goed luisteren.
-“Toen ik een jaar of vijf was”,begon de man,”woonde
ik in Schoonbeek,dat kleine stadje dat ze wel eens de poort van de Kempen
noemen. En zoals alle kinderen in die tijd speelden we van ’s morgens
vroeg tot ’s avonds laat op straat. Toen kon je de auto’s die er op
een dag passeerden nog op vijf vingers tellen. En in onze straat woonde een
meisje,ook een jaar of vijf oud,dat de trotse eigenares was van een
driewielertje. Ik kan je verzekeren : dat was toen wat de belastingen nu een
uitwendig teken van rijkdom noemen. En het was dus zeker geen uitwendig teken
van armoede dat het kind nooit een slipje droeg,en ons dus op haar
driewielertje onbewust een heel andere kijk gaf op het leven. Aanschouwelijke
voorlichting noemen ze dat nu. Tja,we werden er destijds natuurlijk nog niet
wild van,maar het gevolg laat zich raden. Het meisje werd al gauw door alle
kinderen van de buurt “Muisje Piep” genoemd,en ze is dat haar hele
jeugd blijven meedragen,ach,je weet hoe wreed kinderen kunnen zijn.
Want men blééf haar Muisje Piep noemen,ook toen de oorzaak van de
ellende al lang niet meer in onbedekte toestand vertoefde,zoals we duidelijk
konden merken als de mooie,opgeschoten meid op haar eveneens volwassen fiets
door de straat peddelde. En als je zestien,zeventien bent is zo’n bijnaam
niet om te lachen,geloof me. Je weet hoe het er in zo’n klein
provinciestadje aan toe gaat. Overal waar Muisje Piep zich vertoonde werd er
gefluisterd en gelachen,met rode koppen en verstolen blikken in haar richting. Ze
probeerde wel te doen of ze niets merkte,maar feit was dat ze altijd alleen
was,ook al was ze nog zo knap en aantrekkelijk. Ja,getrouwde lappen kwamen er
wél op af,wellicht aangetrokken door de stille belofte die de bijnaam scheen in
te houden. Maar eerlijk is eerlijk,die lieten Muisje Piep koud. Doch jongens van
haar leeftijd meden haar als de pest,en je zou voor minder. Je kon haar nog geen
goeie dag zeggen of de dag nadien wist heel de buurt dat je achter Muisje Piep
aan zat. En dat wilde geen enkele jonge kerel gezegd hebben.
Hebben haar ouders de nood van hun dochter gemerkt ? Ik weet het
niet,maar toen ze bijna twintig was zijn ze verhuisd naar degrote stad. Niet
evenwel zonder dat Muisje Piep wraak nam. Ik zal het nooit vergeten. Toen de
verhuiswagen al volgeladen was,en alleen haar fiets nog op de stoep
stond,stapte ze plots op de pedalen en reed nog één keer heen en weer door de
straat. En zo waar als ik hier zit,het was wéér als vijftien jaar terug. Ze
maakte haar bijnaam wààr. Man,wat een sensatie ! Iedereen stond met de mond
open. Maar wie goed keek,en niet alleen naar het zadel,merkte dat ze tranen in
de ogen had en dat het mooie gezichtje verbeten stond als dat van een wrekende
engel,als je in dit geval van engel kunt spreken,natuurlijk.
Daarmee was de geschiedenis van Muisje Piep ten einde,dacht ik toch. We
werden allemaal ouder,trouwden, en werkten een leven lang. En een jaar of tien
geleden ben ik op brugpensioen gegaan. En omdat we geen kinderen hadden en mijn
vrouw aan rheuma leed zijn we naar hier komen wonen. Zes jaar geleden heb ik dan
mijn vrouw verloren. Het was een slag,jongeman,ik heb er twee jaar heel erg
onder geleden. Ik dacht er zelfs aan om maar terug naar Vlaanderen te gaan. Ik
ben toch maar gebleven. Als je kind noch kraai hebt is het al eender waar je
zit. En uiteindelijk is die beslissing mijn geluk geweest.
Want een jaar of vier geleden,op Sint Jan,net als vandaag,besluit ik er
toch eens op uit te gaan en een pintje te komen drinken met de oude bekenden
hier in het cafeetje,Allemaal Vlamingen,zoals je nu al wel zult gezien
hebben,zeker ? En precies op dezelfde stoel,waar jij nu op zit,komt er een dame
zitten,lang,slank en grijs natuurlijk,zoals ikzelf,wat wil je,de tijd verslindt
de steden,niet ? Ik had ze nog nooit hier gezien,maar ja,ik was twee jaar uit
omloop geweest,zeg nu zelf. En het bleek natuurlijk een Vlaamse ! We gingen aan ’t
babbelen,het gaat hier altijd zo,iedereen kent iedereen of leert iedereen
kennen. En zo na verloop van tijd zegt ze ineens :”Ben jij Bert niet,Bert
uit Schoonbeek ?”.Ik zat paf,moest toegeven dat ik Bert uit Schoonbeek
was. Of ik ze dan niet herkende ? Nee,ik herkende ze niet. Moest dat dan ?
Ja,feitelijk wel,we waren jeugdvriendjes geweest.
Afijn,we praatten nog een tijdje door,terwijl ik me suf zat te piekeren
wie de dame wel kon zijn. En dan kwam het onvermijdelijk ogenblik waarop alle
dames,zoals de Engelsen zeggen,hun neus moeten gaan poederen.
Terwijl ze weg was vraag ik Sofietje of ze die dame kende. Sofietje was
toen het dienstertje hier. Nee,Sofietje kende ze niet echt. De dame was pas voor
de tweede keer of zo in het café,ze zal hier nog niet lang wonen,zeker.
En dan komt mijn tafelgenote terug,en als ze gaat zitten kruist ze de
benen net iets te hoog,en wat zal ik zeggen,in een flits herkende ik ze allebei ! Muisje Piep !
–“Anneke”,zeg ik,want zo heette ze
feitelijk,”Anneke,ben jijhet
?”. En Anneke,een vreemd vlammetje in de ogen,knikt van ja,met een
eigenaardig lachje,weemoedig en toch opgewekt. Dus dààrom was ze naar achter
geweest ! Om me,nu ja,een tip te geven,de beste die ze bedenken kon.
Wel,dat was me een schok,jongeman. Een dubbele nog wel. Want van de
weeromstuit werd de oude leeuw in mij wakker,als je begrijpt wat ik bedoel. En
dat was een tijdje geleden,ja.
Wel,de rest kan kort zijn. We zijn samen een stukje gaan eten,hebben een
dansje gedaan. Ze was ook weduwe. Er stond dus niets in de weg. Letterlijk ook
niet,nee. En van het een komt het ander. We zijn nubijna vier jaar getrouwd. En elk jaar vieren
we Sint Jan. Ze is nu boodschappen gaan doen,daar heb ik een hekel aan. Slipjes
kopen en zo. Maar ze komt me direct hier ophalen,en dan gaan we weer eens eten
en dansen. Gelukkig zijn we hier niet in Schoonbeek,je zou wat horen !”
De oude man knipoogde en zweeg. En even later kwam er een auto langs en
stopte. Achter het stuur een deftige dame,met spierwitte haren en een streng
brilletje op de neus. Ik keek een beetje ongelovig toe.
De man dronk zijn glas leeg,knikte vriendelijk,liep naar de wagen en
stapte in. Toen draaide hij het raampje open.
-“Ik weet wat je nu denkt,jongeman”,riep hij me
toe.-“Maar al wat ik je verteld heb is de waarheid hoor ! De naakte
waarheid!”.
Reacties op bericht (0)
Omdat het al een beetje druk wordt op VLAAIKENS plaats ik de volgende verhalen op VLAAIKENSTWEE. De eerste zijn : 8.Een Plasje Verkeerd. 9.Keulle zit weer op zijn Paaltje. 10.Daar komt de Bruid. 11.Schoonbeek Groener ! 12.Een koning treedt af 13.Storm in het Willemdok 14.Miss Bibs
Omdat er een logische volgorde zit in de verhalen,en omdat de foto's en verklarende teksten in de kolommen er naast met elk verhaal te maken hebben, volgen de recente steeds onderaan !! Voor onervaren bezoekers :je kan gewoon in "INHOUD BLOG" in de linkerkolom op het verhaal van uw keuze klikken,maar dan komen de begeleidende foto's en inleidingen niet mee naar boven... Neem dus maar liever de lift naar de kelder...Volgorde der verhalen van boven naar onder :
1.Getuige ten laste
2.De beet van de Pirañha.
3.Muisje Piep
4.Figaro's Bruiloft
5.Bemin Uw Vijanden
6.De Ziekte van Schmidt
7.De Dames van de Consul (Een oudejaar in de haven)
Hallo,ik ben Bosman,een prille blogger van 80 jaar die graag vertelt.Maar geloof me,al de verhalen,die hopelijk op mijn blog nog zullen volgen,stoelen op feiten die ergens echt gebeurd zijn.Soms zijn ze met elkaar verweven,maar nooit helemaal verzonnen.Neem nu dit eerste verhaal : drukker "Piet" was mijn grootvader,en hij ging inderdaad maar ééns in de zes jaar op café om de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen te vernemen.En in zijn beginperiode als drukker ging hij inderdaad twee,drie keer per week naar de grote stad,vijftien kilometer te voet heen en vijftien terug...En wie in de archieven van een bepaalde rechtbank gaat snuffelen,vindt daar het proces van de dame,die op haar handen wandelde in de door mij beschreven omstandigheden.En jà,mét de door mij beschreven getuigenis...Zo zie je maar.Nee,het is geen lectuur voor eerste-communiekantjes,noch voor pezewevers.We kunnen zelden lachen met de dingen op het ogenblik zelf dat ze ons overkomen.Maar als het leed geleden is soms des te meer...Voor die mensen schrijf ik.Prettige lectuur !!
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Dit tweede verhaal,"De Beet van de Pirañha",situeert zich in het "Sas van Emmele",alias Emblem-Ranst.Weliswaar heb ik voor de gelegenheid de woning van de sassenier verbouwd tot watermolen,en heeft eigenaar Miel Vranckx het Sas in 1965 gesloten omwille van de vervuiling van de Nete,geruime tijd vóór de werken het zwemgedeelte dichtgooiden.Maar het was inderdaad dààr dat een meisje door een onbekende hand onder water haar bh-tje verloor...En wat de beet van de Pirañha betreft denk ik met eerbied terug aan de inmiddels overleden dokter,die met een nijptang uit de koffer van zijn auto het slachtoffer én zijn jongebroer bevrijdde...Overigens is het "Sas" nog altijd een mooi plekje,geliefd bij fietsers,wandelaars en liefhebbers van een natje en een droogje...
HONNI SOIT QUI MAL Y PENSE
Het vierde verhaal gaat alweer over Catalonië.Let wel : ik heb nooit bezwaar gehad tegen het vuurwerk dat ze ginds afsteken op Sint Jan,24 juni is er een mooie dag voor.Of liever,een mooie nacht,als je de Catalanen kent.Je kan's anderendaags lekker uitslapen en voor één keer ook nog een siësta doen met de autochtonen.De winkels zijn toch dicht en het strand ligt er om 4 uur ook nog.
Maar ik heb ginds een bloedhekel gekregen aan de heiligen Petrus en Paulus.Want die eisen ginder óók hun vuurwerk op,en dàt is op 29 juni.Wat betekent dat je die nacht alweer geen oog dicht doet.En laat het nu juist de volgende dag 30 juni zijn,dé dag van de grote terugrit naar het verre Vlaanderen,met rode oogjes van het gebrek aan slaap...
Overigens moet ik deemoedig een bekentenis hernieuwen : het nog niet lang getrouwde bruidje,dat op VE-day haar witte jurk stond te showen voor een publiek van bewonderende geallieerde soldaten,en het mooie ding verloor aan een verloren vuurpijl,heeft mij ook vergeven.Want die pijl ontglipte héél ongelukkig in de achterwaartse zwaai uit mijn hand en vloog de open deur binnen...
Die oudejaarsavond hadden mijn vrouw en ik een scheepskapitein uit het toenmalige Joegoslavië als tafelbuur.En toen,in het prille nieuwe jaar,de man naar zijn schip terug wou ontdekte hij dat er buiten gans onverwacht een dikke laag sneeuw lag en dat hij geen vervoer naar het vierde havendok kon vinden.We hebben dan maar voor Sint Bernardshond gespeeld en hem heelhuids,zij het ten koste van een deuk in mijn bumper,naar zijn varend tehuis gebracht.Omdat hij met alle geweld ons wou vergasten op een glaasje Slivovic zijn we met gevaar voor lijf en leden de dik besneeuwde loopplank langsheen de scheepswand opgeklauterd,en een uurtje later -de hemel weet hoe-zonder vallen weer afgedaald.Wat dus met "de dame van de consul" in dit zevende verhaal niet het geval was...
Ik moet bij dit zevende verhaal iets rechtzetten.In de linkerkolom vertel ik van mijn zwerftochten door de haven lang geleden.Ik heb er van alles gezien en gefotografeerd,tot een schip toe,dat in brand stond, en luttele minuten nadat ik rechtsomkeer had gemaakt om terug naar mijn werk te rijden in de lucht vloog tot innig geluk van de persfotograaf die maar op zijn knopje te drukken had voor de foto van het jaar...Ik heb er bananen zien lossen (en vaak een tros meegekregen).Ik heb er rare types gezien in alle kleuren en van alle werelddelen.Maar "dames van de consul" heb ik er nooit ontmoet.Hebben ze bestaan ? Bestaan ze misschien nog ? Of zijn ze een product van de verbeelding,die aan menige toog de vrije teugel krijgt ? Ik zal het nooit weten...