MIJN ZWERFTOCHT TUSSEN RECHT EN ONRECHT .
Eerst en vooral wil ik de lezer van dit artikel bedanken voor de aandacht welke hieraan gegeven wordt of zal gegeven worden .
Dit artikel is uit het dagelijkse leven gegrepen en ik ben vermoedelijk niet alleen wie hiermee geconfronteerd werd of wordt .
Mijn naam is Annick , ben een vrouw van 45 jaar en ben afkomstig uit een gewoon gezin waarbij ik alleen summiere steun van mijn vader kreeg .
Mijn moeder waar ik naar opkeek had alleen aandacht voor mijn zuster en voor haar eigen levenswijze . Aldus diende ik al op zeer jonge leeftijd mijn plan te trekken en zelf mijn studies te bepalen . Als jonge vrouw was dit uiteraard zeer moeilijk en uiteraard had dit een turbulent gevolg op mijn toekomst .
Gezien wij thuis het financieel niet breed hadden , keek ik op latere leeftijd op naar mensen welke het geld konden laten rollen . Ik gleed vervolgens af in dagdromen en wilde kost wat kost mijn leven gelijkstellen met hetgeen ik in mijn omgeving waarnam . Ik geef grif toe dat ik het verkeerde pad opging en verzeilde in toestanden waarvoor ik mij heden nog schaam .
Ik had echter de macht van het geld ontdekt en voelde mij zeer gelukkig . Totdat het misging .
Van een redelijk grote welvaart gleed ik af in diepe armoede , ondanks dat ik relaties had in grote en bemiddelde middens . Plots herkenden toen mijn grote weldoeners hun Annick niet meer en stond ik volledig alleen .
Ik leerde wel enkele mannen kennen welke zogezegd van mij hielden , toch het te pas en onpas lieten blijken dat zij mij verafschuwden . Van hen kreeg ik slagen en vernederingen te verwerken welke ik nooit had kunnen voorspellen . Ik was naïef en bleef naïef en hoopte telkenmale op een keerpunt in mijn ongemakken en vernederingen . Helaas bleef ik op mijn verzuchtingen zitten .
Op zeker ogenblik dacht ik het geluk terug gevonden te hebben en werd verslaafd aan drugs . Het begon met wiet en eindigde met heroïne , waarvan ik ruiterlijk toegeef hieraan verslaafd geraakt te zijn .
Op 35 jarige leeftijd zag ik het in dat mijn gezondheid hieronder leed en ik fysiek en mentaal aftakelde met gevolg dat ik meer een wandelend wrak werd en uiteindelijk mezelf begon te verafschuwen . Ik besloot dan onmiddellijk te stoppen wat lukte en begon terug het leven zinvol te vinden .
Helaas was mijn teruggewonnen geluk van een korte duur . Ik werd het slachtoffer van een poging tot verkrachting , wat terug traumas opwierpen en ik mezelf terug vuil en verwaarloost begon te voelen . Er werd mij dienaangaande door het gerecht een schadevergoeding toegekend welke tot op heden niet kon ingelost worden gezien één van de daders OCMW steun genoot en de andere werkloos was en geen inkomen had . Niemand stelde me ooit in kennis dat er zoiets als een fonds voor slachtoffers bestond .
Het grote ongeluk begon echter in 1999 , toen ik betrokken werd bij een zwaar verkeersongeval waarbij ik zware letsels opliep met een invaliditeit tot gevolg . Invaliditeit welke tot op heden , ondanks medische attesten niet toegekend werd .
Er werd mij dan een advocaat aangeprezen welke mijn belangen zou behartigen . Behartigen was een groot woord . De me toegekende schadevergoeding werd geparkeerd op een derde rekening van deze advocaat waarin deze kwistig graaide om zijn zo gezegde astronomische gemaakte onkosten te dekken . met het gevolg dat deze rekening snel leeg geraakte zonder dat ik enige opheldering zag of wat hij uitrichtte . Toen de rekening leeg was diende ik nog verschillende bijkomende onkosten op te hoesten waaraan in moeilijk kon aan voldoen .
Mijn erkend eerherstel belandde in zijn onderste schuif en werd slechts dit jaar , door een andere advocaat keuze van mijnentwege , betekend .
Hieruit bleek dat het eerherstel 4 jaar onwerkdadig was en mij belette werk te vinden , ondanks dat ik verschillende talen spreek en met Secretariaats-werk me zeer gelegen lag .
Ik ging vervolgens naar verschillende interim kantoren me aanbieden , want ik wou werken . Telkenmale was er geen werk voor mij , ondanks verschillende werkaankondigingen in het kantoor .
Noodgedwongen bood ik mij dan aan bij het OCMW , werd dan ook aanvankelijk van het kastje naar de muur gestuurd en na vele bekommernissen kreeg ik uiteindelijk een aalmoes als steun toegekend . Ik zocht vervolgens een woongelegenheid en kon mijn intrek nemen in een beschermd pand , totaal verwaarloost met schimmel en vochtigheid op de muren . Dit appartement kon ik schamel renoveren zonder tussenkomst van de huisbaas . Ik dien ook een hoog huurbedrag te betalen wat met moeite kan bekostigd worden met de steun die ik ontvang . Geld voor eten , de dagelijkse zorg en de kleding was ook niet voorhanden , het eten was schamel en nam dikwijls genoegen met niets . Onnodig te vermelden dat ik depressief werd en een einde aan mijn leven wou stellen .
Gelukkig kwam ik dan in het bezit van een lief katje waar ik tegen sprak , het paradoxaal gevoel had , dat zij mij verstond en mij met haar mimiek de nodige steun verstrekte mijn eenzaam en armzalig bestaan op te fleuren . Ik voedde haar met het beste eten wat ik kon betalen en dit ten koste van het mijne . Uiteraard werden wij hartsvrienden en beken eerlijk dat ik zonder dit katje niet meer kan leven . Ik boerde verder met het schamele wat ik bezat en hopende op een beterschap in de toekomst wat uiteindelijk een utopie bleek te zijn .
Gezien de medicatie die ik dien te nemen als gevolg van het ongeval , de oplopende dokters onkosten , misschien een heelkundige ingreep in de toekomst en misschien nog andere niet te voorziene doemenissen , begaf ik mij terug naar het OCMW voor bijkomende steun . Een bijpassing bleek aanvankelijk niet mogelijk toch werd in minieme mate de gemaakte dokters onkosten door deze instelling bijgepast wat voor mij ook hoopvol was.
Bij toeval leerde ik twee vrienden kennen welke mij mentaal steunen en dit met hun eigen beschikbare middelen en waarbij ik af en toe eens kan gaan uithuilen . Mijn katje en deze vrienden gaven me terug moed het leven te hervatten , toch het verleden duikt telkenmale op , verdrukt soms mijn gevoel terug aanvaard te worden en denk terug uit het leven te stappen . De lichamelijke , de morele pijn blijven echter aan de deur kloppen en zie ik het niet meer zitten . Gelukkig heb ik nog in de stille uren mijn katje welke mij steun en liefde geeft .
Mocht men ooit mijn levenloos lichaam vinden , weet dan dat ik geen uitweg meer zag , dat ik het aan mij gedane onrecht niet meer zag zitten , van alle hulp verstoken bleef mogelijk omdat ik GEEN KLEURTJE bezat .
Ik hoop echter op een happy end , zoals zo vaak vermeldt in sprookjes .
Artikel geschreven door Georges Van Tiggelen .
|