Crisis heeft 53 miljoen extreem armen bijgemaakt
De economische crisis zorgt ervoor dat er in 2015 nog ongeveer 53
miljoen mensen meer extreem arm zullen zijn dan wanneer de
wereldeconomie goed was blijven draaien. Dat staat in een rapport dat de
Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hebben
gepresenteerd. Voor de Wereldbank is iemand extreem arm als hij of zij
hoogstens 1,25 dollar (93 eurocent) per dag kan besteden.
Het
rapport bekijkt de perspectieven voor de Millenniumdoelen, acht
belangrijke ontwikkelingsdoelstellingen die de internationale
gemeenschap tegen 2015 wil waarmaken. Zo moet tegen dan bijvoorbeeld het
aantal extreem armen in de wereld gehalveerd zijn. Dat lukt nu door de
crisis net niet, zeggen het IMF en de Wereldbank. Tegen 2015 zullen er
waarschijnlijk nog 920 miljoen mensen moeten rondkomen met 1,25 dollar
of minder per dag; in 1990 waren dat er 1,8 miljard.
Ook
de halvering van het aantal mensen dat honger lijdt tegen 2015 lijkt
steeds minder haalbaar. Dat heeft te maken met de crisis, maar ook met
de forse stijging van de voedselprijzen in 2008. Dergelijke schokken
hebben grote gevolgen in arme landen omdat veel mensen er weinig
reserves hebben en vaak ook niet op uitkeringen kunnen rekenen.
Veel
ontwikkelingslanden hebben de crisis gelukkig al grotendeels achter
zich gelaten. Volgens het rapport zullen ze dit jaar een economische
groei van gemiddeld 6,3 procent kennen, heel wat beter dan de 2,4
procent van het voorbije jaar.
Toch heeft de korte recessie
schrijnende gevolgen. De Wereldbank voorspelt dat de crisis tussen 2009
en 2015 indirect aan 1,2 miljoen kinderen jonger dan vijf het leven zal
kosten. Honderdduizenden kinderen zullen er niet in slagen de lagere
school af te maken en miljoenen zullen verstoken blijven van zuiver
water.
De Wereldbank en het IMF
waarschuwen dat veel ontwikkelingslanden extra hulp nodig zullen hebben.
Ze hebben de geldkraan immers opengedraaid om de binnenlandse vraag
overeind te houden en arme burgers bijstand te kunnen leveren. Daardoor
is hun schuldenlast toegenomen. Extra ontwikkelingshulp en
schuldkwijtschelding zouden dus op hun plaats zijn.
De
Wereldbank en andere ontwikkelingsbanken hebben sinds het beging van de
crisis al meer dan 150 miljard dollar (112 miljard euro) toegezegd aan
ontwikkelingslanden, en het IMF heeft 175 miljard dollar (131 miljard
euro) ter beschikking gesteld. Maar veel donorlanden maken volgens het
rapport hun eerdere financiƫle beloften niet waar. De landen van de
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) gaven
in 2009 wel 0,7 procent meer uit aan ontwikkelingshulp dan in 2008, maar
ze hadden nog veel meer in het vooruitzicht gesteld, vooral voor
Afrika. (br.hln)
|