The Making of a Story : een paar moeilijke vragen
door Arie Kuijvenhoven ©
Hieronder staan drie citaten uit drie verschillende boeken die uitgegeven zijn in drie verschillende jaren, namelijk uit 1955, 1993 en 2003. De citaten betreffen hetzelfde voorval en zijn verteld door dezelfde ooggetuige. De verschillen zijn waarschijnlijk vooral de verantwoordelijkheid van de drie verschillende auteurs.
Ik stel de volgende vragen :
Ik geef direct toe dat het lastiger is dan het lijkt. Maar doe je best en kijk eens of je een goede speurneus hebt.
Citaat 1 : Na korte tijd scheurde de woning uiteen en dreef het dak met daarop het gezin van Aa met een groot deel van de zolder in de richting van de K.dijk. Ter hoogte van de woning van Bb aan de K.dijk dreef het dak in de richting van de boerderij van Cc aan het begin van de K.dijk. Vervolgens ging het door de sterke stroming in de richting van de hoeve van Dd. Kennelijk veranderde de stroming van richting zodat men naar een aardappel-bewaarplaats dreef. Uiteindelijk schoof het dak enkele meters verderop tegen het gymnastieklokaaltje aan. Inmiddels waren de vrouw van Aa en drie van zijn kinderen van de zolder geraakt en verdronken. Slechts Aa en zijn oudste zoon waren in staat geweest op de zolder te blijven. Gezamenlijk trachtten Ee en Xxx hen uit hun gevaarlijke positie te redden. Zij begaven zich hiertoe in het gymnastiekzaaltje. Met behulp van een bank werd een raam verwijderd en een in het gymnastieklokaal aanwezig touw naar de drenkelingen toegeworpen. Aa probeerde zich vervolgens aan dit touw naar het gebouw toe te trekken, waardoor het ronddrijvende dak kantelde en zijn zoon alsnog het ijskoude water inschoof en verdronk.
Citaat 2 : Toen vanochtend om een uur of zes Xxx langs de school reed, hoorde hij in het schemerdonker iemand om hulp schreeuwen. Hij is er toen op afgerend en zag opeens een stuk van een dak in volle vaart achter langs de school drijven met een man er op. Met een paar brandweerlieden is Xxx onmiddellijk in het raam van het gymnastieklokaal geklommen. Vandaar hebben ze een touw naar hem gegooid. Maar hij had geen kracht meer in zijn handen om het vast te houden. Toen heeft hij zich met zijn tanden er aan vastgebeten. Terwijl hij van het dak sprong, kapseisde het, maar gelukkig konden de mannen hem grijpen en door het raam naar binnen sjorren. Op een vraag waar zijn vrouw en vier kinderen waren, antwoordde hij, dat zij onder het puin van het ingestorte huis moesten liggen.
Citaat 3 : Als Xxx erbij staat te kijken hoort hij hulpgeroep. In het donker ontwaart hij in het kolkende water een stuk dak, waaraan een man, vrouw en kinderen zich vastklampen. Ze zijn gestrand in het wrakhout en de rommel, die in een brede kraag voor de dijk drijft. Xxx en een helper klimmen op de bovenverdieping van het gebouw. Ze gooien een touw naar de mensen op het ronddobberende dak. De man weet het te grijpen en laat zich naar de kant trekken. Maar door zijn plotselinge beweging begint het dak te kantelen. De vrouw en de kinderen verliezen hun houvast en verdwijnen onder het water en onder het wrakhout. Ze komen niet meer boven.
Rare vragen
De afgelopen jaren heb ik met tientallen mensen over hun ervaringen voor en tijdens de watersnoodramp gesproken. Hun medewerking was vaak hartverwarmend, zeker als het heel emotioneel werd. Als het van belang leek, controleerde ik later natuurlijk wel of een mededeling feitelijk juist was of kon zijn. Het menselijk geheugen is helaas niet zo betrouwbaar. Dat brengt je wel op rare vragen: - Kon iemand bij windkracht tien (of meer) op een dijk rechtop staan en adem halen? Bij een proef op de som kon ik helemaal geen adem halen. De wind blies mijn longen vol, wat ik heel onaangenaam vond, waarna ik alleen kon uitademen door me om te draaien. Kwestie van over- en onderdruk, leerde ik in minder dan een zucht. Ademhalen werd zo wel een belevenis. - Kon iemand wel echt zien wat er om hem heen gebeurde? Uit eigen waarneming weet ik dat het op een dijkweg in een zwaarbewolkte en regenachtige nacht behoorlijk donker is. En wie een bril draagt ziet door de regendruppels al snel niets. Als de storm je recht in het gezicht blaast, zie je ook zonder bril weinig meer. Niet voor niets dragen oceaanzeilers bij slecht weer tegenwoordig een skibril. - Kon je iemand in een loeiende storm horen roepen, zelfs als hij het in doodsnood uitschreeuwde, terwijl je met je auto voorbijreed? Die proef moet ik nog nemen, maar ik denk dat ik de uitkomst al wel weet. - En hoe lang houd je het uit op een dak dat door een gierende storm wordt weggeblazen over ijskoud en wild zeewater, terwijl je niet méér aan hebt dan een broek en een trui? Het is voorgekomen en er zijn er die het hebben overleefd. Maar we weten niet hoeveel daaraan zijn bezweken.
Oral history
Zijn dat rare vragen? In de film De Storm uit 2010 komt een scène voor waarin de hoofdpersoon door nacht en ontij over de dijk fietst alsof er niet meer dan een avondbriesje staat. Haar kapsel is nagenoeg droog en nog keurig gekamd als ze het café binnen komt. En in een andere scène loopt men kilometers lang tot heuphoogte door het zeewater. Geen probleem, want het zijn immers schitterende, ja zelfs bekroonde effecten. Kitsch dus. In het echt lijkt het me onmogelijk. Kijk nog eens naar al die opnames van nieuwjaarsduiken, die olijke opening van het badseizoen. Hoeveel deelnemers duiken er echt in de golven en houden het langer dan een minuut in het water uit? Mocht je me willen laten zien dat ik onzin uitkraam, laat het me weten, want ik kom graag naar je kijken.
Ik ben bang dat er heel veel mensen zijn die door filmtrucs, onwetendheid, onervarenheid of door zelfoverschatting denken dat je een rampnacht als die van 1953 bij wijze van spreken fluitend doorstaat. Je zwemt toch gewoon naar de kant. Dat je die wallenkant niet bereikt omdat je door onderkoeling je spieren niet meer kan bewegen, wordt dan even vergeten. En als je er wel kunt komen, ligt daar waarschijnlijk een wild bewegende massa wrakhout dat kantelt en kiepert waardoor je kopje onder gaat of op zijn best zwaar gewond raakt. En is het eigenlijk wel zo slim om naar de kant te gaan? Er zijn verhalen waaruit valt op te maken dat het soms verstandiger was op je vlot te blijven tot het stevig tussen het andere wrakhout was opgeduwd. Pas dan moest je gaan schotsje springen. Maar niet iedereen kon zo lang wachten. Angst en onderkoeling zijn verraderlijke partners, die zulke nare herinneringen nalaten dat je ze liefst zo ver mogelijk weg stopt.
De moraal van dit verhaal is, dat oral history een waardevolle bron kan zijn, mits je er heel voorzichtig mee om gaat.
De Oplossing
Wie weet dat men in de eerste jaren na de ramp meestal sprak over de stormvloed in plaats van over de Watersnoodramp heeft meteen voorsprong. Even googelen brengt je dan waarschijnlijk allereerst naar het Watersnoodmuseum. En ook buiten google om is dat natuurlijk een van de meest aangewezen bronnen. In de bibliotheek daarvan staan bij 'verslagen' twee uitgaven uit 1955 die kansrijk lijken. Een heeft de aansprekende titel: Fijnaart en Heijningen in de greep van de stormvloed, van P.J. en K. de Wit, Rotterdam 1955.
Vervolgens is het handig om De Ramp een reconstructie van Kees Slager te raadplegen. Op pg. 102 (uitg. 2003) vind je citaat 3. Het probleem is hiermee al een heel eind opgelost. Het gaat dus over een drama dat zich in het Noord-Brabantse Heijningen afspeelde. Weinigen weten dat daar meer dan 70 mensen het leven verloren. Gezien het aantal inwoners van de getroffen polders is dat zelfs een van de zwaarst getroffen plekken uit het rampgebied. Kees Slager laat de slachtoffers overigens wat langer leven dan waarschijnlijk het geval is geweest. Want hoe lang kan een kind onder zulke omstandigheden op of aan een dak blijven hangen? En de manier waarop de overlevende man zich naar de kant zou hebben getrokken, is een filmscène waard. Maar was dat in het donker wel te zien? En waarom hebben de andere auteurs dit saillante detail niet genoemd? Zulke verschillen zaaien twijfel over de nauwkeurigheid van de beschrijving. En dan nog iets. In de eerste editie van De Ramp staat dit citaat ook, maar die uitgave dateert uit 1992. Een jaartje meer of minder maakt hier voor de beantwoording het verschil.
Zonder zoeken kun je proberen de leeftijd van citaat 1 respectievelijk 2 te schatten. Beide citaten hebben een wat ouderwets taalgebruik. Citaat 1 is wel veel uitgebreider. Het verschaft bijvoorbeeld nauwkeurige informatie over de loop van de waterstroom en maakt zo aannemelijk hoe de drenkelingen om het leven zijn gekomen. Citaat 2 is in dat opzicht summier en even verderop zelfs wat ongeloofwaardig. Want waarom zou alleen de man op het dak terecht zijn gekomen en zijn vrouw en vier kinderen onder het puin van hun huis? Gezien plaats en tijd klinkt de vraag naar zijn gezin bovendien niet erg realistisch. Ook is het op 1 februari rond zes uur 's morgens nog behoorlijk donker, zoals u zelf morgenochtend kunt vaststellen. Dus rijst de vraag wat men echt kon zien. Maar qua taalgebruik zie ik weinig verschil. Dus moet er bij ontbreken van de bronnen gekozen worden. De goede keus is citaat 1 uit 1993 en citaat 2 uit 1955.
Om de derde uitgave te vinden is een bezoek aan de website van de Heemkundige Kring Fijnaart en Heijningen nodig. In hun verkooplijst staat maar een publicatie uit 1993, nl. Stormvloed Fijnaart en Heijningen. Op pg. 26 daarvan staat citaat 1. Helaas is die publicatie uitverkocht. Dus is dit laatste stapje het lastigst en eigenlijk alleen voor echte kenners te doen.
En wat leert ons dit nu? Wat is hiervan zin of nut? Wel, we hebben drie beschrijvingen van hetzelfde voorval die zo van elkaar verschillen dat we nu eigenlijk nog niet weten hoe mevrouw De Geus-Hartvelt en haar vier kinderen in Heijningen om het leven kwamen. Ondanks alle moeite geldt hier helaas ook weer (vrij naar Jan Blokker) dat feiten in een weeshuis wonen.
Kiezen, schatten of gokken ?
De puzzel niet kunnen oplossen ? Teleurgesteld ? Ach, bedenk maar dat je tijdens een heuse ramp altijd moet werken met informatie die onvoldoende, onvolledig en/of onjuist is. Het is niet anders. Sterker nog, onzekerheid is een kenmerk van een ramp. Beslissen tijdens een ramp is kiezen uit onzekerheden. Op zijn best is dat schatten. En vaak wordt het gokken. Kiezen, schatten of gokken - 't is maar net wat je verkiest.
16-05-2011, 09:57 geschreven door watersnoodgids
|