Glastonbury-organisator voorspelt slechte tijden voor festivals
Michael Eavis, organisator van Glastonbury, het grootste festival in
Europa, zegt dat de gouden tijd over is voor de meeste festivals. Ook
zijn eigen Glastonbury, waarvan Eavis toegeeft dat het op de rand van
het faillisement staat. De reden? Te veel festivals en te dure groepen,
die dan ook nog te vaak optreden, volgens Eavis.
Eavis vertelde The Times dat hij nog drie, hooguit vier keer Glastonbury
ziet plaatsvinden. Volgens de organisator zijn daar twee redenen voor:
financieel zijn de toppers niet meer rendabel, maar Eavis vermoedt ook
dat de belangstelling bij het publiek tanend is.
Eavis is niet
de eerste die een waarschuwende vinger opsteekt. Nogal wat stemmen in de
muziekindustrie waarschuwen al een poosje dat er momenteel aan overkill
wordt gedaan in het live-circuit, en dan in het bijzonder bij
festivals. Van dat laatste is bij ons voorlopig weinig te merken.
Graspop heeft een nieuw recordjaar achter de rug, Rock Werchter was
uitverkocht, net als Pukkelpop en Tomorrowland. In Nederland noteerde
Pinkpop al een recordopkomst en Lowlands is ook alweer een poosje
uitverkocht.
Ook
Glastonbury was maanden op voorhand uitverkocht. Maar, zegt Eavis,
daarvoor moest hij wel erg diep in de buidel tasten om headliners als
Coldplay, U2 en Beyonce te zetten. In de VS begon het verval vorige
zomer al, met 25 procent minder festivalbezoekers. En dit jaar is de UK
aan de beurt.
Hop Farm, een festival in Kent met een paar
peperdure acts zoals The Eagles, Lou Reed en Prince op de affiche,
verkocht amper 20.000 tickets - organisator Vince Power had gerekend op
50.000. Hop Farm richt zich op de oudere festivalganger. Maar leeftijd
lijkt er weinig mee te maken te hebben, want Reading en Leeds, twee
absolute festivalklassiekers met dit jaar ondermeer Muse, The Strokes en
het in de UK razend populaire Pulp op de affiche, hebben nog bijna de
helft van hun tickets over. Andere jaren verkopen die festivals in
enkele dagen uit.
Ook in Duitsland
voelen ze het. Met de uitzondering van metalfeest Wacken, en ondanks de
beste headliners van het moment (Coldplay, Foo Fighters, Kings of Leon,
...), raakten Rock am Ring/im Park en Hurricane/Southside bijvoorbeeld
niet uitverkocht.
Eén reden is zeker de toenemende concurrentie
uit het voormalige Oostblok. Festivals in die landen bieden tegenwoordig
ook de headliners die we gewoon zijn op de grootste festivals in
West-Europa, maar tickets zijn een pak goedkoper, om nog maar te zwijgen
over de prijzen aan de drank- en eetstalletjes. En de Europese jeugd
maakt er blijkbaar niet echt een punt van om daarvoor een lange reis te
ondernemen.
In de Europese Unie zouden
er momenteel 700 pop- en rockfestivals in de zomer zijn die meer dan
20.000 betalende bezoekers nodig hebben om rond te komen. Volgens
verschillende organisatoren dringt zich dan ook een enorme schifting op
de volgende jaren. Er lijken twee pistes te zijn om die schifting te
overleven, maar ze houden allebei ernstige risico's in.
De eerste
is ervoor zorgen dat de topnamen die ertoe doen op je affiche belanden.
Dat betekent doorgaans opbieden en absurd veel geld aan gages
neertellen. Dat moet dan weer doorgerekend worden in de ticketprijzen en
de consumptieprijzen, maar, dat is nu eenmaal een economische wet, er
zijn grenzen aan wat mensen willen en kunnen betalen.
Eén van de
manieren om dit op te vangen is het zoeken naar kosten verlagende
ingrepen. Festivals die hun krachten bundelen bijvoorbeeld. Werchter en
Arras zijn hiervan een goed voorbeeld. Eén affiche op verschillende
plaatsen uitspelen is een andere manier. Sonisphere, dat ondertussen in
tien Europese landen doorgaat, en gefinancierd wordt door AEG, een
absolute entertainmentreus en 's werelds nummer twee na Live Nation, is
daarvan een voorbeeld.
Een andere is puur logistiek: stel dat je
de kosten zou kunnen wegnemen van telkens alles op te bouwen- en af te
breken op een wei. Meer nog: stel dat je op zo'n terrein dan
verschillende festivals met verschillende doelgroepen zou kunnen laten
doorgaan. Brustem anyone?
Piste twee
is zoeken naar een meerwaarde buiten de topnamen. Laat het ons inzetten
op de festivalervaring noemen. Roskilde is een succesvol voorbeeld
hiervan. Het festival gaat meer voor diversiteit en comfort van de
festivalganger dan voor de absolute topnamen. Bij de programmatie laat
het zich eerder leiden door kwaliteit van de live-acts, het weigert
bands te zetten die in de twee jaar daarvoor de affiche sierden en het
meet zichzelf de taak toe om nieuw talent te pushen. Met succes, want
dit jaar opnieuw uitverkocht en uitermate winstgevend, ondanks op het
eerste gezicht een affiche die de duimen moet leggen tegen die van de
andere grote Europese festivals.
Het probleem bij die tweede
piste is dat je wel heel sterk in je schoenen moet staan om de boodschap
over te brengen. Roskilde slaagt erin omdat het al meer dan 40 jaar
bestaat en een begrip is geworden. Het festival is ook al jaren geleden,
toen het nog wel meespeelde qua echte toppers, beginnen inzetten op z'n
fameuze Orange Feeling. En het investeert nogal wat geld in een
legertje eigen "bookers", mensen die in verschillende genres het beste
voor de beste prijs moeten kiezen. (br.hln - foto getty)