In deze jarenlange periode maak ik kennis met wat ik de medische carrousels ben gaan noemen. Een medische carrousel is als een echte mallemolen: je stapt op, maakt ettelijke rondjes, en als de carrousel stopt sta je weer precies op de plaats waar je bent opgestapt.
Vertaald naar de geneeskunde: je gaat naar een specialist, meestal een neurochirurg. Je wordt onderzocht, loop eens op uw tenen, loop eens op uw hielen. Er worden röntgenfoto's en scans gemaakt. Men doet bijkomende onzerzoeken zoals een elektromyografie of zelfs een myelografie. Maar alle resultaten zijn negatief. Vertaald in gewone taal: er is niets abnormaals te zien. Men besluit daaruit dat er ook niets is. Terug naar af. Op zoek naar de volgende specialist.
In de medische wereld spreekt men van medical shoppers: mensen die van de ene dokter naar de andere lopen, overtuigd dat ze een ernstige kwaal hebben terwijl er niets aan de hand is. Maar is er werkelijk niets aan de hand? Ik wil niet veralgemenen, maar ikzelf ga niet voor de lol naar een dokter, verre van. Ik word gedwongen dokters te consulteren en te blijven consulteren omdat ik bij elke beweging pijn heb. Ik word voortgedreven, opgejaagd door een simpele basisbehoefte: overleven. De pijn doen stoppen.
De meest schokkende ervaring uit die periode is de carrousel bij professor C. van het UZ in Gent, orthopedist. De technische onderzoeken wijzen andermaal niets uit. In zijn rapport aan de huisdokter schrijft hij: 'we kunnen de patiënt volkomen geruststellen'. Waaaat? Ik creveer elke dag van de pijn maar ik moet me geen zorgen maken? In plaats van geruststelling is mijn reactie laaiende paniek. Ik ben zojuist veroordeeld tot levenslang.
|