Waterfactuur op vijf jaar tijd flink duurder
Een gemiddeld Vlaams gezin had in 2011 een waterfactuur van 337,06
euro. Dat is een derde meer dan in 2006. De stijging is het gevolg van
een verdubbeling van de saneringsbijdragen die de gezinnen betalen, zo
blijkt uit het rapport 'Watermeter 2011' van de Vlaamse
Milieumaatschappij (VMM).
In 2006 bedroeg de totale waterfactuur 227,52 euro. Sindsdien kwam er
dus bijna 110 euro bij. Daarvan heeft slechts een 15-tal euro te maken
met het drinkwaterverbruik; de rest is gelinkt aan de
saneringsbijdragen. Die verdubbelden van 88,57 euro in 2006 tot 176,76
euro vorig jaar. De saneringsbijdragen maken nu 56 procent uit van de
totale factuur. De saneringsbijdragen vallen uiteen in een
gemeentelijke en een bovengemeentelijke bijdrage. Het geld gaat naar
Aquafin (bovengemeentelijk) of de gemeenten, legt men bij de VMM uit.
Die gebruiken dat geld om het rioleringsnet te onderhouden en uit te
bouwen. Voor de bijdragen geldt het principe "de verbruiker betaalt"; de
hoogte ervan hangt dus af van het waterverbruik, aldus nog de VMM. De
saneringsbijdragen zijn sinds 2005 toegevoegd aan de waterfactuur. Ook
daarvoor droeg de burger al bij, maar die rekeningen kreeg hij apart in
de bus. Een gemiddeld gezin in Vlaanderen (dat bestaat uit 2,37
personen) verbruikt op een jaar tijd 88 kubieke meter leidingwater, of
101 liter per persoon per dag. (br.hln)
|