De verborgen 'bastaardpot' van het koningshuis
Koning Leopold III had zeker een buitenechtelijke dochter, Ingeborg Verdun, maar er is ook sprake van een bastaardzoon.
Het Belgische koningshuis mag dan een aantal emotioneel verwaarloosde
bastaardkinderen op de wereld gezet hebben, naar verluidt werd en wordt
er financieel wel goed voor hen gezorgd. Er zou zelfs, zo vertelde
royaltywatcher Kathy Pauwels op StuBru, een soort van 'fonds voor
buitenechtelijke kinderen' voor opgericht zijn.
Nu blijkt dat koning Albert II niet alleen een buitenechtelijke dochter
heeft - Delphine Boël - maar ook een geheime halfzus - Ingeborg Verdun -
is het 'naast de pot plassen' van de Van Saksen-Coburgs weer een
felbesproken onderwerp. Emotioneel werden de liefdeskinderen uit die
affaires vaak aan hun lot overgelaten, financieel niet. Daar zou zelfs
een 'bastaardpotje' voor bestaan.
Voor
Ingeborg Verdun bijvoorbeeld, die nu 70 is en in Amerika woont. Ze is
de vrucht van een vurige verhouding die Leopold III in 1940 had met
Liselotte Landbeck, destijds de schaatslerares van zijn kinderen.
Ingeborg heeft haar biologische vader nooit gekend, maar zou dus op
geldelijk vlak nooit iets tekortgekomen zijn.
Uit de buitenechtelijke affaire van Albert II met barones Sybille de Selys-Longchamps werd in 1968 Delphine Boël geboren.
Delphine
Boël en Ingeborg Verdun zijn lang niet de enige buitenechtelijke
kinderen van het Belgische koningshuis, ook wel smalend de 'Van
Seksen-Coburgs' genoemd. Zo hadden Leopold I en Leopold II elk twee
bastaardzonen, en van Albert I werd er ook eentje vermoed maar dat werd
nooit helemaal hard gemaakt.
Auteur Leo Van Audenhaege - die nu
in zijn boek 'Van Küssnacht naar Argenteuil' met de halfzus van Albert
II op de proppen komt - verwijst daarin overigens ook naar een mogelijke
halfbroer van onze vorst, nóg een buitenechtelijk kind van Leopold III
dus. Als het bewuste fonds al bestaat, dan lijkt het alvast zijn nut
bewezen te hebben. (br.hln foto belga)
|