+ Poëzie.
Sprookjesbos...
Van geurige takken geweven sluier,
de wind aan het hart dennenbos niet te laten.
Er in de rust van een koele kabbelende beek daar,
vers en koel, schoon en glanzend.
En schuchter verstopt in gras rust,
in de kreek op zoek zuiver
witte lelie van de vallei.
Charmer en ondeugend. Hoeveel heb je er gebracht voor de geest?
Denk je niet geven in de handen van de plagen.
Secret charmes vol betoverde Liefde bewitched destiny
uiteengezet dichters lettergreep op zijn knieën voor je
dat gegiechel, dan gooi. Met lome negoyu voor u,
zoals het lied veranderlijk is, gedoopt in de lucht
met de wind in een veld dat u gehuwd je een raadsel eeuwen
van kostbare leven ... vrouw Mystery liederen en gedichten ....
Het licht achter het venster en een lichte stilte. Er is geen geluid
bij de deur, en de trap is donker, en een vertrouwd trillen dwaalt
rond de hoeken. In de deuropening, een glinsterende licht en
schemering rond. En de drukte en het lawaai op straat is onmetelijk.
Stilte en wachtend op je, mijn arme, overleden vriend.
De laatste droom van mijn ziel in de avond.
Elke dag nemen als een vakantie ... als een geschenk van het lot ... kostbare en kwetsbare dus ... ik ben op deze aarde, een gastentoilet, een verloren zwerver ... Maar ik ben gelukkig hier, vond ik hier onderdak en vrede ... En ik leef gewoon ... Herhalend in alles in mijn kinderen ... Vrienden omhelzen ... Ik geef ze een stukje ziel ... En ik hou gewoon van ... Niet mooier dan voelen in de wereld ... En ik vraag het lot ... Haast je niet ... haast ... mijn dagen ..
Ik zal je vertellen in een onverwacht moment, en niemand zal weten.
Maar in mijn hart zul je de lente draaien, verlicht onveranderd licht.
Ik zal voor je openstaan op een onverwacht moment. Je riep uit alsof
ik oneindig ver weg was. Maar vooralsnog blijft alleen deze hint over.
Alles, in één. Alles is diep en heel. Ik huil met een onzichtbare straal.
Ik vertel je de wens van de waarheid voor jou.
Ik hield van zachte woorden.
Ik was op zoek naar mysterieuze bloeiwijzen.
En nauwelijks ziende maakte hij nog steeds geluiden.
Maar toen ik 's ochtends de wei in ging,
verstevigde ik de vage deuntjes, ik kende U,
mijn eeuwige vriend, de beschermer.
Ik wist het, een bedachtzame dichter, dat niemand
het genie van zo'n vrijheid kende, als een gelofte van
mijn slavendiensten.
Ik ga en verheug me. Het is gemakkelijk voor mij. De regen is voorbij.
De groene weide schijnt. Ik ken u niet en herinner het mij niet, mijn vriend,
mijn onbekende vriend. Waar je viel, in welk gevecht ik weet het niet.
Maar ben omgekomen voor glorieuze daden, zodat het land, je
geboorteland, mooier en gelukkiger is. Boven de velden is de
reuk van lente, ik ga, leef, vol kracht, een twijgje en daar een bloem.
Mijn vriend en kameraad, je klaagt niet, dat je liegt, maar kunt leven
en zingen, ben ik, de erfgenaam van dit leven,
ik wil anders sterven!
De grijze lucht en de draden van het net.
En plotseling, voor mij in het elektrische licht,
de sluier, als fonkelende sneeuw.
En een glimp van een moe mysterie,zag ik,
hier is het niet.
Het moment van mysterie is zo vreemd, zo kort.
Maar hier is het, het is in het hart,het antwoord!
|