Wat je je kat of hond nooit mag geven
Katten- en/of hondeneigenaren kennen het wel: kat- of hondlief
drentelt rond de tafel en uiteindelijk wil je ze wel een extraatje
geven. Maar soms doe je daar je viervoeter echt geen plezier mee.
Sommige voedingsmiddelen verteren ze niet, andere zijn giftig voor hen.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, weten katten en honden niet
altijd wat goed voor hen is.
Avocado en guacemole: door
de stof persin, die heel giftig is voor de meeste dieren waaronder
honden. Hou je hond ook weg van de avocadoplant, want persin zit ook in
de bladeren, de zaden en de takken.
Macadamianoten:
zes noten kunnen je hond al ziek maken. Symptomen zijn ondermeer
spierspasmen, zwakte, verlamming van de lenden, overgeven, verhoogde
temperatuur en versnelde hartslag. Chocolade met noten is nog erger, en
kan leiden tot falen van lever en nieren en de dood.
Persimmon,
perzikken en pruimen: deze fruitsoorten bevatten pitten en
zaden die een ontsteking in de kleine darm kan veroorzaken of
constipatie. De pitten bevatten ook cyanide, wat giftig is voor mens én
dier.
Zout: net zoals bij de mens veroorzaakt
zout extreem veel dorst (en extreem veel plassen) bij de hond. Het kan
zelfs leiden tot sodiumionvergiftiging, met als symptomen overgeven,
diarre, depressie, rillingen, verhoogde temperatuur en aanvallen. Het
kan de dood veroorzaken.
Specifiek voor katten:
Hondenvoer:
een beetje hondenvoer kan geen kwaad, maar in sé is hondenvoer niet
gemaakt voor katten. Ze bevatten dan wel veel dezelfde ingrediënten,
katten hebben meer proteïnen en vitamines nodig. Katten die vaak
hondenvoer eten kunnen zwaar ondervoed geraken.
Lever: ook
hier geldt: een beetje af en toe kan geen kwaad. Te veel leidt echter
tot een vitamine A-vergiftiging, wat kan leiden tot misvormde botten,
botgroei aan ellebogen en ruggengraat en osteoporose. Het kan ook leiden
tot de dood.
Tonijn: de meeste katten zijn dol
op tonijn, maar het bevat maar weinig voedingsstoffen. Te veel kan dus
leiden tot ondervoeding en kwikvergiftiging. Bovendien is tonijn een
bedreigde vissoort.
Look en bieslook: kunnen je
kat zware darmproblemen geven.
Slecht voor kat én hond:
Alcohol
heeft hetzelfde effect op jouw kat of hond als op de mens,
alleen is er veel minder voor nodig. Hoe kleiner de hond, hoe sterker
het effect. Twee theelepels zijn genoeg om coma bij je kat te
veroorzaken. Beide kunnen sterven van alcohol.
Uien: vers
of gedroogd, uien kunnen je hond vergiftigen, waardoor hij kan
overgeven, diarree krijgt, geen eetlust meer heeft, moeilijk ademt of er
verdwaasd bijloopt. Bij katten worden de rode bloedcellen afgebroken,
wat kan leiden tot bloedarmoede en problemen met de darmen.
Zuivelproducten,
inclusief melk, yoghurt, kaas en ijs, zijn niet verteerbaar
voor (volwassen) katten en honden. Het kan diarree veroorzaken en
voedselallergie, wat zich manifesteert in jeuk.
Chocolade
is giftig voor katten en honden. Katten kunnen er van sterven,
maar gelukkig zijn de meeste katten niet dol op chocolade. De schuldige
is de stof theobromine en dat zich in alle soorten chocolade, ook
witte. Katten en honden die toch chocolade eten kunnen overgeven,
diarree krijgen of extreem dorstig zijn. Het kan ook
hartritmestoornissen, beroertes, trillingen en de dood veroorzaken.
Caffeine,
zoals in thee en koffie, is in grote hoeveelheden dodelijk
voor zowel katten als honden. Een medicijn bestaat er niet. Symptomen
van caffeïnevergiftiging zijn rusteloosheid, gejaagde ademhaling,
hartkloppingen, spierspasmen en bloedingen. Caffeïne vind je ook in
cacao, chocolade, cola en pepmiddelen.
Druiven en
rozijnen worden vaak gebruikt als snoepje maar dat is geen goed
idee. Het kan leiden tot nierfalen. Een klein beetje is al genoeg om je
kat herhaaldelijk te doen overgeven of te leiden tot hyperactiviteit.
Een dag later kan je hond of kat lethargisch en depressief zijn. Gewoon
buiten het bereik van honden en katten bewaren!
Snoep,
kauwgom, gebak, tandpasta en dieetvoeding zijn vaak gezoet met
xylitol. Dit kan de circulatie van insuline verhogen, de
bloedsuikerspiegel doen dalen en leiden tot leverfalen. Symptomen zijn:
overgeven, lethargisch gedrag en een slechte coördinatie. Binnen een
paar dagen kan je kat of hond hieraan overlijden.
Vetrandjes
en botten zijn zeer gevaarlijk, of ze nu gekookt of gebakken
zijn of niet. Het lijkt natuurlijk, maar een bot kan je hond of kat doen
stikken. De splinters kunnen de organen beschadigen en de darmen
verstoppen. Ook de alvleesklier lijdt hieronder.
Gesuikerde
dranken heeft bij honden en katten net hetzelfde effect als
bij mensen: het leidt tot overgewicht, tandproblemen en diabetes.
Rauwe
eieren zijn een no-no omdat ze het risico op
voedselvergiftiging te groot maken. Rauwe eieren kunnen immers bacteriën
als salmonella of E.coli bevatten. Bovendien bevatten ze een enzyme dat
de opname van vitamine B verhindert, wat je hond of kat huid- en
vachtproblemen kan geven.
Rauw vlees en vis:
hiervoor geldt hetzelfde als voor eieren, het kan bacteriën bevatten die
voedselvergifiting veroorzaken. Bepaalde vissen kunnen een parasiet
bevatten die bij honden een visvergiftiging kan veroorzaken. Als die
onbehandeld blijft, kan je viervoeter binnen de twee weken sterven. De
eerste symptomen zijn overgeven, koorts en gezwollen klieren. Kook alles
goed voor je het aan je hond geeft.
Katten moeten dan weer
wegblijven van rauwe vis omdat het de stof thiamine, een essentiële
vitamine B voor katten. Tekort aan thiamine kan neurologische problemen
en coma veroorzaken.
Gistdeeg: rauw deeg zal
rijzen in de maag van je kat of hond. Dit kan erge pijnen veroorzaken.
Gist produceert ook nog eens alcohol, wat je viervoeter ook nog eens
alcoholvergiftiging kan veroorzaken.
Medicatie:
behandel je kat en hond zoals je kinderen: geef ze geen medicijnen voor
volwassenen, tenzij je dierenarts je richtlijnen heeft gegeven. Ze
kunnen dodelijk zijn. De meeste vergiftigde honden kregen
mensenmedicijnen toegediend.
De keukenkast bevat
veel zaken die giftig zijn voor je kat of hond, zoals bakpoeder en
nootmuskaat. Hou de deuren dicht, als je je kat of hond niet wil
vergiftigen.
Wat te doen als je hond of kat iets gegeten heeft
dat het niet mocht eten? Dan bel je best zo snel mogelijk de dierenarts
of eventueel het antigifcentrum.