Martha & The Vandellas, ook wel Martha Reeves & The Vandellas genoemd, was een
Amerikaanse band die vooral populair was in de jaren zestig. Ze waren lid van platenlabel en hitmachine
Motown. Ze werden in
1995 geïntroduceerd in de
Rock & Roll Hall Of Fame.
Rond het einde van
1960 ontmoette toekomstig leadzangeres van één van Motowns grootste hitmakers
Martha Reeves één van de twee toekomstige bandleden. Dit was
Rosalind Ashford. Deze twee meiden werden uitgenodigd door
Gloria Williamson en
Annette Beard om bij hun in de groep te komen zingen. Zo ontstonden de Del-Phis. Toen de meiden geen hits produceerden verliet in
1961
Williamson de groep. Het over gebleven drietal veranderde hierna hun
naam in The Vells. Nadat ze op zoek waren gegaan naar een nieuwe
platenlabel werden ze door
William "Mickey" Stevenson
gevraagd om bij Motown te werken. Daar kreeg Reeves een baantje als
secretaresse aangeboden. Toen op een gegeven moment er
achtergrondzangeressen nodig waren voor singles voor het platenlabel
werd het drietal hiervoor gevraagd. Ze wilden wel meewerken en zo begon
hun zangcarrière bij Motown. Ze fungeerden als achtergrondzangeressen
bij onder andere
Marvin Gaye en
Mary Wells.
Toen de laatste genoemde er een keer niet was voor een opname werd het
trio gevraagd het nummer "I'll Have To Let Him Go" in te zingen. Toen
dit gebeurd was, was Motown er zo blij mee dat ze een professioneel
contract als een van de belangrijkste groepen van de maatschappij
aangeboden kregen. The Vells accepteerden dit en veranderden hun naam
in Martha & The Vandellas. The Vandellas is van twee namen
afkomstig. "Van" is de naam van een straat die in de buurt van de
straat van Reeves lag. "Della" is afgeleid van
Della Reese, Martha's favoriete zangeres.
In 1963 begon het succes voor Martha & The Vandellas. Hun productieteam was het drietal
Holland-Dozier-Holland. Het eerste nummer geproduceerd door hun was
"Come And Get These Memories". Het haalde nummer 29 op de Amerikaanse Toplijst en nummer 6 op de R&Blijst. Hun volgende hit was
"(Love Is Like A) Heatwave". Dit nummer haalde nummer 4 op de Amerikaanse Toplijst en nummer 1 op de R&Blijst. Zo voegden ze zich bij
The Marvelettes, Mary Wells en Marvin Gaye als hitsellers. In
1964 verliet Beard de groep, omdat ze zwanger en was en ging trouwen. Ze werd vervangen door
Betty Kelley, ex-zangeres van
The Velvelettes. Na deze personeelsveranderingen ging de groep wel door met hits maken. Hun grootste hit was "
Dancing In The Street" uit datzelfde jaar. Het haalde de nummer 2 positie op de Amerikaanse Toplijst, nummer 4 op die van het
Verenigd Koninkrijk en nummer 8 op de R&Blijst. Het nummer is onder andere gecoverd door
Mick Jagger
en wordt sommigen gezien als het beste nummer ooit geproduceerd door
Motown. Dit liedje was overigens geen HDH-productie maar geproduceerd
door Mickey Stevenson en eveneens geschreven door hem samen met Marvin
Gaye en
Ivy Jo Hunter. Na dit grote succes volgden nog hits als
"Nowhere To Run",
"Jimmy Mack" en
"I'm Ready For Love".
Echter, rond het eind van de jaren zestig nam de populariteit van
girlgroups af en dus ook dat van Martha & The Vandellas.Betty
Kelley verliet de groep en werd vervangen door Martha's zus Lois
Reeves. De naam van de groep werd toen veranderd in Martha Reeves &
The Vandellas. Even later verliet ook Ashford de groep. Zij werd
vervangen door Sandra Tilley. Vanaf de jaren 70 maakte de groep zo goed
als geen hits meer. In 1973 werd de groep opgeheven en ging Reeves
verder met een solocarrière. Deze was echter ook niet zo succesvol als
de hitjaren Martha & The Vandellas.