Eén op vijf ouders wil geen sprookjes voorlezen
Generaties lang groeiden kinderen op met de verhalen van Hans
Christian Andersen en de Gebroeders Grimm. Maar het lijkt alsof deze
sprookjes geen gelukkig einde krijgen. Eén op vijf mama's en papa's wil
ze namelijk niet voorlezen, omdat ze te beangstigend zijn.
Zo weigert bijna de helft van de ouders om 'Repelsteeltje' en 'Rapunzel' voor te lezen, omdat de hoofdpersonages daarin ontvoerd worden.
Veel ouders wagen zich ook niet aan 'Roodkapje'.
Zij vrezen dat de scène waarin de Grote Boze Wolf de grootmoeder opeet,
te beangstigend is voor hun kinderen. Eén op drie zegt dat het verhaal
hun kinderen eerder al deed huilen.
Ook 'Assepoester'
blijft bij 52 procent van de ouders op de boekenplank staan. Volgens
hen is het verhaal verouderd, omdat het een jonge vrouw toont die de
hele dag instaat voor huishoudelijk werk. In 'Sneeuwwitje' vinden ze de term 'dwergen' dan weer onaanvaardbaar.
Een
kwart van de 2.000 ondervraagde ouders wil pas beginnen met sprookjes
als hun kind vijf jaar is. Voor die leeftijd stellen ze zich namelijk te
veel vragen bij de inhoud.
"Volwassenen zien de onschuld in
sprookjes", zegt Steve Hornsey, die de Britse rondvraag uitvoerde naar
aanleiding van een nieuwe 'Grimm'-film. "Maar een kind van vijf met een
levendige verbeelding, neemt de verhalen letterlijk op."
De meeste ouders lezen dan ook liever moderne verhalen voor aan hun kinderen in plaats van de klassieke sprookjes.
|