| 
 In de diepe duisternis van koude vergetelheid. Verlies van naties van het geslacht. Hun wetten, burgerlijke strijd,
 En valor, en glorie, en schaamte.
 Het gezicht van de aarde is helaas veranderd, en veel van de koninkrijken der groten hebben gebroken
 en verborgen onder de as van de steden,
 alleen het donkere spoor van de verdwenen eeuwen.
 Een vervelende verzameling puin. Ja, de verzinsels van onbekende zangers. En het schrijven van
 vreemde talen aan ons. Van de voorvaderen vertrokken
 naar het nageslacht. Eeuwen zullen voorbijgaan,
 in de gebeurtenissen van het Universum. En we zien als eenonmiddellijke meteoor. En misschien zijn de nakomelingen
 van een late soort onze uitgestorven mensen vergeten.
 De eeuwigheid is niet bestemd voor het aardse. De universele wet overwinnen, alles moet ooit sterven.
 Maar het leven van een, zoals een prachtig graan.
 Het blijft in het proces zelf van verval. Een belofte van de krachten van een andere generatie. Ja, niet in de kou der tijden.
 Ga de gelederen van talloze stammen. De erfgenamen
 van onsterfelijkheid en vrijheid, als een geschenk van het goede,aan andere gasten van de natuur, geven we onze rechten op
 het leven, onze kleur aan fruit, in een bepaalde periode ,
 hier onze volledige roeping beëindigd, om een zaadje te
 zijn in het systeem van het universum.
 
 |