Vitamine in bier maakt sterker, slanker én gezonder
Goed nieuws voor wie het weekend gaat starten met een frisse pint. Uit nieuw onderzoek zou namelijk blijken dat bier, net als melk, een 'mirakelmolecule' bevat die overgewicht kan aanpakken, spierweefsel versterkt én goed is voor onze weerstand.
Het potentieel van deze molecule, genaamd nicotinamide riboside (NR), werd onderzocht door het team van Johnan Auwerx, hoofd van de 'Ecole Polytechnique Federale' in het Zwitserse Lausanne. Het onderzoek zelf gebeurde aan het Weill Cornell Medical College in New York.
Daar werden muizen op een vetrijk dieet gezet. De helft ervan kreeg gedurende 10 weken ook NR toegediend, de vitamine die omgedoopt werd tot 'de mirakelmolecule'. Meer dan 60 procent van de muizen die NR kregen verdikte aanzienlijk minder dan de muizen die enkel vette voeding aten.
Bovendien had geen enkele NR-muis diabetes ontwikkeld, wat wel het geval was bij de andere groep. Daarnaast bleken de NR-muizen ook in veel betere vorm te zijn, wat bevestigd werd door het onderzoeken van spiervezels onder de microscoop. Ze scoorden ook opvallend beter op uithoudingstesten. Tot slot werden er geen bijwerkingen ontdekt tijdens de experimenten.
Lichaamscellen blijken NR te vangen, waar het vervolgens een boost geeft aan het metabolisme. Dit is vergelijkbaar met de werking van resveratrol in wijn. "Het ziet er naar uit dat cellen puur gebruiken wat ze nodig hebben en de rest opzij zetten zonder dat het zich transformeert in gelijk welke schadelijke vorm", aldus de onderzoekers.
De meest logische verklaring is dat een stijging in de hoeveelheid NR de energietoevoer (mitochondriële werking) van cellen bevordert. Deze mitochondriën werden in eerder onderzoek al verbonden aan het ouder worden van ons lichaam. Onderzoekers hopen dan ook dat deze mirakelmolecule onze levensduur positief zal kunnen beïnvloeden en daarnaast ook nog andere gezondheidsvoordelen zal bieden, vooral wat overgewicht betreft.
Op dit moment is het nog zeer moeilijk om de molecule te reproduceren omdat ze uitzonderlijk klein is. Het blijkt zelfs nog niet mogelijk om de concentratie ervan in melk en bier te meten. Daarom kunnen de wetenschappers ook nog niet zeggen hoeveel je zou moeten drinken om een wezenlijk effect te voelen. Een testfase met menselijke proefkonijnen staat dan ook hoog op de agenda.
|
