22
De laatste stralen van de zonsondergang liggen op het gebied
van gecomprimeerde rogge. Het dutje van een
roze knuffel. Het gras van een ongemarkeerde rand.
Geen wind, geen schreeuwende vogels. Boven het bosje,
een rode schijf van de maan. En het lied van de priesteres
sterft onder de avondstilte. Vergeet zorg en zorgen,
galopperen zonder een doel op een paard.
In de mist en in de wei, onbegrensde afstand.
Om de nacht en de maan te ontmoeten.
|