Deze ochtend om tien uur plaatselijke tijd, een uur later bij ons, werd in hartje Londen de olympische wegrit voor mannen op gang getrokken. Mark Cavendish was, zoals bekend, de gedoodverfde favoriet om in zijn vaderland een gouden medaille in de wacht te slepen. Tourwinnaar Bradley Wiggins moest hem daarbij helpen. Vanuit Londen volgden 70 kilometer naar een circuit waar acht rondjes van 15,5km moesten gereden worden met daarin telkens Box Hill: een helling van 2,8km met een gemiddeld stijgingspercentage van 6%. Nadien volgden nog 45km richting Londen, de wedstrijd eindigde waar alles begonnen was, namelijk op The Mall voor Buckingham Palace.
België werd vertegenwoordigd door Tom Boonen, Philippe Gilbert, Jürgen Roelandts, Greg Van Avermaet en Stijn Vandenbergh. In de aanloop naar het circuit rond Box Hill slaagden twaalf renners erin om een kloof te slaan. Jürgen Roelandts was één van hen. Hier volgen de overige elf koplopers: Fumiyuki Beppu (Japan), Janez Brajkovic (Slovenië), Jonathan Castroviejo (Spanje), Timothy Duggan (VS), Alexander Kristoff (Noorwegen), Denis Menchov (Rusland), Stuart O'Grady (Australië), Sungbaek Park (Zuid-Korea), Marco Pinotti (Italië), Michael Schär (Zwitserland) en Lieuwe Westra (Nederland). Hun voorsprong bedroeg maximaal zes minuten. In het peloton zetten de Britten zich meteen aan kop. Naast Cavendish en Wiggins bestond het team uit Chris Froome, David Millar en Ian Stannard. Bradley Wiggins reed de ziel uit zijn lijf voor Cav met wie hij in 2008 wereldkampioen koppelkoers werd.
Er volgde een onbesuisde actie van de Australiër Michael Rogers die uit het peloton demarreerde terwijl de kopgroep vijf minuten voorsprong had. Een chasse patate was het gevolg. Tijdens één van de beklimmingen van Box Hill schoven de Belgen naar het voorplan in het peloton. Vincenzo Nibali versnelde en kreeg Gilbert en Van Avermaet mee. De Oekraïner Andriy Grivko en Zwitser Grégory Rast verhoogden de pas eveneens. Zo ontstond een achtervolgende groep van elf man. Van Avermaet miste uiteindelijk de boot. Bij de elf achtervolgers zat één Belg, meer bepaald Philippe Gilbert. Ook Grivko, Nibali en Rast sprongen mee op de kar. Dit waren hun medevluchters: Jack Bauer (Nieuw-Zeeland), Lars Boom (Nederland), Sylvain Chavanel (Frankrijk), Jacob Fuglsang (Denemarken), Roman Kreuziger (Tsjechië), Luca Paolini (Italië) en Taylor Phinney (VS).
Deze elf smolten samen met de eerste elf, Park had voorin moeten lossen en was weggezakt. Zo ontstond dus een kopgroep van 22 met daarbij twee Belgen: Gilbert en Roelandts. In de laatste ronde, op 55km van de streep, plaatste Gilbert een aanval op Box Hill. Hij zou het zo'n 15km kunnen uithouden. Ondertussen dichtten een tiental renners het gat tussen het peloton en de grote vluchtersgroep: Michael Albasini (Zwitserland), Fabian Cancellara (Zwitserland), Robert Gesink (Nederland), Sergio Luis Henao (Colombia), Chris Horner (VS), Alexander Kolobnev (Rusland), Sergei Lagutin (Oezbekistan), Lars Petter Nordhaug (Noorwegen), Luis León Sánchez (Spanje), Rigoberto Uran (Colombia), Alejandro Valverde (Spanje), Tejay Van Garderen (VS) en Alexander Vinokourov (Kazachstan). Pech voor Cancellara op 20km voor de streep. De onfortuinlijke Zwitser, die na een val in de Ronde van Vlaanderen al een tijdlang out was, kwam ten val in een bocht en zag zijn kansen in rook opgaan. Hij reed de wedstrijd uit, maar greep na de aankomst naar zijn rechtersleutelbeen.
Het peloton, met topfavoriet Mark Cavendish, volgde op een minuut op 20km voor de aankomst. De Britten bleven alles uit de kast halen. Ook de Oostenrijker Bernhard Eisel, teamgenoot van Cavendish bij Sky, droeg zijn steentje bij. Duitsland zette mannetjes in voor André Greipel. Op 10km voor de streep reed Boonen lek, maar toen was al duidelijk dat de winnaar voorin zat. Op 7,5km sprongen Vinokourov en Uran weg. Zij zouden strijden voor het goud. In de laatste hectometers keek Uran achterom op het moment dat Vino zijn ultieme aanval plaatste. De 38-jarige Kazach geeft zijn carrière dus een gouden tintje. Uran moest zich tevreden stellen met zilver. Nordhaug sprintte naar het brons. Jürgen Roelandts werd eerste Belg op de zevende plaats en ontvangt dus een olympisch diploma. Cav werd pas 28ste in wat zijn wedstrijd moest worden. Greipel en Boonen eindigden nog voor hem in de pelotonsspurt.
We ronden onze Tourreeks af met een overzicht van de sprinters die in deze Tour aantreden. Rasspurter Mark Cavendish tekent alvast present en gaat op zoek naar zijn eenentwintigste Touretappe. Kunnen André Greipel en Tyler Farrar opnieuw een ritzege meepikken? En er wordt uitgekeken naar het Tourdebuut van de Slovaak Peter Sagan, volgens velen de favoriet voor groen.
Vorig jaar kon Mark Cavendish (Sky) vijf ritoverwinningen wegkapen, wat zijn totaal op twintig Touretappes brengt. Wat alle grote rondes betreft staat de teller op 33 individuele overwinningen en daar komen nog drie ploegentijdritten bij: in de Giro 2009 en 2011 en in de Vuelta 2010. De Brit mocht een jaar geleden de groene trui omgorden in Parijs. Op een persconferentie gisteren (26/06/2012) liet Cav verstaan dat het groen dit jaar niet voor hem zal zijn. Met ritzeges alleen zal je er niet komen, zegt hij. De dagelijkse tussensprint zal belangrijk zijn: net als in de laatste Tour ligt er elke dag een supersprint op het parcours. In ritten waar geklommen moet worden is bijvoorbeeld een José Joaquin Rojas (Movistar) in staat om nog punten te pakken, terwijl Cav al afgehaakt heeft.
Cav op zoek naar goud
Let wel, dit jaar staat Cavendish vier kilo lichter dan gewoonlijk met het oog op de Olympische Spelen. Aan zijn vormpeil moet niet getwijfeld worden. Ja, hij werd geklopt in de Ster ZLM Toer, maar hij raakte wel zeer vlot de heuvels op. Jens Voigt (RadioShack), die al heel wat watertjes doorzwommen heeft, was onder de indruk van hoe Cav La Redoute opreed in de eerste gelederen. Een etappe kon Cav niet winnen, maar hij schreef wel de hele rittenkoers op zijn naam. Hét grote doel dit jaar voor Cavendish zijn zoals bekend de Spelen in Londen. Omdat het parcours niet vlak is, met onderweg negen keer Box Hill, besliste hij om af te vallen. Dat zijn zwaartepunt een week na de Tour ligt, betekent dat hij zijn kansen op olympisch goud niet zal willen hypothekeren. Tot op heden zegt Cav dat hij de Tour plant uit te rijden, maar daar twijfelen velen aan. Sky-ploegleider Steven De Jongh laat de deur op een kier voor een eventuele vroege uittocht van The Manx Express. Cavendish zelf zegt de Tour te zullen uitrijden.
In de Ster ZLM Toer konden twee Duitse sprinters wel al vertrouwen tanken in de vorm van een ritoverwinning. André Greipel (Lotto - Belisol) was de snelste in de tweede etappe waarin hij Cavendish rechtsreeks klopte. De 24-jarige Marcel Kittel was de nummer één op de openings- en de slotdag. Greipel is alvast blij met de loodsen die hij meekrijgt naar de Tour: Greg Henderson, Jürgen Roelandts en Marcel Sieberg. Doordat hij de voorbije vier weken zeven overwinningen in de wacht kon slepen trekt de Duitser met een gerust gemoed naar de Tour, waar hij op zoek gaat naar een tweede ritzege. Hij krijgt met Kittel zware concurrentie uit eigen land. De twee landgenoten zullen moeten samenwerken, want dit jaar zal het team van Cavendish niet langer de kastanjes uit het vuur halen.
Geen HTC-stoomtrein meer
De voorbije jaren, toen Cav bij HTC reed, konden de andere sprinters relatief rustig in het zog van de HTC-trein naar de finish trekken. Nu zullen de andere ploegen met sprinters in hun rangen meer initiatief moeten nemen. Bij Sky hebben ze immers meer mannen die klassementsman Bradley Wiggins moeten bijstaan. Cav krijgt zijn trouwe luitenant Bernhard Eisel mee en Noors kampioen Edvald Boasson Hagen is er ook om hem te steunen. Al zal ook Hagen bij lastigere aankomsten wel zijn kans willen gaan. Hij heeft ongetwijfeld de smaak te pakken gekregen na zijn dubbele ritwinst vorig jaar. Er lijkt niet één ploeg te zijn die de rol van HTC kan overnemen. Een coalitie van meerdere ploegen lijkt de boodschap. Dit opent mogelijkheden voor vluchters, want ongetwijfeld zullen de collectieve belangen niet altijd de individuele overstijgen en daardoor zou een kopgroep wel eens uit de klauwen van het peloton kunnen blijven.
Naast de Lotto's en de mannen van Argos - Shimano zal Orica - Greenedge moeten bijspringen, zij hebben immers Matt Goss. De winnaar van Milaan - Sanremo vorig jaar, kon dit seizoen nog geen hoge ogen gooien. Behalve een overwinning in de Giro en de ploegentijdrit in de Tirreno is zijn palmares dit jaar blank. Dat geldt ook voor Tyler Farrar (Garmin) die enkel de beste was in de tweede etappe van de Ronde van Qatar. In 2011 slaagde de Gentse Amerikaan erin een Touretappe te winnen. Als hem dat dit jaar ook lukt, is dat mindere voorjaar onmiddellijk vergeten.
Het fenomeen Sagan
Een andere uitdager van Mark Cavendish is zijn vroegere loods: Mark Renshaw. Na het opdoeken van HTC koos de Australiër voor Rabobank. Renshaw keerde tevreden terug uit de Ster ZLM Toer nadat hij er twee tweede plaatsen veroverde en één keer derde was. Hij ziet zichzelf ook tijdens de Tour top drie rijden en hoopt op een ritzege. Maar dat geldt voor wel meerder renners. Ook debutant Peter Sagan (Liquigas) hoopt zijn deelname meteen te kunnen verzilveren. Hij mag in de Tour rondrijden in de Slovaakse kampioenentrui die hij zopas veroverde. Dat was al de negende overwinning van het seizoen van de 22-jarige Slovaak. Dat heeft hij onder meer te danken aan zijn dominantie in de voorbije Ronde van Californië waar hij maar liefst vijf etappes won! Hij was er onder andere Tom Boonen (Omega Pharma - QuickStep) telkens te snel af. De Slovaak zal zich willen mengen in een pure massasprint, maar hij kan zoals bekend uitstekend uit de voeten op parcours die venijnige klimmetjes bevatten. Zondag zal hij zeker meedingen naar ritwinst in Seraing. Omdat Sagan niet enkel zal meespelen in de vlakke ritten dringt deze vraag zich op: ruilt Sagan zijn kampioenentrui voor een groen exemplaar? Net als Rojas kan hij in bergetappes langer meegaan en meedingen naar de punten van de supersprint.
Overige uitdagers
De Fransen beschikken over sprinttalent. Dat bewezen Nacer Bouhanni, de Franse kampioen en winnaar van Halle - Ingooigem, en Arnaud Démare dit seizoen. FDJ neemt hen echter nog niet mee naar de Tour, ze zijn nog te jong. De ploeg rekent voor de sprint op de Wit-Rus Yauheni Hutarovich. De Fransen moeten echter niet wanhopen, want ze hebben Tony Gallopin (RadioShack). Volgens de Tourwebsite een man om in het oog te houden voor de strijd om het groen. Wie zich ook zullen mengen in de spurten zijn Alessandro Petacchi (Lampre) en Oscar Freire (Katusha). Op een goeie dag kunnen ze de jonge garde zeker nog verrassen. Een andere uitdager is Juan José Haedo (Saxo Bank). Nu Alberto Contador geschorst is, kan hij Saxo misschien mooie momenten bezorgen? Wat de Belgen betreft, moeten we supporteren voor Kris Boeckmans (Vacansoleil). Jürgen Roelandts (Lotto - Belisol) gaat mee om te werken voor André Greipel.
Nog even meegeven dat wanneer een grote groep buiten tijd aankomt die dit jaar niet zal opgevist worden. Dat was vorig jaar wel het geval toen in de 18de rit de bus, met daarbij Mark Cavendish en Tyler Farrar, buiten tijd aankwam. De renners verloren toen wel punten. Daags nadien, de rit met aankomst op Alpe d'Huez, speelde hetzelfde scenario zich af. Voor Björn Leukemans (Vacansoleil), die na de grupetto arriveerde, kende de organisatie toen geen genade. De sprinters steken dus maar beter een tandje bij in de bergen.
De Tourstart nadert. Niet enkel Bradley Wiggins en Cadel Evans leggen de laatste lijn in de voorbereiding, maar ook heel wat outsiders doen dat. De Belgen en Nederlanders laten we achterwege: Van den Broeck, Gesink en co kwamen immers aan bod in deel twee. In dit deel wikken en wegen we de kansen van enkele zuiderlingen en Oost-Europeanen. Vorig jaar hadden de Fransen vijf renners in de top twintig, met Thomas Voeckler op kop als nummer vier. Kunnen ze hopen op een herhaling?
De Spanjaarden kunnen dit jaar rekenen op twee outsiders. Samuel Sánchez is de kopman bij de Baskische formatie Euskaltel. Na de schorsing van Alberto Contador in de uitslag van de Tour 2010 staat de olympisch kampioen derde in dat eindklassement. Op het podium heeft hij echter nooit gestaan. Vorig jaar eindigde hij op de zesde plaats. En inderdaad ook in die klassering schuift hij een plaats op na de schrapping van Contador. Laten we hopen dat we dat schrappen dit keer achterwege kunnen laten! Sánchez wordt één van de concurrenten voor Van den Broeck wat de top vijf betreft. In 2010 reden ze beiden de Tour uit. In de tijdrit op de voorlaatste dag kon Sánchez toen nog meer dan één minuut uitlopen op Van den Broeck. De Belg heeft zeker progressie gemaakt in het tijdrijden dus de rollen zouden misschien wel eens omgekeerd kunnen zijn. Daarenboven kwam Sánchez ten val in de eerste rit van de Dauphiné. Hij kon de rittenkoers uitrijden, maar verloor bijna een uur op Bradley Wiggins (Sky). Voor hem dus geen vlekkeloze voorbereiding op de Tour.
Zuiderse uitdagers
De andere Spanjaard die meedingt naar een ereplaats is Alejandro Valverde (Movistar), hij maakt dit jaar zijn comeback na een dopingschorsing. Valverde slaagde er al twee keer in om de top tien van de Tour te bereiken, namelijk in 2007 en 2008. Hij werd toen respectievelijk zesde en negende. El Imbatido kon al één keer een grote ronde op zijn naam schrijven. In 2009 was hij de beste in de ronde van zijn thuisland. Om na de Vuelta ook de Tour te winnen is hij te licht, maar een top tien is opnieuw mogelijk. In het begin van het seizoen maakte Valverde alvast furore met ritwinst in Parijs-Nice en een derde plaats in het eindklassement. In februari had hij al de Ruta del Sol kunnen winnen met daarbij een etappezege. Zopas werd hij negende in de Ronde van Zwitserland. Hij lijkt dus klaar voor de Tour. Valverde heeft Juan José Cobo aan zijn zijde, de Vueltawinnaar van vorig jaar.
Laten we in het zuiden van Europa blijven en even doorvliegen naar Italië. Bij Liquigas moet Vincenzo Nibali schitteren. Hij liet de Giro aan zich voorbij gaan en zet alles op de Tour. Nibali koos voor de Dauphiné als voorbereiding. Erg geruststellend was die test echter niet. In de bergetappe naar Morzine, met in het parcours de Joux-Plane, moest De Haai van Messina bijna negen minuten prijsgeven op Cadel Evans (BMC) en Bradley Wiggins. Dit doet twijfels rijzen over de staat van paraatheid van de Italiaan. Als Nibali faalt, kunnen ze in De Laars hopen dat Michele Scarponi (Lampre) de Giro goed verteerd heeft. Daarin werd hij vierde. De winnaar toen was de Canadees Ryder Hesjedal (Garmin). Ook hij waagt zich aan de dubbel Giro en Tour. In het verleden bleek dit echter een zeer zware combinatie. Benieuwd of zij al dan niet krachten zullen tekortkomen.
Oost-Europa
Ook de Russen willen de Tour winnen. Katusha heeft sinds dit jaar Denis Menchov in haar gelederen. Hij wil na de Vuelta in 2007 en de Giro in 2009 ongetwijfeld de eindoverwinning in La Grande Boucle aan zijn palmares toevoegen. Menchov heeft de andere twee podiumplaatsen al eens bezet, telkens sprong hij een plaats hoger door de schrapping van een andere renner. In 2008 werd hij vierde, maar Bernhard Kohl werd later uit de uitslag geweerd. In 2010 mocht Menchov mee op het podium in Parijs als derde, na de gekende historie van het biefstuk van Contador staat hij tweede. Menchov is een zeer goede tijdrijder waardoor hij zeker zal meespelen voor de ereplaatsen. Uit Oost-Europa is er nog een deelnemer het vermelden waard: Janez Brajkovic (Astana). De Sloveen was zopas de sterkste in de Ronde van Slovenië. Ook Brajkovic is sterk in het werk tegen de klok, al kon hij de slottijdrit in de Ronde van Slovenië niet winnen. Hij werd pas zesde in de tijdrit van 17,8 km en verloor 33" op zijn landgenoot Kristjan Koren (Liquigas). Tenslotte is er ook de Est Rein Taaramae. De renner van Cofidis viel vorig jaar net uit de top tien en stond op de elfde plaats in Parijs. Als voorbereiding op de Tour trad Taaramae aan in de Dauphiné, waar hij bijna 45 minuten verloor. In april brak Taaramae nog zijn elleboog in de Ronde van Castilla y León en in maart had hij last van klierkoorts. Toch gaat Cofidis met Taaramae voluit voor de witte trui. Jan Ghyselink en Romain Zingle mogen daarbij helpen.
De Fransen hopen
Vorig jaar ging de witte trui naar de Fransman Pierre Rolland van Europcar. Die ploeg reed vorig jaar een schitterende Tour. De renners kregen vleugels doordat kopman Thomas Voeckler maar in het geel kon blijven rijden. Titi finishte uiteindelijk als vierde. Een herhaling daarvan is zo goed als onbestaande. Even werd gevreesd dat Voeckler niet zou kunnen starten wegens kniepijn, maar na enkele dagen rusten bleek maandag op training dat hij zaterdag zal kunnen vertrekken. Goed nieuws, want hij is steeds een smaakmaker. Er is een mooie etappe in de Vogezen, zijn thuisbasis. Hij zal zich daar ongetwijfeld in de kijker willen rijden. Om te winnen moet hij dan wel als eerste bovenkomen op La Planche des Belles Filles (1ste cat.).
Naast Voeckler stonden ook Jean-Christophe Péraud (AG2R) en Pierre Rolland in de top tien vorig jaar, ze werden respectievelijk negende en tiende. Beiden staan ook dit jaar aan de start en kozen voor de Dauphiné als voorbereiding. Rolland kon net niet in de top twintig finishen. Péraud presteerde heel wat minder en werd pas 68ste. Nog twee andere Fransen vulden de top twintig van de Tour 2011, want Jérôme Coppel (Saur Sojasun) en Arnold Jeannesson (FDJ) eindigden als dertiende en veertiende. FDJ laat Jeannesson dit jaar thuis omdat hij nog niet in conditie is na een knieoperatie in april. Coppel begint wel aan de Tour. Hij reed een hoopgevende Dauphiné, want hij verloor slechts 5'53" op Wiggins. Dat bezorgde hem de zeventiende plaats.
Omega Pharma - QuickStep
Ten slotte een woordje over Omega Pharma - QuickStep. Lotto - Belisol gaat voluit voor een mooi eindklassement met Jurgen Van den Broeck, die andere Belgische ploeg doet het met een Amerikaan en een Slovaak. De 38-jarige Levi Leipheimer die sinds dit jaar het team is komen versterken start al voor de tiende keer in de Tour. Hij slaagde er al vier keer in om de top tien te halen. De laatste keer dateert van 2007. Vorig jaar werd hij pas 32ste. De Amerikaan is wel een begenadigd tijdrijder, een troef die in deze Tour zeker van pas komt. Ondanks zijn hoge leeftijd - tenminste voor een profrenner - verkeert hij nog in optimale conditie. In de Ronde van Zwitserland eindigde hij derde en moest maar 21" prijsgeven op winnaar Rui Alberto Faria Da Costa (Movistar). Omega Pharma rekent ook op de Slovaak Peter Velits. Die zal bijgestaan worden door zijn tweelingbroer Martin die de geblesseerde Stijn Vandenbergh vervangt in de selectie. Peter Velits' beste resultaat in de Tour was de negentiende plaats vorig jaar. Hij eindigde wel al op het podium in de Vuelta van 2010. In Madrid stond hij op de derde trede, maar na de schrapping van nummer twee Ezequiel Mosquera schoof hij een plaats op. Wel maakte Velits geen verpletterende indruk in de Ronde van Zwitserland, hij verloor er bijna een halfuur.
In het tweede deel van onze Tourreeks bekijken we hoe het gesteld is met de Belgen. Maakt Jurgen Van den Broeck kans op top vijf? Kan Philippe Gilbert een rit winnen? En wordt Maxime Monfort de spilfiguur bij RadioShack? Omdat een wedstrijdje België - Nederland altijd leuk is passeren ook enkele noorderburen de revue.
Vorig jaar kwam abrupt een einde aan de Tour van Jurgen Van den Broeck (Lotto - Belisol) na een val in de negende rit. Dit jaar staat de Morkhovenaar weer paraat. Het parcours lijkt echter niet in zijn voordeel te zijn. Té veel tijdritkilometers. Hoewel Jurgen in 2001 wereldkampioen tijdrijden bij de juniores werd, is hij geen krak in deze discipline. Toen de Tourorganisatie het parcours eind vorig jaar voorstelde, besliste Van den Broeck als een echte kampioen om niet bij de pakken te blijven zitten en zijn tijdritcapaciteiten bij te schaven. Veel trainen met de tijdritfiets was de boodschap. In het Critérium du Dauphiné kon hij alvast vertrouwen tanken: hij werd elfde in de 53,5 km lange tijdrit en moest 2'12" toegeven op winnaar Bradley Wiggins (Sky) en slechts 29 seconden op Cadel Evans (BMC). Dat belooft veel goeds. Al wordt verwacht dat de kloof met Evans in de Tour groter zal zijn, Evans was immers nog niet op zijn best. Hopelijk geldt voor Jurgen hetzelfde natuurlijk.
Aanvallen in de bergen
Opdracht voor Van den Broeck is om in de bergen het wiel van Wiggins en Evans niet te lossen. Liefst van al moet hij uitlopen op de twee topfavorieten. Hij kan een eerste keer toeslaan op La Planche des Belles Filles in de zevende etappe. Deze klim is voor het eerst in de Tour opgenomen en hier zouden belangrijke tijdsverschillen kunnen vallen. Als dat al niet gebeurd is in de derde rit, want die zou wel eens voor verrassingen kunnen zorgen. De rit komt aan in Boulogne-sur-Mer. Onderweg liggen vier heuvels van vierde en twee van derde categorie. Allemaal in de tweede helft van de rit. Parcoursdirecteur Jean-François Pescheux verwacht dat het veld hier uiteen zal vallen. Vorig jaar was er ook onverwacht spektakel in de zestiende rit, toen lag enkel de Col de Manse (2de cat.) op het parcours. Alberto Contador viel aan en Andy Schleck werd daar het grootste slachtoffer van. Toen waren we wel al verder in de Tour en bouwden we op naar de grote finale, maar toch. Het bewijst dat de strijd der favorieten niet enkel in het hooggebergte kan aanvatten.
Is het podium haalbaar voor Van den Broeck? En krijgen we na de derde plaats van Thomas De Gendt (Vacansoleil) in de Giro nu een podiumplaats voor een Belg in de Tour? Dat is de vraag die vele wielerliefhebbers zich stellen. Het gaat uiteraard niet enkel om het bijbenen van Evans en Wiggins. Samuel Sanchez (Euskaltel) en Peter Velits (Omega Pharma - QuickStep) zijn ook beter in het werk tegen de klok. Tegen hen zal Van den Broeck eveneens moeten opboksen. Kortom Van den Broeck zal moeten uithalen in de bergen. In 2010 werd hij vijfde (vierde na de schrapping van Contador), een evenaring behoort tot de mogelijkheden.
Sterke Nederlanders: Gesink en Mollema
In 2010 hield Van den Broeck de Nederlander Robert Gesink (Rabobank) achter zich. Net als voor Van den Broeck verliep de Tour vorig jaar helemaal anders dan verwacht. Gesink ging tegen de vlakte in de eerste week, maar kon wel de Tour uitrijden. Hij stond 33ste in het eindklassement op meer dan een uur van Cadel Evans. Ook voor hem is het dus tijd voor revanche. Des te meer omdat de tegenslag niet voorbij was na de Tour. In september vorig jaar kwam Gesink ten val tijdens een trainingsrit en brak zijn rechterdijbeen. Een jaar revalideren was de boodschap. Toch hinderde dat dijbeen hem niet in de Ronde van Californië in mei. De Nederlander won de koninginnerit en schreef de rittenkoers op zijn naam. In de Ronde van Zwitserland eindigde Gesink op de vierde plaats. Hij staat er duidelijk en zal een concurrent zijn voor Van den Broeck. In 2010 liet onze landgenoot Gesink al achter zich, ook in de slottijdrit liep Van den Broeck toen tijd uit.
Rabobank rekent niet enkel op Gesink, maar ook op Bauke Mollema. Mollema, net als Gesink van bouwjaar 1986, is een talent waar onze noorderburen al enkele jaren prat op gaan. De Giro van 2010 was zijn eerste grote ronde, Mollema eindigde er meteen op plaats twaalf. Vorig jaar reed hij de Tour (69ste) en de Vuelta. In Spanje viel hij net naast het podium. Het verschil met nummer drie Bradley Wiggins bedroeg 24 seconden. En alsof dat nog niet genoeg talent is in één ploeg beschikt Rabobank ook nog over Steven Kruijswijk. Hij is een jaar jonger dan Gesink en Mollema, maar ook hij gooide al hoge ogen. Hij debuteerde net als Mollema in de Giro 2010. Daar werd Kruijswijk achttiende. Vorig jaar legde hij in Italië beslag op de achtste plaats. In de Vuelta eindigde hij als 41ste. Gesink en Mollema zijn de absolute kopmannen in komende Tour, Kruijswijk staat een trapje lager.
Vacansoleil
Rabobank is niet de enige Nederlandse ploeg. Vacansoleil staat eveneens aan de start van de komende Tour, zo ook Argos-Shimano maar die ploeg laten we in dit deel buiten beschouwing. Ook bij Vacansoleil zit Nederlands rondetalent. Te beginnen bij Wout Poels. Vorig jaar moest hij opgeven in de Tour, maar reed daarna wel de Vuelta uit. Hij werd er zeventiende. Net als Kruijswijk doet hij nog mee voor het jongerenklassement. Rob Ruigh was vorig jaar de beste Nederlander en eindigde vlak na Jelle Vanendert (Lotto - Belisol). Toch is niet Ruigh de kopman bij Vacansoleil, maar wel Lieuwe Westra, die vorig jaar niet in het stuk voorkwam en niet bij de eerste honderd eindigde. Naast de Tour 2011 heeft hij enkel de Vuelta van 2009 gereden, toen werd hij 87ste. De Fries is wel een uitstekend tijdrijder, wat in deze Tour zeker van pas zal komen.
Maxime Monfort gaat voor top tien
Dit is dus de concurrentie uit Nederlandse hoek, maar Jurgen Van den Broeck zou wel eens af te rekenen kunnen krijgen met een landgenoot: Maxime Monfort (RadioShack). Bij The Shack hebben ze het roer helemaal moeten omgooien na het forfait van kopman Andy Schleck. Diens broer Fränk probeert de verwachtingen rond zijn persoon in te perken. Jacob Fuglsang zit niet in de uiteindelijke selectie, nochtans was de Deen een geschikt alternatief als kopman. Hij is er zelf niet tevreden over en stelt zijn toekomst bij de ploeg in vraag. Maar goed, Monfort zit dus wel in de Tour. Vorig jaar maakte de Waal een goeie beurt, zij het in functie van kopmannen Fränk en Andy. In de Vuelta vorig jaar mocht Monfort zijn kans gaan en werd hij knap zesde. Van den Broeck, terug na zijn val in de Tour, finishte als achtste. Monfort is zeker de betere van de twee in het chronowerk. In de Ronde van Zwitserland moest hij werken voor kopman Fränk Schleck en dat gaf een verkeerde indruk in de bergen. Monfort bewees echter dat zijn conditie in orde is in de tijdrit waarin hij derde werd. Zelf geeft hij aan dat hij voor top tien kan gaan. Monfort zou ons Belgen tijdens de Tour wel eens mooie momenten kunnen bezorgen.
Jelle en Phil willen winnen in Seraing
Vorig jaar zorgde Jelle Vanendert daarvoor. Eerst met zijn tweede plaats op Luz Ardiden en twee dagen later met ritwinst op Plateau de Beille. Dit jaar gaat Lotto weer voluit voor een goed eindklassement voor Van den Broeck, maar Vanendert zal af en toe zijn kans mogen gaan om een etappe te winnen. Als luxehelper van Van den Broeck moet hij zijn kopman zolang mogelijk bijstaan. Wie weet creëert dat kansen als de favorieten elkaar het wit uit de ogen kijken.
Jelles boezemvriend Philippe Gilbert (BMC) start ook in de Tour. Hij zal zich zeker willen tonen in de dagen dat de Tour in ons land vertoeft. De eerste etappe, Luik - Seraing, is op maat van Gilbert. Het is een hellende aankomst. Het slotklimmetje behoort tot de vierde categorie, is 2,4 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 4,7%. Een finish voor Gilbert betekent dat ook Alejandro Valverde (Movistar) hier zijn gading zal vinden. Maar ook Jelle Vanendert stipte deze etappe aan. De derde etappe naar Boulogne-sur-Mer is eveneens een kolfje naar de hand van een Gilbert in vorm. Laten we hopen dat hij de slechte eerste seizoenshelft achter zich kan laten en kan mikken op een geslaagde Tour, de Olympische Spelen en het WK in Valkenburg. In de Dauphiné kon hij ons nog niet overtuigen, maar zelf is hij zeker dat het in orde komt en dat hij in topvorm naar de Spelen in Londen kan trekken.
Philippe Gilbert en Jelle Vanendert reden vorig jaar een opmerkelijke Tour. De beste Belg in het eindklassement was dan weer Kevin De Weert (Omega Pharma-QuickStep). Hij schoof gedurende de Tour dichter en dichter en kon beslag leggen op de dertiende plaats op meer dan zestien minuten achterstand van Cadel Evans. Dit jaar zal hij echter moeten knechten voor Levi Leipheimer en Peter Velits. Het zal dus moeilijk worden om zijn prestatie over te doen.
De Tour staat voor de deur. In een vierdelige reeks blikken we vooruit naar het parcours, de topfavorieten, Belgen en Nederlanders, outsiders en sprinters. Om te beginnen nemen we het parcours onder de loep. Met meer dan 100 individuele kilometers tegen de klok zijn Cadel Evans en Bradley Wiggins de topfavorieten. Wiggo beschikt met Sky alvast over een beresterke ploeg. Ook monsteren we even de situatie van RadioShack die zonder kopman Andy Schleck aan de start komt, maar wel met broer Fränk.
Deze Tour bevat exact 101,4 individuele tijdritkilometers. Een ploegentijdrit heeft de organisatie dit jaar niet voorzien. Alles begint met de proloog in Luik. Die is 6,4 km lang. Het zal wellicht een duel worden tussen meester-hardrijders Fabian Cancellara (RadioShack) en Tony Martin (OmegaPharma-QuickStep). En wat dacht je van Philippe Gilbert (BMC)? Hij liet dit seizoen nog geen verpletterende indruk na, in tegenstelling tot vorig jaar. Stel je echter voor hoe hij aan de start zal verschijnen: in de driekleur - want jawel, Phil won vorig jaar óók het BK tijdrijden - in zijn thuisregio waar vele fans hem vooruit zullen stuwen. Gilbert zou wel eens hoog kunnen eindigen op de openingsdag.
Twee tijdritten
In de negende etappe mogen de renners opnieuw op hun tijdritfiets stappen. Dit keer voor 41,5 km tussen Arc-et-Senans en Besançon. Na zestien kilometer zit er een pittig knikje in het parcours. Hier zullen tijdrijders Cadel Evans (BMC) en Bradley Wiggins (Sky) zich kunnen onderscheiden van andere klassementsrijders. Ze zullen dat nog een keer kunnen doen in de chronorit op de voorlaatste dag van de Tour. De renners worden van het startpodium geduwd in Bonneval om 53,5 km verderop over de finishlijn te rijden in Chartres. Het parcours is volledig vlak. Hier kunnen Evans en Wiggins alweer kostbare tijd winnen. Onder andere op Jurgen Van den Broeck (Lotto-Belisol). In het Critérium du Dauphiné liet onze landgenoot een goede indruk na in de tijdrit die even lang was als de tweede in de Tour. Van den Broeck finishte op een elfde plaats op 2'12" van winnaar Wiggins en op slechts 29 seconden van Evans die achtste werd. Evans zei na afloop van de Dauphiné dat hij in de tijdrit en de proloog zo goed was als verhoopt of net iets minder. De Australiër heeft zeker nog een marge tegen komende Tour. Is Wiggins daarentegen nog niet over zijn hoogtepunt als de derde week van de Tour zal beginnen? Hij behaalde dit jaar niet alleen de eindzege in de Dauphiné, maar ook in Parijs-Nice en de Ronde van Romandië. Volgens Evans is Wiggins zeker de beste renner in koersen van één week, maar wanneer een wedstrijd langer loopt is hij minder standvastig. In 2009 werd Wiggins wel vierde in de Tour.
Nieuwkomers: La Planche des Belles Filles en Peyragudes
Er moet natuurlijk geklommen worden in de Tour. Daarin lijkt Evans een streepje voor te hebben op Wiggins. Wat hij in de tijdrit zou verliezen, kan hij in de bergen eventueel goed maken. Een cruciale fase wordt de zevende rit met finish op de Planche des Belles Filles, die voor het eerst in het parcours is opgenomen. Deze helling van eerste categorie is bijna zes kilometer lang en heeft een stijgingspercentage van 8,5 %. Hier zouden al wel eens belangrijke gaten kunnen vallen. Daags nadien volgt een geaccidenteerd parcours. De aankomst ligt in Porrentruy, net als La Planche des Belles Filles een nieuwkomer. Na de eerste rustdag op 10 juli trekt de Tourkaravaan de Alpen in. De tiende etappe bevat één col buiten categorie, namelijk de Grand Colombier (17,4 km aan 7,1 % gemiddeld). Een dag later krijgen de renners de Col de la Madeleine (25,3 km aan 6,2 % gemiddeld) en Col de la Croix de Fer (22,4 km aan 6,9% gemiddeld) voor de wielen geschoven. De aankomst ligt bovenop La Toussuire. Deze beklimming van eerste categorie is 18 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6,1 %.
Op de woensdag van de derde week rijdt de Tour door de Pyreneeën. De zestiende etappe van Pau naar Bagnères-de-Luchon bevat volgende welluidende namen: Col d'Aubisque (16,4 km aan 7,1 % gemiddeld), Col du Tourmalet (19 km aan 7,4% gemiddeld), Col d'Aspin (12,4 km aan 4,8 % gemiddeld) en de Col de Peyresourde (9,5 km aan 6,7 % gemiddeld). De aankomst ligt vijftien kilometer van de top. De laatste bergrit leidt van Bagnères-de-Luchon naar Peyragudes, alweer een nieuwe naam in de Tour. De klim naar Peyragudes is 15,4 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,1 %. De aankomst ligt een kilometer van de top verwijderd. Daarmee zijn er naast de etappes met aankomst op La Planche des Belles Filles en op La Toussuire geen aankomsten op een top. Verder moeten in de zeventiende rit onder meer de Col de Menté (9,3 km aan 9,1 % gemiddeld) van eerste categorie en de Port de Balès van buiten categorie (11,7 km aan 7,7 % gemiddeld) beklommen worden. De Port de Balès was de klim waar Andy Schleck (RadioShack) in 2010 kettingproblemen kreeg.
Wat met The Shack?
De Luxemburger moet dit jaar verstek laten gaan voor de Tour vanwege een breuk in het heiligbeen dat hij opliep in de voorbije Dauphiné. Alles op grote broer Fränk zou je denken, maar die liet na afloop van de Ronde van Zwitserland verstaan dat men hem niet moet bestempelen als leider van de ploeg. Hij heeft 45 koersdagen op de teller staan. Schleck kwam noodgedwongen aan de start van de Giro na een knieblessure van kopman Jacob Fuglsang. Zoals bekend dwong een schouderblessure hem echter tot opgave. Ondertussen reed hij de Ronde van Luxemburg en die van Zwitserland. Hij werd respectievelijk derde en tweede in het eindklassement. Fränk zegt alleszins naar de Tour te gaan, maar wil zich geen druk op de hals halen. Nu is hij in topvorm zegt ie en dat zal hij niet lang meer kunnen volhouden. Al zal het moeilijk zijn om de druk van buitenaf af te houden. Wie moet het dan immers wel doen in de ploeg? Zelf wijst hij Andreas Klöden aan, maar laten we wel wezen die bevindt zich in de herfst van zijn carrière en wordt 37 (°22/06/1975) voor de Tour begint. Maxime Monfort ziet alvast kansen weggelegd voor zichzelf. In de tijdrit in de Ronde van Zwitserland werd hij derde. Volgens de Waal is wielrennen zuiverder geworden en dat laat hem dagdromen over een vijfde plaats in één van de grote rondes. Wat de Tour betreft maken volgens hem vier renners van RadioShack kans op top tien: Fuglsang, Klöden, Schleck en hijzelf. Die voorspelling is dan toch zonder Bruyneel gerekend. Jacob Fuglsang die in de voorselectie zat, zit niet bij de definitieve negen namen. Ineens is het niet meer erg dat Chris Horner noch de Dauphiné noch de Ronde van Zwitserland heeft gereden en mag hij toch starten in de Tour.
Alsof de perikelen rond de fusie tussen Leopard en RadioShack en de blessure van Andy nog niet genoeg waren, kwam daar vorige week nog de zaak rond Lance Armstrong bij. Het USADA beschuldigt de zevenvoudige Tourwinnaar en Johan Bruyneel van dopingpraktijken. Ook vier dokters worden met de vinger gewezen, waaronder Pedro Celaya, die momenteel nog actief is binnen RadioShack. Een Franse radiozender RMC stuurde even de kwakkel de wereld in dat ASO RadioShack uit de Tour zou willen houden. Dit zou onrechtvaardig zijn tegenover de jongens die met de hele affaire niets te maken hebben. Laten we hopen dat het de komende Tour niet overschaduwt. Al staat het vast dat de zaak rond Lance Armstrong voor eens en voor altijd moet uitgeklaard worden, want de waas van twijfel hangt nu al te lang rond de Amerikaan. Het is tijd voor duidelijkheid.
Het machtige Sky
Bij RadioShack loopt het allemaal niet zo lekker, dat is anders bij Sky. Die ploeg zal optimaal aan de start verschijnen. In de Dauphiné bewees het team dat ze klaar zijn voor de Tour. Sky was zelfs ronduit indrukwekkend. Wiggins haalde de oppergaai binnen, Michael Rogers werd tweede en Christopher Froome vierde. Richie Porte was de vierde renner van Sky in de top tien dankzij zijn negende plaats. De voorbije maanden was bij volgers veel te doen rond de samenstelling van het team: hoeveel mannetjes krijgt sprinter Mark Cavendish mee? Ondertussen krijgt de selectie stilaan vorm. Het wordt wellicht bijna dezelfde ploeg als in de Dauphiné, enkel Danny Pate zou er worden uit gelaten. In zijn plaats krijgt Mark Cavendish een helper mee: Bernhard Eisel, Juan Antonio Flecha of Geraint Thomas. Edvald Boasson Hagen, ritwinnaar in de Dauphiné, wordt zijn loods voor de spurt. Als de ploeg voor het overige deel rond Bradley Wiggins wordt gebouwd, zullen andere teams het heft in handen moeten nemen tijdens de rit om vluchters onder controle te houden.
Sky deed zijn intrede in het peloton in 2010. Bij de opstart van het team werd gezegd dat ze binnen de vijf jaar met een Brit de Tour wilden winnen. Het team is er alvast klaar voor. Nu valt het af te wachten of Wiggins niet te vroeg in conditie is en in de bergen Cadel Evans kan bijbenen. In de Vuelta vorig jaar offerde Chris Froome zich op voor zijn kopman. In de bergen stond hij Wiggo bij toen die het moeilijk had. Froome strandde op de tweede plaats op slechts dertien seconden van winnaar Juan José Cobo. Kan dit voor problemen zorgen? In een interview met Cycling Weekly eind mei liet hij alvast verstaan dat hij zich houdt aan het plan van de ploeg: Wiggins naar de Tourzege loodsen.
Wiggins wint Dauphiné, maar Evans is dé topfavoriet voor Tour
We staan op minder dan drie weken van de Tourstart in Luik. Tijd om even een blik te werpen op enkele favorieten voor de eindzege. In het Critérium du Dauphiné kwamen mannen als Cadel Evans (BMC), Andy Schleck (RadioShack) en Bradley Wiggins (Sky) aan de start. De Brit rijfde de eindoverwinning binnen. Bij de Belgen was het uitkijken geblazen naar de conditie van Lotto-mannen Jurgen Van den Broeck en Jelle Vanendert.
Op basis van wat we deze week hebben gezien lijkt Bradley Wiggins hoge toppen te zullen scheren in de komende Tour. Het is immers een editie waarbij meer dan honderd individuele kilometers tegen de klok moet worden gefietst. In de lange tijdrit van 53,5 kilometer was Wiggins verbluffend sterk. Hij haalde zowaar bijna Cadel Evans in. Die gaf aan tevreden te zijn over de ritten in lijn en daar zelfs beter te hebben gepresteerd dan gehoopt. In de tijdrit en de proloog vond hij dat hij zo goed was als verwacht of misschien slechter. In de eindafrekening staat hij derde op 1'26" van Wiggins. Evans geeft toe dat Wiggins de beste renner is in rittenkoersen over een week (Eerder op het seizoen won hij Parijs-Nice en de Ronde van Romandië, nvdr), maar dat hij daarna minder standvastig is. De Tour is drie weken zwoegen, dat is andere koek. Wiggo bewees drie jaar terug echter dat hij daar zijn mannetje kan staan: hij eindigde in Parijs op de vierde plaats. In 2010 presteerde hij dan wel weer minder en werd pas 24ste. Vorig jaar kwam Wiggins ten val en moest opgeven.
Cadel favoriet
Misschien is Wiggins overigens wel te vroeg in vorm. Bij Evans zit er duidelijk nog wat marge op. Daarenboven weet de Australiër dat hij in staat is de Tour te winnen. Zijn zelfvertrouwen heeft met de eindzege vorig jaar een boost gekregen. Tijdens die hele Tour kregen we trouwens een heel andere Evans te zien dan we tot voorheen gewoon waren. Een Evans die zelf initiatief durfde nemen. Denk maar aan de etappe waarin Andy Schleck zijn fantastische raid opzette richting top van de Galibier. Evans knapte in zijn eentje het werk op in het groepje der favorieten en zette daarmee een belangrijke stap naar zijn uiteindelijke eindoverwinning. Door wat de in Zwitserland wonende Aussie vorig jaar liet zien en het groot aantal tijdritkilometers die op het menu staan, is hij torenhoog favoriet om zichzelf op te volgen. Evans heeft in de bergen immers een streepje voor op Wiggins.
Andy toch!
Wie alvast geen goeie indruk achterliet in de Dauphiné, en bij uitbreiding het hele seizoen niet, is Andy Schleck. In de proloog verloor de Luxemburger al 29 seconden over een afstand van 5,7 km. Het ging van kwaad naar erger: in de eerste rit verloor Schleck tijd door te moeten lossen op een klimmetje van niets. Hij verloor meer dan drie minuten. Ook in de tweede rit moest Andy een minuutje prijsgeven. En dan kwam de tijdrit tussen Villié-Morgon en Bourg-en-Bresse. Op het parcours stond die dag een hevige wind. Zo hevig dat het de ranke Andy Schleck met fiets en al omver blies. Zijn rechterflank raakte de grond en de stof van zijn broek bleef achter op het asfalt. Schleck kroop terug de fiets op en zette zijn tocht verder. Zij het met schrik. Bovendien reed hij nog lek ook. Hij legde de afstand bijna elf minuten trager af dan winnaar Wiggins. In de bergetappe van vrijdag verloor Schleck iets minder dan een kwartier. In de voorlaatste etappe stapte hij af. De pijn in zijn rechterbeen en onderrug werd hem teveel. Het ziet er alsmaar slechter uit voor Schleck wat de komende Tour betreft. Hij had de Dauphiné echt nodig om kilometers te malen, want veel had hij er tot nu toe nog niet op zijn conto dit seizoen. Zelf blijft Andy nog optimistisch.
Het zit beide Schlecks niet mee dit jaar. Tijdens de voorbije Giro moest Schlecks oudere broer Fränk afstappen door pijn aan de schouder. Er gingen stemmen op dat dit slechts een excuus was om uit de wedstrijd te stappen. Bij teammanager Johan Bruyneel werd de uitspraak ontlokt dat "niemand zeker is van een selectie voor de Tour". Al zei hij achteraf dat hij daar niemand mee wilde viseren. Toch rijst nu bij velen de vraag of het wel draait binnen de ploeg. Andy Schleck liet alvast verstaan dat hij liever heeft dat zaken intern geregeld worden en niet worden uitgesmeerd in de pers. Al voegde hij er ook aan toe dat de media alles altijd uitvergroten. Andy's vertrouwenspersoon Kim Andersen en ploegleider bij RadioShack mag niet mee naar de Tour. Daarover zegt Bruyneel dat die er ook niet bij was in 2010, toen Andy het dichtst bij een Tourzege stond en die uiteindelijk ook toegewezen kreeg voor de groene tafel.
De fusie tussen RadioShack en Leopard lijkt tot nu toe niet echt geslaagd. De resultaten blijven uit. Oké, als ze de Tour winnen is alles onmiddellijk vergeten, maar die kans lijkt steeds kleiner te worden. Toch voor wat Andy betreft. Misschien moeten ze alle hoop stellen op dat ander deel van het broederpaar: Fränk. Die bereid zich voor op de Tour via de Ronde van Zwitserland. In de voorbije Ronde van Luxemburg werd hij nog derde, ploegmaat Jakob Fuglsang won. Langs de ene kant was de fusie een goed idee om Andy een trap onder de kont te geven en zich nog meer in te zetten voor zijn vak, zeker wat het tijdrijden betreft. Een tijdrit pas op het laatste ogenblik verkennen - denk maar aan de slottijdrit van de Tour vorig jaar - zou in het tijdperk Armstrong geen waar geweest zijn. Dit soort nonchalante gedrag kostte Jan Ullrich mogelijk ook minstens één Tourzege. Aan de andere kant lijkt de hele verandering averechts te werken. Het biedt geen nieuwe ademruimte, maar lijkt de Schlecks eerder extra kopzorgen te geven. Al kunnen enkel zij daar over oordelen, uiteraard. Hoe dan ook liepen de voorbereidingen op de Tour tot nu toe niet optimaal. Helemaal het omgekeerde dus als de manier waarop Cadel Evans in de Tourarena zal verschijnen.
Jurgen is er klaar voor
Als zelfvertrouwen belangrijk is dan kan Jurgen Van den Broeck na deze Dauphiné alvast op twee oren slapen. Hij sluit de Dauphiné af op de vijfde plaats met een achterstand van 2'12" op Wiggins. Van den Broeck zette vooral een hoopgevend resultaat neer in de tijdrit waarin hij elfde werd en 2'12" moest toegeven op Wiggins en slechts 29 seconden op Evans. Dit is veelbelovend voor de Tour. Hoewel Jurgen in 2001 wereldkampioen tijdrijden werd bij de juniores is algemeen geweten dat hij geen krak is in het chronowerk. Toen in oktober vorig jaar het parcours van de Tour gepresenteerd werd, besloot hij onmiddellijk om zijn tijdritcapaciteiten op te krikken. Veel trainen met de tijdritfiets dus. Het lijkt zijn vruchten afgeworpen te hebben. Al zal Evans tegen de Tour wellicht dermate verbeterd zijn dat de kloof tussen beiden groter zal zijn dan in deze Dauphiné het geval was. Van den Broeck legt nu de laatste hand aan zijn voorbereiding in de Sierra Nevada.
Zijn ploegmaat Jelle Vanendert zoekt het dichter bij huis. Hij zal vooral trainen in de Ardennen. De ritwinnaar van Plateau de Beille maakte een minder denderende indruk in deze rittenkoers. In het algemeen klassement volgt hij op bijna veertig minuten van Wiggins. Vanendert bereidt zich nu eenmaal helemaal anders voor dan Van den Broeck. Voor hem was een goeie Dauphiné niet van belang. In de Tour moet hij vooral Van den Broeck bijstaan en eventueel een gooi doen naar de bolletjestrui. Als hem gevraagd wordt welke rit hij zou willen winnen, stipt hij die in Luik aan. Een Touretappe winnen in eigen land is uiteraard uitzonderlijk, zeker als je geen Fransman bent.
Tenslotte nog een tip van Michel Wuyts. Bij het bekijken van de uitslag in de tijdrit viel zijn oog op Christopher Froome (Sky). In de Vuelta van vorig jaar stond die op de tweede plaats van het eindpodium. Bij Sky focusten ze namelijk te lang op kopman Bradley Wiggins. Froome moest hem bergop bijstaan in plaats van zijn eigen kans te gaan. Dat brak het team zuur op. Froome verloor de Vuelta met dertien seconden achterstand op Juan José Cobo (Geox). In de Dauphiné werd Froome dit jaar vierde op 1'45" van Wiggins. In de tijdrit was hij 1'30" trager. Dit wordt mogelijk een interessante tweestrijd binnen Sky de komende Tour.
Een verbluffende prestatie van Thomas De Gendt (Vacansoleil - DCM) gisteren! De 25-jarige Belg reed zich de wielergeschiedenis in door de koninginnerit van deze Giro te winnen. Hij liet de favorieten achter zich op de monsterachtige Mortirolo en haalde de vluchters bij. Damiano Cunego (Lampre) en Mikel Nieve (Euskaltel) konden het langst bij hem blijven, maar De Gendt liet ook hen achter op de flanken van de Stelvio. Er volgden nog dertien kilometer op weg naar eeuwige roem. De etappezege was al fantastisch, maar De Gendt sprong bovendien van de achtste naar de vierde plaats in het klassement. Met enkel nog de slottijdrit met start en aankomst in Milaan voor de boeg, maakt De Gendt kans op het podium.
De Gendt liet zijn kompanen achter dertien kilometer voor de finish. Onze landgenoot stond op een bepaald ogenblik bijna virtueel in het roze. In de stand had hij 5'40" achterstand op leider Joaquim Rodriguez (Katusha). Naarmate de streep naderde maakte Rodriguez echter tijd goed. Bovenop de Stelvio, één van zijn trainingscols, behaalde De Gendt in elk geval de mooiste zege uit zijn carrière, eentje waar velen in het peloton jaloers op zullen zijn. In het algemeen klassement is hij opgeklommen tot de vierde plaats. En het podium ligt binnen handbereik. Michele Scarponi (Lampre) staat momenteel derde, maar ligt maar 27 seconde voor op De Gendt die de betere tijdrijder is.
Het parcours van de tijdrit is biljartvlak en dertig kilometer lang. Vanaf halftien kunnen de renners op verkenning trekken. De Gendt is van plan om dat zeker één en eventueel twee keer te doen. Hij zal ook in de volgwagen zitten als zijn ploegmaat Martijn Keizer zijn tijdrit rijdt. Zo kan De Gendt zien hoe die de bochten neemt, waar hij vol doortrekt en waar niet. De Belg vreest wel voor zijn benen vandaag na zijn epische toer van gisteren. Waar hij zal uitkomen weet hij niet, maar dat het dertig kilometer afzien wordt dat staat vast zegt hij.
Gisteren steeg de hoop dat een Belg op weg was naar de eindzege in de Giro. Het is geleden van 1978 dat het roze kleinood nog mee naar België mocht komen. Toen won Johan De Muynck de Giro. Hij was de zevende Belg die dat klaarspeelde. De Gendt blijft er in elk geval stoïcijns kalm onder. En realistisch. "Ik denk niet dat ik ga winnen. Als ik mijn plaats kan behouden ben ik heel blij en als ik Scarponi nog kan pakken dan is het zoveel te beter, maar ik denk dat ik nu al blij mag zijn met mijn Giro." En daar heeft hij zeker en vast een punt.
Rodriguez staat bij het ingaan van de slotdag op de eerste plaats met een voorsprong van eenendertig seconden op Ryder Hesjedal (Garmin). De Canadees is doorgaans veel sterker in het werk tegen de klok en wordt geacht in de beste positie te staan voor de eindzege. Rodriguez gaf de voorbije dagen aan dat hij zeker twee minuten zou moeten hebben om kans te maken op de eindoverwinning. De voorgift van Purito op De Gendt bedraagt 2'18". Vele volgers dromen van een tweede plaats voor de Belg.
Om 16.34 zal Thomas De Gendt van start gaan. Het is mooi weer, maar laten we ons toch maar voor de televisie zetten en De Gendt op het podium schreeuwen.
Met Luik - Bastenaken - Luik werd vandaag de laatste voorjaarsklassieker gereden. Het was de 98ste editie van La Doyenne, goed voor 257,5 km en elf hellingen. Na zijn prestatie in de Amstel en Waalse Pijl was de hoop gegroeid dat Philippe Gilbert (BMC) zichzelf kon opvolgen.
Nog voor de officiële start was er een valpartij van Igor Anton (Euskaltel). De Bask brak zijn sleutelbeen en moest de strijd staken. Hij zou zijn kopman Samuel Sanchez dus niet kunnen bijstaan. Na 38 km zetten drie renners een vlucht op: Dario Cataldo (Omega Pharma), Simon Geschke (Argos) en onze landgenoot Kevyn Ista (Accent Jobs). Toen het koptrio twee minuten voorgift had beslisten Alessandro Bazzana (Team Type 1), de Belg Gregory Habeaux (Accent Jobs) en Reinier Honig (Landbouwkrediet) de sprong te wagen. We kregen een kopgroep van zes die een maximale voorsprong van 7'40" bijeen zouden rijden.
Katusha zette enkele renners aan het werk in dienst van kopman Joaquim Rodriguez, de winnaar van de Waalse Pijl. Tegen de tweede helling van de dag, de Côte de Stockeu, had de Russiche ploeg de kloof al teruggedrongen tot viereneenhalve minuut. Op de Stockeu viel Simon Gesche letterlijk weg. In een bocht kwam hij ten val en liep een wonde op aan het voorhoofd. De Duitser kroop terug op de fiets, maar zou de koplopers nooit terugzien. Samuel Sanchez had ook pech op deze helling. De olympische kampioen moest een nieuwe fiets nemen. Eerder had hij al materiaalproblemen in de Amstel. Het zou geruime tijd duren vooraleer Sanchez zijn plaats in het peloton terug kon innemen.
Op de Haute-Levée was Cataldo vooraan duidelijk de sterkste. Hij besliste echter om zijn medevluchters op te wachten. In het peloton was er ook wat animo. Pierre Rolland (Europcar), beste jongere in de Tour 2011, demarreerde en kreeg Vasil Kiryienka (Movistar) en David Le Lay (Saur) met zich mee. Om voorin te geraken moesten ze een kloof van drie minuten overbruggen. Naarmate de wedstrijd vorderde, kwamen de Lotto's naar voren in het peloton. Na een tweede plaats in de Amstel en een vierde stek in de Waalse Pijl was het geloof in Jelle Vanendert groot. BMC liet ook enkele mannen mee ronddraaien.
De Col du Maquisard was er teveel aan voor Honig. De Nederlander loste vooraan. Ook Habeaux had het moeilijk, maar hij zou na de top opnieuw kunnen aanpikken. Op de Mont Theux zou onze landgenoot echter definitief moeten afhaken. Hier bedroeg de achterstand van het peloton ongeveer 1'15". Philippe Gilbert trok naar de volgwagen om zijn bril op te kuisen en om mouwstukken aan te trekken, want het waren barre weersomstandigheden. Twaalf kilometer verder lag La Redoute dat in het verleden het toneel was waar wijlen Frank Vandenbroucke een duel uitvocht met rivaal Michele Bartoli. In de kopgroep bracht deze helling teweeg dat Rolland en Kiryienka alleen overbleven. Cataldo zou na de helling echter kunnen terugkeren, zij het niet zonder problemen. De twee koplopers bleven doorrijden, waardoor Cataldo alles uit de kast moest halen om de kloof te dichten. In het peloton reed niemand weg, maar de groep werd wel uitgedund tot ongeveer veertig man. Er was ook materiaalpech te melden van Thomas Voeckler (Europcar) en Alejandro Valverde (Movistar). Voeckler kon de groep vervoegen, Valverde niet. Hij had de fiets van Angel Madrazo gekregen en trok in de achtervolging, maar reed verkeerd toen de motors een foute afslag namen. Einde wedstrijd voor de Spanjaard.
Rolland liet Kiryienka en Cataldo achter op de Roche aux Faucons. Hij zou echter niet als koploper de top halen, want in de groep der favorieten brak de wedstrijd open onder impuls van Vincenzo Nibali (Liquigas). Fränk Schleck (RadioShack) kon het tempo niet volgen en moest lossen. Van zijn broer Andy was geen enkel spoor. Nibali waagde een tweede aanval en net als de eerste keer dichtte Jelle Vanendert het gat. In de uitloper van de Faucons probeerde Nibali het nogmaals en kon nu wel een kloof slaan. Gilbert probeerde, maar kon niet naar Nibali toe rijden. Gilbert zou wegzakken en als zestiende eindigen.
Nibali toonde zijn daalkunsten en sprokkelde meer dan veertig seconden bij elkaar toen hij de top van de Saint-Nicolas bereikte. De Italiaan leek op weg naar de zege, maar daar stak Maxim Iglinsky (Astana) een stokje voor. Vlak voor de boog van de slotkilometer haalde hij Nibali in en versnelde. Iglinsky bereikte solo de finish van La Doyenne. Nibali werd tweede en Enrico Gasparotto (Astana) - de winnaar van de Amstel - derde. Jelle Vanendert werd eerste Belg op de tiende plaats.