vlaaikens
Inhoud blog
  • Zestiende verhaal
  • KIJK OOK OP VLAAIKENSTWEE 05.07.2021
  • DE DAMES VAN DE CONSUL (Een oudejaar in de haven)
  • DE ZIEKTE VAN SCHMIDT
  • BEMIN UW VIJANDEN
  • FIGARO'S BRUILOFT
  • MUISJE PIEP
  • DE BEET VAN DE PIRANHA
  • GETUIGE TEN LASTE

    Foto

    OVER MEZELF : "BOSMAN" What is in a name ? De Engelsen vragen het al 300 jaar...Laat me toe me te beperken tot de verduidelijking dat Bosman de Nederlandse vertaling is voor mijn Latijnse voornaam...Ik ben geboren in het mooiste stukje van Lier : de Vismarkt,vlakbij St.Gummaruscollegiale en de Grote Markt,op 19 oktober 1928.Ik werd dus 80 jaar op het ogenblik dat ik volop leed aan de barensweeën van mijn blog... Ik ben de trotse vader,respectievelijk grootvader en overgrootvader,van drie kinderen,negen kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Zo hebben wij onze bijdrage geleverd aan een oplossing voor het probleem van de vergrijzing...

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Dit derde verhaal situeert zich in het begin natuurlijk in Schoonbeek,maar het eindigt en wordt verteld op het terras van een Vlaams Cafeetje ergens in Catalonië,en wie het fotootje hieronder bekijkt zal het wellicht herkennen,tenminste als hij een flink aantal jaren geleden daar geweest is.Wat Muisje Piep betreft kan ik de bezoeker met genoegen verzekeren dat ik onlangs met eigen ogen kon vaststellen dat ze nog flink en gezond is spijts de vestimentaire tekortkomingen in haar jeugd...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Het ontstaan van de eerste Antwerpse bierkelder is precies verlopen zoals ik beschreven heb in dit vijfde verhaal "Bemin Uw Vijanden".Voor de rest vrees ik dat mijn verbeelding me wel heel erg op sleeptouw genomen heeft.Maar ik hoop dat er ergens in Nieuw-Zeeland nog een oude Maori-vrouw in leven is met een naam die verdacht veel lijkt op die van de heldin van mijn verhaal.En dat er destijds een jong Maori-meisje in die bierkelder haar naam gekrabbeld heeft in de voering van een studentenpet is geschiedenis,géén verbeelding...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Ik heb niet het genoegen gehad het vaderland te mogen dienen in een kaki uniform.Ik kan er dus niet van verdacht worden betrokken te zijn geweest bij het geval van "De Ziekte van Schmidt",dat het onderwerp is van dit zesde verhaal.Maar dat er zich een dergelijk geval heeft voorgedaan,en wel degelijk in een Duitse gemeente waar onze vaderlanders gelegerd waren,werd me voor de vaste waarheid verteld,en dat wel door de broer van de dader ! En waarom zou het niet kunnen,als je onze piotten een beetje kent...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Wat is de haven van Antwerpen in pakweg de laatste veertig jaar veranderd ! In die tijd werkte ik in de omgeving van het Hessenhuis,en 's middags had ik een uurtje vrij.Dan trok ik met de camera de dokken in,en er viel altijd wel een mooie foto te maken.Twee mannen die aan een houten hangar reparaties verrichtten werden dan van binnen in de hangar naar buiten toe gekiekt,en in de "verharde" foto zagen ze er uit als vliegen die tegen een rooster kleefden.Een betonwerker,die schrijlings op een balk van een bouwwerf zat,leek in "solarisatie" een astronaut die in de ruimte aan zijn schip aan het werken was.En de zon,die door hekwerken de gekste capriolen op de zandbodem tekende...Of een verroest anker op de kade...Dan is de container gekomen,natuurlijk gevolgd door het containerschip (of omgekeerd),en wie nu door de haven rijdt doet dat op vele plaatsen tussen twee huizenhoge wanden van containers.En dat doet hij dan liefst op zondag,want op weekdagen is een chauffeur,die niet professioneel gewoon is om in de haven te rijden,een kandidaat voor Pietje met de zeis...Gelukkig is er nog "Spek en Eieren" als prettige pleisterplaats voor een natje en een droogje,en kan je langsheen de Scheldelaan de dijk beklimmen en de tallships bewonderen als "de race" de haven aan doet.En natuurlijk is er Lillo-haventje en -fort met zijn leuke cafétjes en eettentjes.En zijn uitzicht naar de bocht van Bath en,aan de overkant,het lijdende Doel...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    pittig en vinnig
    (kortverhalen voor +16 uit eigen bundel "Als Eros lacht",niet gepubliceerd)
    16-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BEMIN UW VIJANDEN
    ISINBAJEVA nam haar aanloop,pootte de polsstok net op het goeie ogenblik neer,slingerde zich de lucht in,en zweefde sierlijk o

    ISINBAJEVA nam haar aanloop,pootte de polsstok net op het goeie ogenblik neer,slingerde zich de lucht in,en zweefde sierlijk over de lat. Die trilde niet eens. Het stadion veerde recht,de TV-comlmentator brulde : “Ja,sportliefhebbers,het is gebeurd ! Nieuw wereldrecord !”. En de man met de groene anorak,die om het hoekje van de toog met zijn rug naar de zee zat,klapte entousiast in de handen.Een miezerige dag was goedegemaakt.

     

    Ik keek met één oog naar het scherm,met het andere naar buiten. Een groter contrast was niet denkbaar. Ginds stak de gelukkige atlete breed lachend de armen in de lucht  in het zonovergoten stadion waar de mensen in hemdsmouwen,sommigen met een tot hoedje gevouwen krant op het hoofd,haar een staande ovatie brachten. Hier worstelden een paar moedige wandelaars in gele regenjassen, met een kap op,tegen de wind in voorbij het café en het verlaten terras. Op het stand zaten enkele meeuwen in slagorde te wachten tot de rest van de troep van boven de stad zou weerkeren.

     

    -“Méér dan vijf meter !”,zei de man met de groene anorak. –“Kun je je dat voorstellen ? Zet ze hier maar eens neer op de dijk,een stelling van vijf meter. Als je er op staat kan je de ruiten van het tweede verdiep wassen. En wip daar dan eens over. Zelfs met zo’n stok. En dat voor een vrouw !”. Hij schudde ongelovig het hoofd. “En in Mexico zou ze nóg hoger kunnen,daar is de lucht dunner,haar aanloop zou sneller zijn”,zei hij.

     

    Ik knikte.-“En de aantrekkingskracht van de aarde is er kleiner”,zei ik. “Tweeduizend meter hoog,ze zou bij het afzetten gemakkelijker loskomen”.

     

    De groene anorak had net een teug van zijn bier genomen. Nu zette hij zijn glas gedecideerd neer,keek me even aan,schudde zijn wijsvinger energiek heen en weer,en zei beslist :”Dat is fout,meneer ! Als je tweeduizend meter hoog bent,los van de aarde,dàn is de aantrekkingskracht minder. Maar niet als je er op staat,al is het op de Everest. Dan is ze overal hetzelfde,en maar goed ook. Ze zouden er verdorie per ongeluk afwippen,die bergbeklimmers”. Hij nam nog een stevige slok.

     

    Ik had mijn twijfels,en hij merkte dat. Hij stapte van zijn krukje af,kwam de hoek van de toog om,en legde zijn hand op mijn schouder. –“Die aantrekkingskracht van de aarde”,zei hij,”heb je daar al ooit eens bij stilgestaan ? Dat wij niet zónder kunnen ? Hoe moeten ze hier beneden”,en hij puntte zijn wijsvinger naar de vloer,”hoe moeten ze hier beneden anders blijven hangen,in Australië of zo,met hun kop naar onder ? Heb je daar ooit over nagedacht ? Hoe lopen ze hier onder,met hun voeten tegen de onze ?”.

     

    Ik zweeg. De wetenschap had de sport verdrongen.

     

    De man tikte met zijn glas op de toog. “Twee pintjes” zei hij,zonder zich er om te bekommeren  dat mijn glas nog vol was. Hij keek eens naar buiten. –“Nat van buiten,nat van binnen”,zei hij. –“De enige remedie tegen de vacantiekolder”. Hij had gelijk. Ik dronk mijn glas in één teug leeg. Het nieuwe stond er ook al.

     

    -“Ik heb ze het eens gevraagd”,zei hij,”hoe ze hier beneden lopen. En het antwoord zal ik nooit vergeten”.

     

                              ------------------------------------------

     

    -“Het was in de tijd dat de eerste bierkelders open gingen”,begon de groene anorak,-“In de Keizerstaat en rond de Stadswaag.”,waarmee hij meteen bewees dat hij een Sinjoor was.-“Je kon er niet binnenkomen of er zat wel een of andere artist  met een tokkel-of strijkinstrument. Ik heb er zelfs die van “De Derde Man” weten spelen,Anton Karas,ja. En in het begin was er elke maand verandering van decor. Want over dag kwamen de aspirant-schilders van de Academie er hun driften botvieren op de witgekalkte gewelven. En het waren geen heiligen die  ze borstelden,nee. Een mis moest je daar niet opdragen. In die tijd toch niet. Nu...”. Hij zweeg en zocht in de lucht boven de zee naar het pré-conciliaire tijdperk.-“Tja”,zei hij,”ik bemoei me er niet mee. Maar vroeger was de zonde veel gezelliger.

     

    Ten andere,weet je hoe het met die bierkelders begonnen is ? Met de ontvoering van Opsinjoorke uit het museum in Mechelen. Die van de Academie en van het Ignaske hebben dat gelapt. En om de kosten te dekken,want ze hadden het gebit van de concierge gebroken,zijn ze dan met de burgemeester overeengekomen dat ze de pop zouden teruggeven als ze die veertien dagen mochten tentoonstellen in de kelder van het Rockockxhuis. Tegen betaling is er heel wat volk komen zien. Maar ze moesten de kostbare pop dag en nacht bewaken,dat wel. Toen hebben die mannen van de grote dorst een paar bakken bier in die kelder gesleurd,en het spel zat op de wagen. De eerste bierkelder was geboren.

     

    Afijn,in die kelders kwam de jeugd van die tijd bijeen.  Met hier en daar nog een jong getrouwd koppel tussen,die de salamanders nog niet konden missen. En ik heb het niet over die vieze,groene beesten,die regelmatig hun staart kwijtraken,nee. Ik heb het over de studententoost,het collectieve offer aan Bacchus,het in één teug leegdinken van een glas bier na een hele resem plichtplegingen. En de échte salamander, het leegmaken van het glas zonder slikken,er waren er maar weinigen die dat konden,hoor ! Ik wél,ja. Ik was een van de besten. Kijk maar !”.En de man nam zijn glas,goot het naar binnen,en ik zag niet één keer zijn adamsappel bewegen. Toen zette hij het glas neer,keek me een ogenblik vertwijfeld aan,en brak toen in een alarmerende hoestbui los. Ik moest hem stevig op de rug kloppen vòòr hij weer adem kreeg. –“Ik ben ook al een dagje ouder”,hijgde hij,en hij bestelde een nieuwe pint om de weerbarstige salamander verder door te spoelen. Het was waarschijnlijk de staart die afgebroken was.

     

    -“En daar ontmoetten wij onze eerste vreemdelingen”,ging hij verder,nog een beetje kortademig. “Ik zie nog die halve Indiaan voor me.Een Boliviaan. Indiaanse vader,Hollandse moeder.Je zou zeggen,hoe komt zo’n meid uit Beetsterzwaag nu ginder terecht. Maar ja,hij wàs er. Donkerrode huid,zwarte haren en blauwe ogen,rijm dat maar samen. Maar één ding moet ik hem nageven : hij was fier op zijn afkomst. Liep altijd met een geruite deken rond de schouders. Winter en zomer. En zijn haren knoopte hij in vlechten. Gerlukkig sprak hij Engels. Daar kan ik mijn plan in trekken,Spaans ken ik niet. Uren hebben we zitten babbelen. Hij was zeeman,en zijn schip lag aan de ketting. Op een dag was hij verdwenen. Terug naar Bolivië of naar zijn opa in Beetserzwaag,kan natuurlijk ook

     

    En Pedro dan. Een Argentijn. Zoontje van rijke veehouders uit de pampa’s. Kon je aan zijn ogen zien,die keken altijd in de verte. Studeerde hier jarenlang en is nooit verder geraakt dan het eerste jaar. Als ze hem ergens beu waren schreef hij zich voor iets anders in. Beroepsstudent,ja. Op een dag kreeg hij bericht dat z’n pa dood was. Hij is naar de pampa’s vertrokken en ik heb er nooit meer iets van gehoord.

     

    Maar ik had het over de aantrekkigskracht van de aarde,en hoe ze hier beneden rondlopen,onze tegenvoeters. Wel,daar heb ik in de bierkelder ook mee te maken gekregen. Op een avond in december zit ik er met een paar vrienden aan een tafel,en we hadden al een paar keer geslamanderd. Wij niet alleen,hoor ! Daar deed heel de kelder aan mee. En dan het volk achter de toog maar tappen en de obers maar rondlopen,kun je denken,alle glazen op slag leeg.

     

    En er komt een gezelschap,aan onze tafel zitten. Eén jongen en drie meisjes. En de jongen en het éne meisje waren getrouwd,dat merk je dadelijk als je er een oog voor hebt. En die spraken Vlaams onder mekaar. Maar met de twee andere meisjes spraken ze Engels. Een van die twee was een blondje,met een door de zon gebruind gezicht. Het andere had zwarte haren,een paar wijd uiteen staande bruine reeënogen mat wat rare sproeten er rond ,en een huid die veel lichter was dan die van het blondje. En dat leek me al meer normaal,wie loopt er nu hartje winter met een bruinverbrand gezicht rond. Nu wel,ja,met die zonnebanken,maar die waren er toen nog niet. En naar de wintersporten gingen we toen ook nog niet. Ik vroeg me dus af waar dat blondje haar kleurtje vandaan had,en als ik nieuwsgierig ben houdt niemand me tegen. En omdat het zwarte meisje naast mij kwam te zitten klamp ik haar aan en vraag haar of ze uit Engeland kwamen.-“No,we’re from New-Zealand”,ontwoordt ze .Ik zat paf. Tegenvoeters,verdorie ! Kom dat tegen in een bierkelder ! En meteen wist ik waar dat blondje haar kleurtje gehaald had,want die  waren natuurlijk uit de volle zomer ginds naar hier gekomen.

     

    Ik stond op het punt het gesprek verder te zetten,toen er juist een nieuwe salamander ingezet werd,en terwijl het ritueel zijn gang gaat heb ik de tijd om in een paar woorden te vertellen wat er van hen verwacht werd,en ja hoor ! Als het moment suprême gekomen is en het ad fundum weerklinkt heffen de twee meisjes vrolijk mee het glas en drinken het leeg tot op de bodem. Maar slikken deden ze wel natuurlijk,een echte salamander leer je zomaar niet op één,twee,drie. En het Vlaamse koppelltje deed ook mee,maar ik zag het vrouwtje haar man wat toefluisteren. Hij mocht niet zoveel hebben,dat was duidelijk. Maar hij had ja gezegd tegen de pastoor,en nu moest hij de bluts met de buil nemen. Dat heb je als je niet oppast.

     

    Nu,die lege glazen waren voor mij een uitgelezen kans om de kennismaking verder te zetten,en dus trakteerde ik de vier op een pintje,maar ket koppeltje nam een koffie. De twee Nieuw-Zeelandse meisjes hielden zich dapper aan het Belgische bier,dus dat ging de goede kant uit.

     

    En ik ben met het zwartje aan het keuvelen gegaan. Ze kwamen uit Christchurch,en het zwartje was verbaasd dat ik wist dat ze dus van het zuidereiland kwam. Maar ik had niet voor niks op school een voordracht moeten houden over de economie van Nieuw-Zeeland, ik wist dus wel een en ander. En dat liet ik duidelijk blijken door over de Maori te beginnen. Maar toen was het weer salamandertijd,en het koppeltje keek een beetje ongelukkig naar hun koffie. Die was helemaal niet geschikt om te salamanderen,je kan je er lelijk aan verbranden. Maar de Nieuw-Zeelandse meisjes deden wéér mee. En toen hun glazen leeg waren vond het koppeltje dat het voor hun gasten veel te gevaarlijk werd in die kelder,en besloot op te stappen. En het blondje ging mee,maar het zwartje had de smaak te pakken ! Die zei dat ze heus wel thuis zou geraken,maar dat ze nog even bleef,het werd juist zo gezellig. En enkele tellen later had ze weer een vol glas voor zich staan,en ze deed één van haar bruine ogen dicht,en die knipoog was de bezegeling van het Vlaams-Nieuw-Zeelandse komplot tegen de getrouwde mensen.

     

    En dan vroeg ze :”What do you know about the Maori ?”,en daar zat ik even verlegen mee,want het is niet omdat je iets over economie geleerd hebt dat je veel weet over de paar honderduizend Maori die nog over blijven. Dus greep ik in gedachten terug naar “Bemin Uw Vijanden”,een boekje van Averbode dat ik eens gelezen had,en waarin een katholieke familie op Nieuw-Zeeland door de Maori half uitgemoord en opgegeten wordt. Maar de overlevenden weten natuurlijk hun aanvallers te bekeren,zoals dat altijd ging in die boekjes van Averbode. En ik had ook nog Jules Verne gelezen ,en dus begin ik over de opstand van de Maori honderd jaar terug. Daar keek ze van op,hoe kon ik het weten. En ik vertelde haar van de oude Maori-vrouw,die op haar sterfbed aan de pater,die haar juist bekeerd had, als laatste wens om de gebraden hand van een knaapje vroeg. En ik zei haar dat ze toch maar voor die kannibalen moest oppassen. En toen was het tijd voor de volgende salamander.

     

    En als die gedaan is zegt Lia,want zo heette ze,dat de Maori nu al lang geen kannibalen meer waren,en dat kon ik geloven. Het zou nu ginder ook wel tegen de wet zijn mekaar op te peuzelen. Maar proeven mocht  wél nog,dat voelde ik toen haar lippen de mijne beroerden,en haar tong in mijn mond gleed. En aan haar gezicht te zien viel de smaak mee. Het was gewoon een salamandersmaakje,wat wil je.

     

    Kortom,na nog een paar offers aan Bacchus besloten Lia en ik de Stadswaag af te dweilen onder ons beidjes. En dat hebben we arm in arm gedaan,want we begonnen zo stilaan last te krijgen van de aantrekkingskracht van de aarde,ja. En het is toen we onder een lantaarn een lange kus uitgewisseld hebben dat ik Lia vroeg hoe ze in godsnaam overeind konden blijven,ginds beneden met hun koppen omlaag.

     

    -“Like this”,zei Lia. En ze zette haar handen op de straatstenen,zwierde fluks de benen omhoog,en bleef perfect op haar handen staan. En toen klonk het van beneden een tikje gesmoord : “Maar bij ons valt mijn rok niet over mijn kop”.

     

    Maar hier wél ! En,meneer,zulke dijen had ik nog nooit gezien !”

     

                 --------------------------------------------

     

    De man met de groene anorak dronk zijn glas leeg en keek even naar de zee en de dijk. Het blééf regenen. En hij knikte vriendelijk toen ik hem vroeg of hij er nog eentje lustte. “Maar salamanderen doe ik niet meer”,zei hij,”ik ben een beetje uit vorm. Wat wil je,veertig jaar niet meer gedaan,ik dacht dat ik stikte daarnet”.

     

    -“Is ze nog overeind gekomen ?”,vroeg ik.Hij keek me even verwonderd aan. Toen begreep hij,en hij lachte.

     

    -“Ja”,antwoordde hij,”maar niet voor lang. Want ze had natuurlijk de kat bij het spek gezet,met die billen van haar. We hebben samen nog wel een of twee salamanders gevangen in een van de andere bierkelders,maar toen voelden we allebei de behoefte aan een meer intieme vorm van verbroedering tussen twee tegenvoeters. En Lia opperde dat ze haar gastheren en haar blonde landgenote toch  pas aan het ontbijt zou weerzien,die lagen nu al  onder de wol. En dus is ze met mij onder zeil gegaan,en ik kan je verzekeren dat onze voeten weliswaar tegeneen lagen,maar in dezelfde richting,en onze koppen ook. We hebben het samen heerlijk gehad. Ik zei het al,vroeger was de zonde veel gezelliger.

     

    En tegen de morgen aan heb ik ze naar het huis van het koppeltje gebracht. En vóór ze aanbelde hebben we nog een lange zoen gewisseld. Ik vroeg haar om een foto,maar die had ze niet. Ik heb haar dan een naam kaartje gegeven,ze zou er een opsturen. En ik heb haar verteld hoe gelukkig ik was geweest,die nacht.-“Je weet niet half hoe gelukkig”,zei ze een beetje kryptisch,en ze deed weer één van haar bruine ogen dicht. En met die knipoog op zak liep ik weg,en ik floot samen met de vogels een ochtendliedje.

     

    En een goeie maand later valt er een omslag in de bus uit Christchurch,New-Zealand. Met een prachtige foto. De zwarte haren,de lichte huid ,de wijd uiteenstaande bruine ogen met de rare sproeten er rond,àlles was er. En achter op de foto stond een reeks kruisjes en de afdruk van twee volle,roodgeverfde lippen. En daar onder “To John with love,from Lia Ora Kanoa”.

     

    Een Maori !!

     

    En ik had het kunnen weten,meneer. Ik weet het wel : in liefde en oorlog is veel toegelaten.  Maar toch...”.

     

    De man met de groene anorak,draaide zijn kop even naar de zee,en ik zag zijn oren rood aanlopen .

     

    -“Ze beet zo graag”,mompelde hij.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Omdat het al een beetje druk wordt op VLAAIKENS plaats ik de volgende verhalen op VLAAIKENSTWEE. De eerste zijn : 8.Een Plasje Verkeerd. 9.Keulle zit weer op zijn Paaltje. 10.Daar komt de Bruid. 11.Schoonbeek Groener ! 12.Een koning treedt af 13.Storm in het Willemdok 14.Miss Bibs 


    Omdat er een logische volgorde zit in de verhalen,en omdat de foto's en verklarende teksten in de kolommen er naast met elk verhaal te maken hebben, volgen de recente steeds onderaan !! Voor onervaren bezoekers :je kan gewoon in "INHOUD BLOG" in de linkerkolom op het verhaal van uw keuze klikken,maar dan komen de begeleidende foto's en inleidingen niet mee naar boven... Neem dus maar liever de lift naar de kelder...Volgorde der verhalen van boven naar onder : 1.Getuige ten laste 2.De beet van de Pirañha. 3.Muisje Piep 4.Figaro's Bruiloft 5.Bemin Uw Vijanden 6.De Ziekte van Schmidt 7.De Dames van de Consul (Een oudejaar in de haven)

    Hallo,ik ben Bosman,een prille blogger van 80 jaar die graag vertelt.Maar geloof me,al de verhalen,die hopelijk op mijn blog nog zullen volgen,stoelen op feiten die ergens echt gebeurd zijn.Soms zijn ze met elkaar verweven,maar nooit helemaal verzonnen.Neem nu dit eerste verhaal : drukker "Piet" was mijn grootvader,en hij ging inderdaad maar ééns in de zes jaar op café om de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen te vernemen.En in zijn beginperiode als drukker ging hij inderdaad twee,drie keer per week naar de grote stad,vijftien kilometer te voet heen en vijftien terug...En wie in de archieven van een bepaalde rechtbank gaat snuffelen,vindt daar het proces van de dame,die op haar handen wandelde in de door mij beschreven omstandigheden.En jà,mét de door mij beschreven getuigenis...Zo zie je maar.Nee,het is geen lectuur voor eerste-communiekantjes,noch voor pezewevers.We kunnen zelden lachen met de dingen op het ogenblik zelf dat ze ons overkomen.Maar als het leed geleden is soms des te meer...Voor die mensen schrijf ik.Prettige lectuur !!

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !




    Welkom op mijn blog!

    Archief per jaar
  • 2021
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Dit tweede verhaal,"De Beet van de Pirañha",situeert zich in het "Sas van Emmele",alias Emblem-Ranst.Weliswaar heb ik voor de gelegenheid de woning van de sassenier verbouwd tot watermolen,en heeft eigenaar Miel Vranckx het Sas in 1965 gesloten omwille van de vervuiling van de Nete,geruime tijd vóór de werken het zwemgedeelte dichtgooiden.Maar het was inderdaad dààr dat een meisje door een onbekende hand onder water haar bh-tje verloor...En wat de beet van de Pirañha betreft denk ik met eerbied terug aan de inmiddels overleden dokter,die met een nijptang uit de koffer van zijn auto het slachtoffer én zijn jongebroer bevrijdde...Overigens is het "Sas" nog altijd een mooi plekje,geliefd bij fietsers,wandelaars en liefhebbers van een natje en een droogje...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    HONNI SOIT QUI MAL Y PENSE

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Het vierde verhaal gaat alweer over Catalonië.Let wel : ik heb nooit bezwaar gehad tegen het vuurwerk dat ze ginds afsteken op Sint Jan,24 juni is er een mooie dag voor.Of liever,een mooie nacht,als je de Catalanen kent.Je kan's anderendaags lekker uitslapen en voor één keer ook nog een siësta doen met de autochtonen.De winkels zijn toch dicht en het strand ligt er om 4 uur ook nog. Maar ik heb ginds een bloedhekel gekregen aan de heiligen Petrus en Paulus.Want die eisen ginder óók hun vuurwerk op,en dàt is op 29 juni.Wat betekent dat je die nacht alweer geen oog dicht doet.En laat het nu juist de volgende dag 30 juni zijn,dé dag van de grote terugrit naar het verre Vlaanderen,met rode oogjes van het gebrek aan slaap... Overigens moet ik deemoedig een bekentenis hernieuwen : het nog niet lang getrouwde bruidje,dat op VE-day haar witte jurk stond te showen voor een publiek van bewonderende geallieerde soldaten,en het mooie ding verloor aan een verloren vuurpijl,heeft mij ook vergeven.Want die pijl ontglipte héél ongelukkig in de achterwaartse zwaai uit mijn hand en vloog de open deur binnen...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Die oudejaarsavond hadden mijn vrouw en ik een scheepskapitein uit het toenmalige Joegoslavië als tafelbuur.En toen,in het prille nieuwe jaar,de man naar zijn schip terug wou ontdekte hij dat er buiten gans onverwacht een dikke laag sneeuw lag en dat hij geen vervoer naar het vierde havendok kon vinden.We hebben dan maar voor Sint Bernardshond gespeeld en hem heelhuids,zij het ten koste van een deuk in mijn bumper,naar zijn varend tehuis gebracht.Omdat hij met alle geweld ons wou vergasten op een glaasje Slivovic zijn we met gevaar voor lijf en leden de dik besneeuwde loopplank langsheen de scheepswand opgeklauterd,en een uurtje later -de hemel weet hoe-zonder vallen weer afgedaald.Wat dus met "de dame van de consul" in dit zevende verhaal niet het geval was...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Ik moet bij dit zevende verhaal iets rechtzetten.In de linkerkolom vertel ik van mijn zwerftochten door de haven lang geleden.Ik heb er van alles gezien en gefotografeerd,tot een schip toe,dat in brand stond, en luttele minuten nadat ik rechtsomkeer had gemaakt om terug naar mijn werk te rijden in de lucht vloog tot innig geluk van de persfotograaf die maar op zijn knopje te drukken had voor de foto van het jaar...Ik heb er bananen zien lossen (en vaak een tros meegekregen).Ik heb er rare types gezien in alle kleuren en van alle werelddelen.Maar "dames van de consul" heb ik er nooit ontmoet.Hebben ze bestaan ? Bestaan ze misschien nog ? Of zijn ze een product van de verbeelding,die aan menige toog de vrije teugel krijgt ? Ik zal het nooit weten...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!