Waarom wil je, niet alleen zijn met mij? Vertel me, vertel me,
waarom je bij me zo zo verveeld? Is het gevaarlijk om bij mij
te zijn? Denk je echt dat ik vreselijk ben? Oh, geloof me, geloof:
ik ben niet gevaarlijk! Ik sta helemaal open voor jou, en in mijn hart
brandt alleende liefde. Weet je nog, mijn vriend, van jongs af aan met
u zijn we snel gegroeid, en die gedachte komt niet, we hebben allemaal
vertrouwelijk gedeeld.En één onschuldige gevoelens niet vertrouwt.
Verlof, schoonheid, je schaamte, wees niet onverschillig tegenover mij.
Wees zoals voorheen eenvoudig van geest.
Zoals eerder zullen we een broederlijk leven leiden.
In een ongedoopte, glorieuze stad, op een steil, hoog eiland.
Leeft een mooi meisje, De dochter van mijn vaders vriend.
Ze zingt liedjes, oprecht en het komt zowaar uit geheel haar hart .
"Ah, mijn liefste schat, mijn liefste! Waar zit je? Wat denk je?
Al mijn woorden zijn woorden naar jou gericht. Zit niet, huil niet,
Je rent naar me vanuit het huis.Ik ben met jou, vrije vogels.
We zullen naar Parijs gaan om daar te leven.
De stad waar liefde leefd".
Dus nogmaals, ik zag je aangewezen gunst, en ik voelde me voor de eerste
keer en wanneer nu wazige ogen, het licht van een zonnige dag mijn
kindertijd naar me kijken, de arme geest, zwak en vaag, vergeten,
mysterieuze geluk. Hoe, nu zonder geloof en sympathie ik naar je kijk,
als een vreemdeling je geworden in mijn ogen, niet de
rand van een verlaten ziel als een geboorteland,
het is hier niet tot bloei gekomen, het was niet hier dat de
geweldige vakantie van de jeugd geweldig was. En ik heb niet alles in
dit land gezet alles wat ik leerde en wat ik koesterde.
Ik kende haar een meisje met krullende haren en blauwe ogen.
Ze leek alle speelsheid van de boze en de bescheidenheid van het rooskleurige.
En in die zomers was een kring van aantrekking naar haar en riep haar om te
strelen. Daarop lag het voorwendsel van voorkeur en het vrouwelijke
ministerie zegel.Ik kende haar mooi verbrandden ogen gewijde stilte.
Hoe helder dag als het heldere geluid van de fluit, over de aarde zij droeg.
Ik wist dat het, en hoe ze hield als een oprechte voor hem bloeide,
hoeveel tranen zij hem gaf, hoeveel geluk in de ziel te werpen.
Kinderen in tranen verlieten haar moeder.
Daarop lag het voorwendsel van voorkeur en het
vrouwelijke ministerie zegel.
Een vriend is iemand die de duisternis verlicht ...
zonder bekentenissen en beloningen te eisen.
Een vriend is iemand met wie de vreugde helderder is,
bij scheiding is het saai, maar in moeilijkheden is het gemakkelijk.
Een vriend is iemand met een warm hart,
die altijd bij de hand is ...,in elk geval ver weg.
Maar is degene die je geluk brengt.
Dank aan mijn vrienden.
|