Zwarte markt in afgehakte berenpoten floreert
Russen die dichtbij de Chinese grens leven, verdienen grof geld met
de verkoop van berenpoten. Dat meldt de New York Times. Lakse
grenscontroles en grote vraag werken de zwarte markt in de hand, die ook
andere dieren bedreigt.
De relatief open grenzen tussen Rusland en China zijn een bewuste keuze
om het reizen en de handel tussen beide naties te vergemakkelijken, maar
tegelijk ontwikkelt zich een crimineel circuit voor lichaamsdelen van
dieren, die in China vaak geneeskundige krachten worden toegedicht.
Kikkers,
tijgerbeenderen, genitaliƫn van herten, galblazen en vooral de klauwen
van beren worden massaal naar China gesmokkeld, waar handelaars de
koopwaar als grondstof voor medicijnen of rituele voeding gebruiken.
Hoewel de Russische bruine beer, het
voornaamste slachtoffer van de smokkelaars, frequent voorkomt in onder
meer Siberiƫ, vrezen dierenbeschermers dat ook bedreigde soorten steeds
vaker worden gedood: onder meer tijgers en luipaarden vinden makkelijk
kopers in China.
Pogingen om deze praktijken te stoppen worden
fel gehinderd door een simpele economische realiteit. Voor de vaak
werkloze Siberische jagers, die zo'n 1.500 roebels of 40 euro per kilo
opstrijken, is een middagje berenjagen een welgekomen bijverdienste.
"Veel
mannen hebben niks te doen in de dorpjes hier", legt een Siberische
handelaar uit. "Ze trekken er met hun honden op uit, op zoek naar beren.
Ze schieten de dieren dood en hakken de poten af. Daarna keren ze terug
naar het dorp voor een drankje, tot de volgende berenjacht."
|