Gladys Knight - The Need To Be
Klik op de foto om haar te beluisteren
Gladys Knight & the Pips was een
Amerikaanse R&B-groep uit Atlanta, Georgia rondom zangeres Gladys
Knight. De overige leden waren familieleden van haar. De groep is vooral
bekend van hits als Midnight train to Georgia en Baby don't change your
mind.
Gladys Knight begon vanaf haar vierde te zingen in een
kerkkoor. Haar ouders zongen in een gospelkoor. De moeder van Gladys
schreef haar in 1952 als zevenjarige in voor Ted Macks Original Amateur
Hour, een talentenjacht op televisie vergelijkbaar met Idols. Ze won de
eerste prijs en een geldbedrag van 2000 dollar. Een jaar later trad ze
op de tiende verjaardag van haar broer Merald op, bijgestaan door
Merald, haar zus Brenda en haar neef en nicht William en Eleanor Guest.
Een andere neef, James "Pip" Woods, vond dat ze van zingen hun beroep
moesten maken en gaf hen zijn bijnaam: The Pips. Vanaf 1959 ging de
groep daadwerkelijk optreden. Eleanor Guest en Brenda Knight verlieten
echter in dat jaar de groep om een gezin te stichten. Ze werden
vervangen door weer twee andere neven: Edward Patten en Langston George.
In
1989 ging de groep uit elkaar en ging Gladys Knight solo. Datzelfde
jaar had ze als soloartiest haar grootste hit in Nederland en Vlaanderen
met License to kill, de titeltrack van de gelijknamige James Bond-film.
The Pips stopten met optreden. In 1996 werden Gladys Knight & the
Pips opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Een jaar later trad
Gladys toe tot de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste
Dagen, beter bekend als de Mormoonse kerk. Ze treedt nog steeds op en
brengt af en toe een plaat uit, onder andere als dirigente van het
Mormoonse gospelkoor Saints Unified Voices. Gladys Knight heeft sinds
2000 nog drie keer een Grammy Award gewonnen: voor haar soloalbum At
last uit 2001, voor haar duet Heaven help us all met Ray Charles in 2005
en met haar gospelkoor in 2006.
|