'Werken en toch arm zijn' neemt nu ook in België toe

Het aantal mensen dat als werknemer werkt en tegelijk een leefloon trekt als aanvulling, omdat zijn arbeidsinkomen te laag is, neemt toe. Het is in tien jaar tijd verdubbeld van drie tot zes procent van de leefloontrekkers. Ze zijn nu met bijna zesduizend. Dat blijkt uit cijfers van de dienst Maatschappelijke Integratie, in de wandelgang 'POD MI' genoemd. Dat meldt De Standaard.
Zesduizend, het blijft weinig vergeleken met landen als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, waar geen minimuloon bestaat, en waar de "working poor" een grote probleemgroep vormen. "Hier geldt nog altijd het adagium dat werk de beste garantie is tegen armoede", zegt Julien Van Geertsom, topman van de POD MI.
In die groep van bijna zesduizend "working poor" zijn de vrouwen ruim in de meerderheid en ruim de helft van hen heeft kinderen.
De banen die de zesduizend hebben, zitten bijna allemaal in de privésector, vaak in de uitzendarbeid, de horeca, de kleinhandel, de schoonmaak of de sociaal-culturele sector.
Merkwaardig is dat ze in Vlaanderen relatief meer voorkomen (acht procent), hoewel Wallonië en Brussel verhoudingsgewijs twee- tot driemaal meer leefloontrekkers tellen dan Vlaanderen.
|