Indiërs kappen jaarlijks 50 miljoen bomen voor crematies
Jaarlijks worden in India vijftig miljoen bomen gekapt voor de
traditionele crematies van de hindoebevolking. "Groene crematoria", die
de benodigde hoeveelheid hout meer dan halveren, kunnen daar wat aan
veranderen.
Onverschillig voor de moessonregens is Girdhari Singh op weg van het
werk naar huis. Hij raapt onderweg al het hout op dat hij vindt omdat
zijn zieke moeder binnenkort zal sterven, en de brandstapel een fortuin
kost.
Als de 53-jarige herder al het hout voor de crematie zou
moeten kopen, zou hem dat meer dan 30 euro kosten, een klein fortuin in
het Noorden van India. Hij zou zijn moeder het liefst laten cremeren in
een van de "groene" crematoria waarover hij horen praten heeft. Die
hebben maar 150 tot 200 kilogram hout nodig. Maar het dichtste
milieuvriendelijke crematorium is in Vikasnagar, 40 kilometer verderop.
De
nieuwe crematoria zijn niet enkel een hulp voor arme Indiërs zoals
Girdhari, die zich vaak in de schulden werken met de dure begrafenissen
van familieleden. Ze kunnen een belangrijke verlichting betekenen voor
de Indiase bossen, die zwaar onder druk staan door de snel groeiende
bevolking in het land.
8 miljoen ton CO2 Jaarlijks
worden in India 50 miljoen bomen gekapt, goed voor 4 miljoen ton hout,
voor de traditionele crematies. Daardoor verdwijnt elk jaar 2000
vierkante kilometer bosgebied en gaat er 8 miljoen ton CO2 de lucht in.
Voor
de uitvaart van hindoes, die 84 procent van de Indiërs uitmaken, is
volgens de gebruiken de verbranding op hout nodig, dat de verbinding
tussen lichaam en aarde symboliseert. Op de traditionele manier worden
lagen hout op elkaar gestapeld in open lucht. De stapel brandt zo'n zes
uur, waarna de overblijfselen in de Ganges gedompeld worden.
Pogingen
van de Indiase overheid om het gebruik van elektrische crematoria te
stimuleren, hebben grotendeels gefaald omdat er geen hout bij te pas
kwam. De organisatie Mokshda ontwikkelde daarom een meer
milieuvriendelijke crematie op basis van hout, maar de verbranding en
warmterecuperatie werden geoptimaliseerd. Ze bestaan hoogwaardig staal
dat temperaturen tot 800 graden Celsius kan weerstaan. Het staal is
eenvoudig te reinigen na elke crematie en na een halfuur alweer klaar
voor gebruik. Een traditionele stapel heeft meer dan drie uur nodig om
af te koelen.
In totaal zijn al 42 van dergelijke crematoria
actief in zes Indiase staten, met steun van het Indiase ministerie van
Leefmilieu, en nieuwe initiatieven krijgen lokale en internationale
steun. Het ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) heeft bijvoorbeeld al
2 miljoen dollar vrijgemaakt voor de bouw van zestig nieuwe crematoria
tegen 2012.
Ook Varanasi in het noorden van Uttar Pradesh heeft
de beslissing genomen om over de schakelen naar het nieuwe systeem. Dat
is een belangrijke symbolische stap, want de stad is de meest heilige
plek voor Indiase hindoes om gecremeerd te worden. (br.hln)
|