The Allman Brothers Band is een invloedrijke
Amerikaanse Southern rock- en
bluesband uit
Macon,
Georgia, in eerste instantie rond de broers
Duane en
Gregg Allman. Met hun mix van blues,
country,
rock en zelfs
jazz en
klassieke muziek groeide The Allman Brothers Band uit tot een van de belangrijkste rockbands van de
jaren zeventig.
De band werd in 1969 opgericht door Duane Allman (gitaar), Gregg Allman (vocalen en orgel), Dickey Betts (gitaar), Berry Oakley (basgitaar), Butch Trucks (drums) en Jai Johanny "Jaimoe" Johanson (drums). Duane en Gregg hadden daarvoor gespeeld in een garageband, The Escorts, later Allman Joys genaamd, en in The Hour Glass. The Hour Glass bracht twee geflopte albums uit bij Liberty Records.
Hierna bouwde Duane Allman een reputatie op als sessiemuzikant, waarna
hij in '69 een groep mensen om zich heen verzamelde en zo The Allman
Brothers Band vormde. De band tekende een contract bij Capricorn Records.
De nieuwe band gaf eerst vele optredens voordat een LP werd uitgebracht. Het debuutalbum, The Allman Brothers Band,
werd een stevig bluesrock-album. Het was geen groot commercieel succes,
maar maakte wel indruk op de critici en leverde de band een cultstatus. Het tweede album, Idlewild South uit 1970, is geproduceerd door Tom Dowd.
Het album werd een groot succes. Ook optredens begonnen meer mensen te
trekken, doordat de band een reputatie kreeg met het bijzondere
complexe maar coherente samenspel en de lange jams.
In maart 1971 speelde de band enkele malen in de Fillmore East. Deze optredens zijn opgenomen en te horen op hun derde album, de dubbel-LP At Filmore East. Het album werd een doorslaand succes en groeide uit tot een klassieker, die wordt beschouwd als een van de beste live- en bluesrock-albums allertijden.
Op 29 oktober 1971, niet lang nadat At Filmore East
de gouden status had verworven, kwam Duane Allman in een motorongeluk
om het leven. Ondanks het verlies van de leadman besloot de band toch
door te gaan en de opnames van het vierde album af te maken. Dickey
Betts nam de rol van Duane over op Eat a Peach. Na enkele
optredens als een vijfkoppige band werd er besloten weer een zesde lid
en een nieuw muzikant toe te voegen aan de band. Het werd pianist Chuck Leavell.
In november 1972 kwam ook Berry Oakley om in een motorongeluk, niet ver van de plaats waar Duane Allman was omgekomen. Hij werd vervangen door Lamar Williams. In 1973 kwam het nieuwe album uit, het toegankelijke Brothers and Sisters. Op dit album veranderde de muziekstijl meer richting de countryrock. Dit had twee oorzaken: anders dan de vorige drie albums werd dit album niet geproduceerd door bluesrock-producer
Tom Dowd, en Dickey Betts kreeg, als enige gitarist in de band, meer
invloed op de muziek, en ontwikkelde zich tot de tekstschrijver en de
leadzanger van de band.
Op Brothers and Sisters staan twee van de bekendste nummers
van The Allman Brothers Band, het instrumentale "Jessica" en de grote
hit "Ramblin' Man". Op dat moment was de band qua populariteit op zijn
hoogtepunt. Door het succes van de Allman Brothers Band trokken andere labels ook southern rock-acts aan. Een van de bekendste bands die op deze manier van het succes van de Allman Brothers Band profiteerden was Lynyrd Skynyrd.
In 1974
kwamen er problemen in de band. Gregg Allman en Dickey Betts begonnen
beide een solo-carrière, Allman kwam in de publiciteit door een
huwelijk met Cher, en overmatig alcohol- en drugsgebruik zorgden voor wrijvingen binnen de band. Dit resulteerde in het onevenwichtige Win, Lose or Draw.
In 1976
viel de band uit elkaar, toen Gregg Allman werd opgepakt voor meerdere
drugs-gerelateerde misdrijven en getuigde tegen een vriend en
medewerker van de band. Leavell, Johanson en Williams vormden samen de
band Sea Level,
en Betts ging verder met zijn solo-carrière. Capricorn bracht hierna
enkele albums uit met nog niet eerder uitgebracht materiaal en live-opnames, waaronder Wipe the Windows, Check the Oil, Dollar Gas.
In 1978 kwam de band (behalve Leavell en Williams) weer bij elkaar om Enlightened Rogues op te nemen. Het album werd weer geproduceerd door Tom Dowd. Ook werd er een nieuw lid aangetrokken, gitarist Dan Toler.
Ondanks een goed album was de populariteit voor de band gezakt, mede
door de opkomst van nieuwe muziekstijlen als punk en disco die de
muziekindustrie gingen overheersen.
In 1979 ging Capricorn Records failliet en werd overgenomen door PolyGram, waarna de Allman Brothers Band een contract tekende bij Arista.
De hieropvolgende albums werden slecht ontvangen. Het ontslag van
Jaimoe, begin jaren tachtig, leidde uiteindelijk tot het uiteenvallen
van de band in 1982.
Pas in 1989
kwam de groep weer bij elkaar, mede door het succes van een uit vier
cd's bestaande compilatiealbum, uitgebracht door PolyGram. De band was
niet compleet: Leavell was op tournee met de Rolling Stones en Williams was in 1983 gestorven aan kanker. De band werd aangevuld met gitarist Warren Hayes en bassist Allen Woody. De groep sloot een contract met Epic Records en bracht in 1990 het album Seven Turns
uit, dat zeer goed werd ontvangen bij critici en hun bestverkopende
album in jaren werd. De daaropvolgende albums konden echter geen groot
publiek meer trekken, ondanks goede kritieken.
The Allman Brothers Band zijn nu nog steeds bij elkaar, en trekken
met hun concerten nog altijd volle zalen. De nieuwe gitarist is de
jonge en talentvolle Derek Trucks. In 1995 werden ze opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Datzelfde jaar kregen ze ook een Grammy Award voor Best Instrumental Performance voor hun nummer "Jessica". Sinds 1994 spelen Hayes en Woody ook in de southern rockband Gov't Mule.