+Poëzie.
Tussen de bergwanden.
De wilde kust maalt door de golven, klokken door de enorme rotsen.
Het graaft hier en daar. Als een levend dier, brult en huilt.
En plotseling werd het stil en nederig.
Allemaal lager, lager. Al loopt hij nog maar nauwelijks in leven.
Nadat de storm is afgenomen, regent de stroom.
En nu was zijn onopvallende bed blootgelegd.
Liefde is magie! Je leefde in dromen. Lees in kindertijd sprookjes over prinsessen. Eens, toen ze achterom keek, besefte ze dat het leven niet langer dat magische bos was. Geen goud, zilver bomen er pijn, pijn, veel bittere tranen Voor de magische fee steegje u zult niet voorbij De tuin was overwoekerd met onkruid. Princess nee, nee mooie fee in de magische bosjes rondspoken stilte. Ja, van firebird getrokken veren. Wie is vleugelloze nodig? Bid, magische tuin, schud de takken van licht hun lichten wenken rinkelen stilte schud de vleugels van haar vreugde van het leven, zal de muziek doen terugkeren. Bulk in de palm van de appels. Laat het de tranen van de droomwind afvoeren. Laat het zijn als ze droomde van een sprookje, maar wrok pijn is niet ernstig ...
Een vreemd geluid gaf die avond een oude viool:
Een menselijk verdriet. En een vrouw! Klonk huilend.
De violist glimlachte.
Zonder een einde keerde een glimlach
terug naar de vermoeide lippen.
Vreemde blik gestuurd naar het platform
vanuit de sombere doos.
Onbekende dame in de jurk van paarse stenen.
Een kijkje in foto's en schaduwen.
Onzichtbare blik,het snikken en de muziek
van een viool is vergelijkbaar.
|