Onze man in Cannes: Incest onder de palmen
De taxichauffeur die me gisteren van het centrum naar mijn hotel bracht, heeft gelijk gekregen.
Nostalgie
"Morgen
gaat het regenen, en dan zal er nog minder volk rondlopen. Ach, het
festival heeft veel van zijn charme verloren. Er is dit jaar nog wel
60.000 man opgedaagd, maar tien-vijftien jaar geleden stond de hele
stad in rep en roer. Ja, ook La Bocca, de buurt van je hotel (op zeven
kilometer van het 'Palais du Festival', het epicentrum van het
Filmfestival, nvdr). Toen kwam er nog een massa 'gewone' mensen. Alain
Delon flaneerde over de Croisette om te laten zien dat hij er was. Nu
zie je de sterren hooguit enkele minuten op de trappen van het paleis,
daarna vluchten ze naar hun hotels of hun villa's in het achterland.
Vroeger kwamen klassen tieners uit Duitsland, Engeland, zelfs Amerika,
om te zien hoe het hier toegaat en hoe film gemaakt wordt. Dat is
allemaal voorbij, de hotels zijn te duur geworden en vaak al een jaar
op voorhand volgeboekt. Ik zeg het niet graag, maar het is waar: het
festival is sinds enkele jaren een incestueus gebeuren van de
filmindustrie. Ons kent ons, 'vous voyez?' Wie niet meeheult met de
promomachines van de grote filmhuizen of de luxemerken die de stranden
afhuren, loopt hier toch wat verloren. Dat weten de Fransen inmiddels,
dus blijven ze thuis".
La vache qui pisse
Vanochtend
bleken zijn woorden profetisch: het regent 'comme la vache qui pisse'
en de drukte die de voorbije dagen de Croisette typeerde, is verdwenen.
Afrikaanse venters verkopen paraplu's. Ik dok tien euro voor een
exemplaar dat uit een kauwgomballenbak lijkt te komen. Als er straks
een windvlaag opsteekt, hangt het ding uiteen. Soit, ik waag het erop
en probeer een accreditatie te bemachtigen. Een Nigeriaanse collega
vertelde me dat je zo'n toegangsbadge kan kopen voor 140 euro. Blijkt
niet te kloppen, voor persmensen is er niets voorzien. Mijn aanvraag
werd in februari afgewezen wegens 'te veel aanvragen'. Nochtans zijn we
geen klein medium, argumenteer ik aan de verschillende balies waar ik
door potige portiers heen gestuurd word. "Inderdaad, u werd geweigerd,
ik kan niets voor u doen", krijg ik in variaties te horen. "Kust dan
mijn kloten", wil ik zeggen, maar ik hou me in. Niet omwille van mijn
gebrekkige Franse woordenschat, dat lukt nog wel, maar omdat mijn
moeder me heeft geleerd mijn manieren te houden.
Hoedjes van luxepapier
Ik
struikel bijna over de aan dranghekken vastgeketende plooiladders van
de fotografen en zie de wanhoop in de ogen van een koppel
filmliefhebbers dat een klein fortuin veil heeft voor een invitatie
voor de première van 'Three Monkeys', een Turkse film. De glossy bladen
die de festivalorganisatie dagelijks gratis uitdeelt worden als dakjes
tegen de regen boven pas gecoiffeerde hoofden gehouden.
Miss Diamond
Een
opzichtige oudere dame, zoals er wel meer in Cannes rondlopen, spreekt
me aan. "Dit is James Bond", en ze wijst naar haar al even wansmakelijk
aangeklede hondje. Ik schat dat ze tegen de zeventig loopt. "Ja, ik
woon in Cannes, en ook in Londen. Ik ben Miss Diamond, danseres. Of ik
nu nog dans? Je weet maar nooit dat ze me vragen voor een film. Ik ga
mijn badge halen voor het Paleis, ga je mee?". Ik aarzel, haar ogen
staan dof, alsof er een mist van vergane rijkdom en mislukte liefdes
voor hangt. Of ze slikt elke dag een halve apotheek, kan ook. "Veel
succes, en blijf dansen", zeg ik, en kies de andere richting. Een
Nederlandse collega slaat het tafereel gade en lacht. "Nou, wat is het
hier toch nep, hè. Een schijnvertoning, dat is het. Je staat erbij en
je kijkt ernaar. Bizarre fauna, precies het incestfeest van de jetset".
Zo is het maar net.