Uitzonderlijk goed bewaarde weduwe na 4 eeuwen opgegraven in Rennes

Tijdens preventieve archeologische werken in het Jacobijnenklooster van Rennes is in maart 2014 een loden lijkkist opgegraven met daarin het uitzonderlijk goed bewaarde stoffelijke overschot van een edeldame uit de 17de eeuw, volledig religieus gekleed. Dat hebben archeologen vandaag aan de pers meegedeeld.
Het 145 centimeter lange lijk, ontdekt in de Sint-Jozefskapel van het klooster, is vermoedelijk dat van Louise de Quengo, weduwe van een hoge Bretonse adellijke. In de buurt werd immers het hart aangetroffen van die edelman, Toussaint de Perrien.
De kist werd opgegraven op de bouwwerf waar eerlang het congrescentrum van de stad Rennes moet verrijzen. Er werden nog vier andere loden kisten gevonden en 800 andere graven, die bevatten "gewone" skeletten. Bij Louise was dat anders: daar zagen de archeologen nog de handen die een kruis vasthouden. Waarschijnlijk is de vrouw, nadat zij weduwe was geworden en zoals dat destijds gebruikelijk was, in het klooster ingetreden.
De kledij van de vrouw kon worden hersteld en zal binnenkort tentoongesteld worden. De vrouw zelf, of althans haar overschot, wordt binnen enkele maanden opnieuw begraven. (br.hln)
|