Wat doe je als het pijpenstelen giet en je bent maar 100 km verwijderd van de Italiaanse grens: je steekt de Brennerpas over en je bent in (Italiaans) Tirol: Süd Tirol. Je kan eenvoudig de autostrade volgen via Bolzano tot in Merano, maar je kan het ook spannender maken door net over de grens de Jausenpas te nemen en via bochtige wegen een klim te doen tot 2094 meter. Opgelet, niet aan te raden in de winter want dan heb je sneeuwkettingen nodig, en je mag er enkel rijden tussen 8 en 18 uur.
Merano is een droom van een stad, het ligt in een dal waarvan de hellingen bezaaid zijn met fruitbomen (de eerste week van april was het één en al bloesem!).De stad is heel gezellig: veel winkels en horeca, heel vriendelijke mensen (ze spreken zowel Italiaans als Duits) en veel bloemen! Er ligt ook een kasteel met prachtige tuinen - waar keizerin Sissi nog gewoond heeft - , maar dat bewaren we voor een volgende uitstap.Eet adres: restaurant Sigmund.De linzensoep was heerlijk en ruim voldoende als lunch.
In Bolzano vind je een gelijkaardige sfeer, zij het in iets mindere mate. Kijk eens naar het dak van de kerk... doet me denken aan de daken die je in de Bourgognestreek ziet.Je kan hier ook naar Ötzi, de ijsman (5000 jaar oud en goed bewaard)gaan kijken.
Op de terugweg naar huis namen we de SS12, die loopt parallel met de autostrade en we stopten bij een hotel-restaurant-brouwerij: heel lekkere pizza's en zelfgebrouwen bier :AH. Even verderop kun je in Vipitino weer de autostrade op, net voor de Brennerpas.
|