Wat als morgen iederéén elektrisch rijdt?

In een jaar tijd is het aantal chauffeurs met een 100% elektrische wagen bijna verdubbeld. Wereldwijd glijden nu al meer dan 740.000 'groene' auto's over de wegen. In ons land hebben al 3.500 gezinnen een Tesla Model S, Nissan Leaf of BMW i3 voor de deur staan. Van een échte doorbraak is nog geen sprake: amper 0,06% van alle wagens is 'groen'. Om elektrisch rijden te ­stimuleren, reikt de Vlaamse regering daarom vanaf volgend jaar premies tot 5.000 euro uit. Specialisten verwachten ook dat de elektrische revolutie mondiaal nog enkele versnellingen hoger schakelt, dankzij het ­dieselschandaal bij Volkswagen. De vraag is of we daar wel klaar voor zijn. Wij zochten het uit.

Dan hebben we 15 procent meer stroom nodig
Van Tokio over Parijs tot Los Angeles tuffen liefst 1,18 miljárd wagens rond. Krijgen die allemaal een elektrische motor, dan moeten we plots een pak meer stroom opwekken. "Dat dénken velen althans, maar in realiteit valt het best mee. Elektrische voertuigen zijn bijzonder energie-efficiënt", zegt professor Joeri Van Mierlo (VUB), die al meer dan vijftien jaar onderzoek doet naar groene wagens. "Om 10% van ons wagenpark elektrisch te laten rijden, heb je slechts 1,37% méér stroom nodig." Extrapoleren we dat cijfer naar een ­wereld waarin alléén elektrische auto's bollen, die dagelijks gemiddeld veertig kilometer afleggen, dan heb je 13 à 15% meer nodig. Dat is 3.101 terawattuur extra energie per jaar, bijna evenveel als het totale jaarlijkse stroomverbruik in Europa. (br.hln)