Wij kleine wijze bengeltjes
Als kleine wijze bengeltjes zijn we allemaal zo goed
Wij kleine wijze bengeltjes en we waren altijd zoet
We luisterden naar moe en va en naar meneer pastoor
Al ging het dikwijls vluchtig van t één in t ander oor
Maar da mocht wel.. / Ja da mocht wel..
Want we zaten bij de juffrouw in de leuke klas,
De filosoof en de schipper stonden boven op de kas..
We leerden er de ABC en van de kat ging mee,
En waren we héél braaf vertelde ze van een fee!
Een hele mooie fee.. hé hej / Zon mooie fee
Maar men liedje valt in duigen want ik ben soldaat,
De morele achtergrond van dat circus zit vol kwaad
Maar als goede burgers staan wij altijd paraat
En onze dikke koord thuis is ginder nog een dunne draad
Één dun draadje.. / Éen dunne draad
Het leven daar is mooi genoeg als men de ogen sluit
Voor al het ongerijmde dat mensen uitbuit
Maar kom met onze solden, het bier en de muziek
Wordt het na een tijdje weer allemaal klassiek
Zo klassiek / Zo ziek..
© Alfons Wuyts Beerse
|