Daarom kun jij niet tegen kietelen en anderen wel
![https://images0.persgroep.net/rcs/WX4DcMYO_JYmlQraN1XF13_CltA/diocontent/123972334/_fitwidth/763?appId=2dc96dd3f167e919913d808324cbfeb2&quality=0.8](https://images0.persgroep.net/rcs/WX4DcMYO_JYmlQraN1XF13_CltA/diocontent/123972334/_fitwidth/763?appId=2dc96dd3f167e919913d808324cbfeb2&quality=0.8)
Er zijn van die mensen die bij de minste aanraking op een gevoelige plek al gillend liggen te kronkelen op de grond, terwijl anderen zich zonder problemen laten kietelen. Met wat heeft dat te maken?
Omdat kietelen samen gaat met heel wat gevoelsmatige en neurologische elementen, is het door wetenschappers moeilijk te bepalen waarom we niet goed tegen kietelen kunnen. Wat wél vaststaat is dat je jezelf niet kunt kietelen, omdat je brein al doorheeft waar het gevoel vandaan komt. Door je handen op die van de persoon te leggen die je kietelt, laat je aan je hersenen weten waar het gevoel vandaan komt en word je als het ware immuun voor kietelen.
Verschillende oorzaken
Volgens neurowetenschapper Robert Provine, auteur van Curious Behavior: Yawning, Laughing, Hiccupping, Beyond and Laughter: A Scientific Investigation zijn de meeste mensen op zijn minst wel een beetje gevoelig aan kietelen en verandert dat doorgaans ook niet meer met de jaren. De oorsprong van onze ‘schrikreactie’ op kietelen blijft voorlopig wel een mysterie. Volgens sommigen zou de kietelreflex ons motiveren om gevoelige lichaamsdelen te beschermen. Als deze theorie klopt, zouden mensen met sterkere reflexen (wanneer bijvoorbeeld een dokter op je knie klopt en je been naar boven vliegt) ook sterker reageren op kietelen. Anderen beweren dan weer dat kietelen een sociale oorsprong heeft en dat het een teken van affectie was. Dat zou ook de reden zijn waarom we lachen als we gekieteld worden.
Kietelen wordt ook rechtstreeks gerelateerd aan humor. Omdat we glimlachen en vrolijk worden van beiden, en we voor allebei een verrassingselement en iets dat ons raakt – fysiek voor kietelen, verbaal voor humor – nodig hebben. Een kleinschalige studie onder 100 studenten staaft deze theorie enigszins. Uit dat onderzoek bleek namelijk dat mensen die erg gevoelig zijn aan kietelen, ook gevoeliger zijn voor humor en daar extremer op reageren.
Provine gelooft dan weer dat de manier waarop ons brein sociale informatie verwerkt, invloed kan hebben op hoe gevoelig we zijn aan kietelen. Hij onderzocht ooit een autistische vrouw die niets voelt als je haar kietelt aan de onderkant van haar voeten. “Aangezien kietelen geassocieerd wordt met de neurologische link tussen ‘jezelf’ en ‘de ander’, kan het zijn dat de individuele verschillen in onze gevoeligheid aan kietelen wijzen op ‘een defect’ in de mogelijkheid om deze informatie te verwerken in onze hersenen.”
Allemaal redelijk ingewikkeld kortom en een eenduidig antwoord op de vraag bestaat (voorlopig) niet. (br.hln)
|