Wat andere festivals van Sziget kunnen leren
Boedapest is niet naast de deur, maar toch zijn er redenen te over om
's zomers eens richting Sziget te trekken. Vijf zaken die ze hier
beter doen dan de meeste andere festivals.
Onorthodox is het wel: je absolute topnaam programmeren voor het
festival goed en wel van start gaat. Gisteren speelde Prince op dag nul
voor een helemaal volgelopen hoofdplein, vandaag begint het hier
eigenlijk pas echt met onder meer Interpol, Pulp, Motörhead en The
Bloody Beetroots Death Crew 77. Het 'out of the box'-denken van de
organisatie zorgt voor de relaxte, wat anarchistische ambiance. Deze
factoren dragen daartoe bij:
1. Doe het in de stad Sziget
betekent eiland, maar een korte wandeling en enkele haltes op een
boemeltreintje brengen je zo in Boedapest, een trotse en statige
hoofdstad. Met de Citypass, overal op het eiland te koop, voeg je voor 8
euro voor 2 dagen of 25 euro voor het hele festival een lintje aan je
verzameling polsbandjes toe. Je kan er gratis mee het openbaar vervoer
op, en musea en de befaamde thermen, waar warm heilzaam water je zo van
je kater verlost, laten je ook gratis of met korting binnen. Op het
eiland valt er ook vanalles te beleven, van pottenbakken tot pokeren,
maar een prachtige historische stad naast je tent zorgt er voor dat je
niet aan festivalclaustrofobie gaat lijden.
2. Denk digitaal Een
internetcafé, laadposten voor mobieltjes, wifi en computergames op
megaschermen: hippiesfeer of niet, we zijn hier echt wel in de 21ste
eeuw. Ook het betaalsysteem is een technologische krachttoer. Met de
Festivalcard, die je op het terrein koopt, kan je alles betalen, van
drank over eten tot merchandise. Even voor de kaartlezer houden aan toog
of stand, en klaar. Voor het betere James Bond-gevoel kan je zelfs een
horloge kopen (29 euro) dat je oplaadt om mee te betalen. Enig nadeel:
geld uitgeven wordt zo wel heel erg makkelijk.
3. Hou het proper Op
veel festivals is douchen een beproeving. Aanschuiven en afdokken om in
een donker hokje onder een ijskoude kraan te staan: geen wonder dat
veel festivalgangers de persoonlijke hygiëne een paar dagen op waakvlam
zetten. Hier niet zo: op Sziget zijn er veel gratis douches, in ruime
tenten, doorlopend open en (met een beetje geluk) warm water.
4. Maak het divers Een
breed programma met veel verschillende stijlen zorgt voor een divers
publiek. Naar Sziget kom je niet voor één bepaalde band, wel om je op
weg van het ene podium naar het andere te laten verrassen door vliegende
togen, dj-sets en karaoke. Die diversiteit vind je ook in de
snacktenten terug: geen uniforme pizzastands links en rechts van het
podium, wel een authentiek aandoend straatje waar lokale specialiteiten
uitnodigen om eens iets nieuws te proeven.
5. Maak je niet druk Een
gezonde mix tussen controle en laten doen garandeert een vrije sfeer.
Zo wordt bagage van kampeerders bij de ingang zeer strikt gecontroleerd
op onder meer alcohol en glas, maar eens op het terrein mag je min of
meer doen wat je wil. Tentjes staan kriskras opgesteld tussen de podia
en sommige biertenten blijven 24/7 open. Dat gevoel van vrijheid haalt
alleszins het beste in de mensen naar boven. Zelden zoveel volk zo
vriendelijk weten wezen (br.hln)
|