29
Weet je wat verdriet is als je een strakke lus om je nek hebt?
Wanneer in het hart als een bons in een ton is.
Wanneer het onmogelijk is noch tranen te laten vloeien noch
gekreun te laten horen. Zodat niemand zag, God redde,
rode ogen, bezoedelde huid, zodat niemand zag hoe moe ik was,
hoe ziek, en oude ik werd. Weet je wat verdriet is?
Het zwemmen over zee. Het oversteken is als een woestijn,
en over hem spreken loze woorden. En ik ben zonder dat
als een boot zonder roeispanen, als een vogel zonder vleugels,
als een plant zonder wortels. Ik heb je nog niet alles verteld,
weet je hoe ik over de stations ga? Hoe studeer ik planningen?
Hoe ontmoet ik de trein 's nachts? Zoals in elk postkantoor,
bid ik om een wonder. Ook al is het woord uit .... daar .... en gedaan.
|