Prix Goncourt gaat naar Frans-Senegalese Marie NDiaye
De Prix Goncourt, de meest prestigieuze literaire prijs in Frankrijk,
is toegekend aan de Frans-Senegalese Marie NDiaye voor haar werk "Trois
femmes puissantes". NDiaye is de eerste vrouw sinds 1998 die de prijs
in ontvangst mag nemen. Ze kreeg tijdens de eerste ronde vijf stemmen,
tegen twee voor de Belg Jean-Philippe Toussaint ("La vérité sur Marie")
en één stem voor Delphine de Vigan ("Les heures souterraines"). "Trois
femmes puissantes", uitgegeven bij Gallimard, bestaat uit drie verhalen
waarin de heldinnen telkens volharden om hun waardigheid te bewaren,
tussen Frankrijk en Afrika. Biografie De
schrijfster werd op 4 juni 1967 geboren in Pithiviers, in het centrum
van Frankrijk, uit een Senegalese vader en een Franse moeder, en
groeide op in de Parijse buitenwijken. Ze werd in Frankrijk opgevoed
door haar moeder, een leerkracht natuurwetenschappen, en publiceerde
haar eerste roman, "Quant au riche avenir" (1985), toen ze achttien
jaar was. Ze stopte al snel met studeren om zich aan het
schrijven te wijden. Op 23 jaar tijd schreef ze een 20-tal werken, die
voornamelijk bij Minuit en vervolgens bij Gallimard uitgegeven werden,
zoals "Comédie classique" (1988), "La femme changée en bûche" (1989) en
"La sorcière" (1996). NDiaye is een atypische, geëngageerde en
feministische schrijfster en verrast de lezer met de vreemdheid van
haar verhalen, die gaan over vrouwen en ingewikkelde verhoudingen
tussen mensen. In 2007 trok NDiaye met haar gezin naar Berlijn. De
Prix Renaudot 2009, eveneens een belangrijke literaire prijs in
Frankrijk, werd toegekend aan Frédéric Beigbeder voor "Un roman
français" (Grasset).
|