Vorst Monaco verdedigt zich tegen 'chef geheime dienst'
Het vorstenhuis van Monaco verdedigt zich tegen een klacht van een
zogenaamde geheim agent. De in Californië wonende Robert Eringer
beweert dat hij voor Albert II een geheime dienst, 'Monaco Intelligence
Service' (MIS), moest oprichten. Na enkele jaren liet de vorst hem in
maart 2007 met openstaande rekeningen zitten.
Eringer
legde klacht neer tegen vorst Albert II in de Verenigde Staten en wil
betaald worden voor zijn diensten als geheim agent. De advocaat van
Albert, Stanley S. Arkin, verzocht de klacht onontvankelijk te
verklaren. "Eringer heeft een onverbloemde poging tot afpersing omgezet
in een ongegronde klacht over contractbreuk", zei Arkin volgens een
mededeling van zijn kantoor.
Geld afpersen Het
vorstenhuis Monaco sprak van een "primitieve poging tot
leegplundering". Met zijn klacht wil Eringer "het Amerikaans
gerechtelijk systeem misbruiken om vorst Albert geld af te persen
waarop hij geen recht heeft", verklaarden de advocaten van Albert. "In
het door Arkin overgemaakte verzoek wordt vastgesteld dat vorst Albert
als soeverein en staatshoofd van Monaco aanspraak kan maken op
immuniteit tegenover Eringers klacht". Bovendien heeft de klacht niets
met Californië te maken. Eringer had van vorst Albert in september 2009
een bedrag van ongeveer 400.000 euro geëist, hem nu echter voor slechts
40.000 euro aangeklaagd.
Criminele vrijmetselaars De
zogenaamde vroegere FBI-agent Eringer zou voor de vorst
infiltratiepogingen van de Russische geheime dienst FSB en criminele
vrijmetselaarsloges opgespoord hebben. Het geïllustreerde magazine
Paris Match drukte Eringers zogenaamde MIS-pasje met het loopnummer 001
af. Monaco betwist de informatie en verklaarde dat de legitimatiekaart
vals is.
|