Aantal prinselijke handelsmissies blijft op vier
Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders ontkent dat er
plannen zijn om het aantal prinselijke handelsmissies terug te schroeven
van vier naar drie, zoals dit weekend in enkele media gesuggereerd
werd. "We blijven op vier missies per jaar, maar wel met enkele
besparingen, misschien op recepties of andere kosten", verduidelijkte
hij in de marge van een bezoek aan het Midden-Oosten.
Kern van de zaak is volgens Reynders de financiering van het Agentschap
Buitenlandse Handel, dat instaat voor de prinselijke missies. Dat
agentschap telt voornamelijk gewestelijke vertegenwoordigers, maar de
federale overheid doet met zo'n 2,5 miljoen euro wel nog een hele duit
in het zakje.
Probleem is dat de gewesten hun bijdrage twee jaar
geleden hebben teruggeschroefd, aldus Reynders. Nochtans zijn de
missies niet meteen kleinschaliger geworden, waardoor de federale
overheidsdienst Buitenlandse Zaken vaak moest bijspringen. Recepties op
de ambassades werden dan bijvoorbeeld niet betaald door het agentschap,
maar door de ambassade en dus Buitenlandse Zaken.
Posten versus recepties
Die praktijken wil Reynders nu een halt toeroepen. Het agentschap zal
voortaan volledig zelf moeten instaan voor de missies, zonder
aanvullende middelen van Buitenlandse Zaken. "Ik ben bezig met een
herschikking van onze diplomatieke posten. Het kan toch niet zijn dat er
posten zouden moeten sneuvelen voor recepties", aldus de minister.
Wat Reynders wel nog zal doen, is prinses Mathilde jaarlijks op twee
missies uitnodigen op kosten van Buitenlandse Zaken. Het jaarlijkse
aantal missies blijft in elk geval op vier. Die van 2013 en 2014 liggen
al vast, terwijl binnenkort met verschillende landen gesprekken zullen
worden opgestart voor mogelijke bezoeken in 2015.
|