Weekendvrucht
de thuisweg leek voor de late wind in vaart sneller dan wielen draaiden op de zangerige toon van lichtdynamo wijl voel meezong in vrijheid animo regen deerde niet in zachte tikking verre weg van koud als de goudglans bengelend aan bomen herfstgetooid in langzaam wuivend afscheidsdans in het voorbij dwars door plassen onder het licht van lantaarns weefde zich frêle druppelgordijnen ijl edoch flonkerend als kristallijnen ik teugde adem van de prille nacht tastend, geheel en al met zinnen en lach sprong een gat in lucht in pluk van lang weekendvrucht
|