Suzi Quatro Om Can The Can te bekijken druk op de foto.
.
Suzi Quatro (Detroit, 3 juni 1950) is een Amerikaans zangeres, basgitariste, radiopersoonlijkheid en actrice. Ze is vooral bekend geworden als glamrockartiest en had in de jaren zeventig veel succes in Europa, Australië en Japan.
Quatro werd geboren als Susan Kay Quatrocchio; haar vader Art Quatrocchio was van Italiaanse afkomst en had een eigen groep, het Art Quatro Trio. Haar moeder Helen Rebel was van Hongaarse afkomst.
Quatro groeide met drie zusters en een broer op in Grosse Pointe, een voorstad van Detroit. Ze begon haar muzikale carrière als basgitariste "Suzi Soul" bij de meidenband Pleasure Seekers, waar ook haar zusters Arlene en Patti deel van uitmaakten. In 1971 werd de bandnaam gewijzigd in Cradle en begon de groep stevige rock te spelen. Quatro werd dat jaar ontdekt door platenproducer Mickie Most die in Detroit was voor het produceren van een nieuw plaat van Jeff Beck. Hij haalde haar over om naar het Verenigd Koninkrijk te verhuizen en een solo-carrière te beginnen.
Haar eerste single ("Rolling Stone") flopte in het Verenigd Koninkrijk, maar werd een nummer-1 hit in Portugal. Most liet nu nummers voor haar schrijven door Nicky Chinn en Mike Chapman, die beroemd waren geworden met hun hits voor The Sweet. Met "Can the Can" had ze in 1973 zowel in Europa als in Australië een nummer-1 hit. Er volgden nog drie grote hits: "48 Crash" (eveneens 1973), "Daytona Demon" (1974) en "Devil Gate Drive" (1974). Haar eerste twee albums werden eveneens grote successen in Europa en Australië. Toen Elvis Presley hoorde dat ze zijn hit Al Shook Up had opgenomen, nodigde hij haar uit om naar Graceland te komen, maar ze sloeg de uitnodiging af.
In de Verenigde Staten verkochten haar albums slecht, en zelfs pogingen om Quatro's populariteit op te vijzelen via tournees (als voorprogramma van Alice Cooper) haalden weinig uit. Na 1975 nam de populariteit van Quatro's glamrock snel af, behalve in Australië. Pas in 1978 had ze weer succes; ze had toen een top-10 hit in het Verenigd Koninkrijk en Australië met "If You Can't Give Me Love". Ook dit keer had ze in de VS geen succes. Samen met Chris Norman van de band Smokie haalde ze er in 1979 wel een vierde plaats met "Stumblin' In". Verdere hits bleven uit. Alleen in Australië had ze begin 1981 nog een hit met "Rock Hard".
Intussen was ze in 1978 actrice geworden in de Amerikaanse comedy-serie Happy Days waarin ze zeven afleveringen de rol van "Leather Tuscadero" speelde. Ze was in de jaren tachtig in uiteenlopende rollen te zien, zowel op televisie als in het theater waar ze "Annie Oakley" speelde in een Londense productie van Annie Get Your Gun (1986).
Quatro leeft zowel in het Verenigd Koninkrijk als Duitsland en heeft een wekelijks Rock and Roll programma op BBC Radio 2. Als muzikant tourt ze nog steeds, en in februari 2006 kwam een nieuw album uit: "Back To The Drive", geproduceerd door gitarist Andy Scott van The Sweet. De titelsong is geschreven door Mike Chapman.
Quatro trouwde in 1978 met haar gitarist Len Tuckey. Het paar kreeg twee kinderen (Laura in 1982, en Richard Leonard in 1984), maar ging in 1992 uit elkaar.
Quatro is tante van actrice Sherilyn Fenn.
|